Leven bestaat uit materie.
Materie bestaat uit verbindingen.
Verbindingen bestaan uit elementen.
Elementen = substantie die chemische niet ontbonden kan worden.
4 belangrijke elementen:
o Koolstof
o Zuurstof
o Waterstof
o Stikstof
4 andere elementen:
o Fosfor
o Zwavel
o Calcium
o Kalium
Verbinding = substantie die bestaat uit twee of meer verschillende
elementen.
Verbindingen tussen atomen komen tot stand doordat atomen elektronen
delen of uitwisselen. → atomen blijven dicht bij elkaar, samengehouden door
chemische bindingen. = resulterende geheel = molecule.
Covalente binding: twee atomen delen een paar elektronen (vb H 2 dubbele
binding vb O2)
Ionische binding (=zouten): er wordt een elektron van het andere atoom
‘gepikt’.
o Door dit elektronentransport worden beiden atomen ionen, die elkaar
aantrekken vanwege tegengestelde lading.
Waterstofbinding/ -bruggen: tussen moleculen zijn er chemische bindingen
mogelijk, zwakkere binding.
o 2 moleculen kunnen elkaar in cel ontmoeten, elkaar beïnvloeden en
opnieuw scheiden.
Moleculen met 2 atomen (H2, O2) → lineair
Moleculen met meerdere atomen → ingewikkelde vorm
o Vorm: bepaald door positie van orbitalen van atomen
= belangrijk voor herkenning
Bij chemische reacties worden chemische verbindingen gevormd en gebroken
Vb (vorming water uit waterstof- en zuurstofgas): 2H2 + O2 → 2H2O
Uitgangsproducten: reagentia en resultaat: product
Factor die snelheid van reactie beïnvloed: concentratie van reagentia
, o Hoe minder er van is, hoe minder kans dat moleculen interageren en
hoe trager de reactie verloopt. Hetzelfde geldt voor product.
o Uiteindelijk lopen beide reacties gelijk = chemisch evenwicht
= dynamisch evenwicht; reactie loopt door, zonder merkbaar
effect.
2.2 Biomoleculen
2.2.1 Water
Karaktereigenschappen:
A
o Watermoleculen worden bij elkaar gehouden door waterstofbindingen.
Deze worden constant gevormd, verbroken en opnieuw gevormd.
o Water heeft een hoge cohesie (= aantrekkingskracht).
o Vb planten kunnen door deze cohesie water transporteren
Vb oppervlaktespanning: sommige dieren kunnen over water lopen
door deze cohesie.
B
o Hoge specifieke warmte → geschikt als buffer tegen
temperatuurschomelingen
o Vb evapotranspiratie: zorgt ervoor dat organismen niet oververhitten.
C
o Lagere densiteit in vaste toestand dan in vloeibare toestand.
o Andere vloeistoffen krimpen wanneer ze bevriezen, water zet uit. →
drijft ijs.
D
o Meest veelzijdige solvent → stoffen oplossen door ze te ontbinden in
hun samengestelde ionen of door moleculen volledig te omgeven
Hydrofiel: ‘houdt’ van water, meestal ionische of polaire
substanties
Hydrofoob: ‘houdt niet’ van water, ontlenen deze eigenschap
aan het voorkomen van niet-polaire bindingen
Nu en dan zal een waterstofatoom, betrokken in een waterstofbinding tussen
twee watermoleculen, van molecule verhuizen. → ontstaan van hydronium ion
(H3O+) en hydroxide ion (OH-): 2H2O → H3O+ + OH- vereenvoudigd:
H2O → H+ + OH-
o Dit fenomeen (dissociatie) = zeldzaam
o Waterstof-ionen zijn reactief en veranderingen in hun concentraties
kunnen eiwitten en andere moleculen van de cel drastische
beïnvloeden.
o Toevoeging van basen of zuren kunnen de balans verbreken.
o Neutrale oplossing: pH 7
o Zure oplossing: pH 0-7
o Basische oplossing: pH 7-14
o pH van biologische vloeistoffen wordt constant gehouden door buffers.
Door adehaling wordt CO2 uit bloed gewassen.
Bloed:
o HCO3- + H+ → H2CO3 → CO2 + H2O
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saarvercammen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.