Travel transportation – samenvatting
Week 1 – business modellen
ICAO = chicago convention; samenwerking tussen landen over het luchtvaart, de negen vrijheden
werden ook vastgesteld in 1944.
IATA = luchvaartmaatschappijen gaan samenwerken op gebied van; geld, werk, etc 1945
NA de 2e wereldoorlogen lijndiensten
Lijndiensten = vaste lijnen van vliegtuigen, voorbeeld Oost-Amerika naar Parijs
Pakketreizen werden steeds populairder doordat het toegankelijker werd
NA de jaren 60 chartermaatschappijen
Chartermaatschappijen = vakantiemarkt door Transavia in Nederland. Begin jaren 70 hierna snelle
groei
FAA = overheids orgaan binnen de USA over de luchtvaart bedachten regels
1978 = deregulation act; regelgeving wordt opgeheven en geen overheidsbemoeienis. nieuwe
maatschappijen mochten zelf bepalen, waarheen ze willen vliegen en concurreren.
Lowcost maatschappijen = goedkoper vliegen voor minder kwaliteit.
1978; in Noord-Amerika
1997; in Europa
Als je extra’s wilt moet je maar bij betalen
Ondanks concurrentie toch gaan samenwerken en maakte ze groen; southwest + airtran = southwest
Luchtvaartmaatschappijen gingen samenwerken om naar zoveel mogelijke bestemmingen te kunnen
vliegen one world en star alliance = allianties
,5 business modellen
1. FSC = full service carriers; alles erbij
2. LCC = low cost carriers; alles los kopen
3. hybrid business model; tussen FSC & LCC
4. charter airlines; vakantie doeleinden
5. only carrying cargo; luchtvracht
Full service carrier onderverdeling
1. regional airlines Alaska airlines
- beperken zich op een regionale markt
- concentreerd op bepaalde (beperkte) regio’s
- welkom bij luchtvaart allianties
2. intercontinental network KLM
- vliegen op bijna alle werelddelen
- 3 tot 4 sterren op Skytrax
- Hub en spoke systeem, van “klein” toestel naar een “groot” toestel en naar een ander
werelddeel
- 6th vrijheids recht
- Domineren op de domestic marktet
Hub = centrale opstap punt
3. global luxury connector Emirates
- Hub en spoke systeem
- 6te vrijheids recht
- Sommige 5e vrijheids rechten
- Vooral grote afstanden
- 4 of 5 sterren op skytrax
- Grote wereldwijd bereik
- Alternatief voor non-stop vlucht
,4. Network extender Eurowings, KLM cityhopper
- Werkt onder een andere grote naam
- Verlengt de mogelijkheden voor de grotere namen
- Bereid het bereik van partnermaatschappijen voornamelijk uit naar kleinere markten
Voorbeeld;
1. vlucht van AMS naar New York
2. Mensen komen vanuit Parijs, Londen, Milaan etc
3. Die mensen gaan uiteindelijk de 1e vlucht in om naar New York te vliegen
Low cost carriers onderverdeling
1. Ultra low cost Ryanair
- Alleen stoelen product
- Mensen op prijs laten boeken
- Altijd bij laten betalen
- Vaak omliggende vliegvelden (Eindhoven airport)
- GEEN hub en spoke
- Point to point vliegen
- focussen op leisure consumenten alleen
2. Traditional low cost Eastyjet
- point to point
- hoge frequentie
- leisure en prijs gevoelige business consumenten
- grote vliegvelden en kleinere vliegvelden (Schiphol en Eindhoven)
3. modern low cost
- point to point en network
- mix tussen leisure en business reizigers
- primaire luchthavens
- producten aan boord ‘ sensatie ‘ superieur aan economy class concurrenten
, Hybrid JetBlue
- combinatie tussen FSC en LCC
Charter TUI, Condor
- Vliegt op een niet vast gelegde dienstregeling
- Afhankelijk touroperator en pakketreizen
- Klanten niet geïnteresseerd in het merk van de luchtvaartmaatschappij
- Bedrijfsmodel heeft zijn belang verloren
Cargo beluga airbus
- Vracht vervoeren
Allianties
Voor consumenten:
- Voor de allianties was wereldwijd reizen complex en was inconvenient
- Connecties was ongecoördineerd, problematisch en tijdrovend
- Frequent flyer – voordelen, waaronder loungetoegang, gingen niet verder dan het aanbod
van individuele luchtvaartmaatschappijen
Voor vliegtuigmaatschappijen
- Grensoverschrijdende fusies zijn moeilijk/mogelijk
- Globaal de vraag naar reizen vereist het koppelen van netwerken
- Increasing concurrentie van goedkope luchtvaartmaatschappijen
- Open skies en antitrustimmuniteitssubsidies maken standaardisering en harmonisering van
dienstregelingen, prijzen en producten mogelijk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gielkeobryan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.13. You're not tied to anything after your purchase.