Samenvatting Hoofdstuk 9 / les 9 geschiedenis van het publiekrecht
5 views 0 purchase
Course
Geschiedenis van het publiekrecht (C01X0A)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Een samenvatting van les 9 / hoofdstuk 9 geschiedenis van het publiekrecht. Met kleuren, schema's, vergelijkende kolommen en aanduidingen van belangrijke zaken. O.b.v. deze samenvatting een 17/20 behaald.
Samenvatting les 9 GPuR
Imperialisme en kolonialisme (1798 – 1920)
Overture: De eerste opiumoorlog (1839 - 1842)
In 1839 maakte de Amerikaanse missionaris en arts Peter Parker in opdracht van de gouverneur van
de Chinese provincies Hubei en Hunan, Lin Zexu, een vertaling van Le droit des gens (1758) van de
Zwitserse diplomaat Emer de Vattel.
Stelde dat het natuurrecht aan niemand de verplichting kon opleggen om goederen van een
ander te kopen en dat bijgevolg de staat het recht had de import van bepaalde goederen te
verbieden
Bevestigde recht van een staat om oorlog te voeren om rechten te vrijwaren.
Lin Zexu wilde deze teksten inzetten in zijn strijd tegen de opiumimport in China.
Opium werd geïmporteerd vanuit Brits-India door Britse handelaren (East-India Company) in ruil voor
porselein, zijde maar vooral thee.
Chinese handelaars hadden in eerste instantie niets dat ze wouden ruilen tegen thee, dus Britten
moesten in goud en zilver betalen -> negatieve handel
o Om dit tegen te gaan ruilde men tegen opium vanuit Brits-India, zo kon men zilver sparen
Enige Chinese havenstad waar Westerse handelaren mochten komen was Guangzhou (1757)
Massaal gebruik van opium zorgde in China voor maatschappelijke problemen -> Lin Zexu richt
zich tegen Britse handelaren in Guangzhou.
o Lin schreef in 1839 brief naar Koningin Victoria waarin hij haar verzocht opiumimport te
stoppen
Eiste overgave van hele voorraad opium van de Britten
Om bevel af te dwingen liet hij aan- en afvoer van goederen naar Britten stoppen
o Superintendant voor Britse handel ter plaatse, Charles Elliot, beval om voorraad over te
dragen -> beloofde de Chinezen 20.000 kisten, vertelde Britse handelaren dat de kroon
ze riant zou compenseren. Er waren geen 20.000 kisten, dus Britse handelaren snelde
zich met Opium naar Guangzhou omdat de compensatie zo aantrekkelijk was.
Conflict escaleerde toen Lin eiste dat alle buitenlandse handelaren zouden zweren zich niet in te
mengen met opiumhandel op straffe des doods.
De regering en buitenlandsminister Palmerston werden onder druk gezet en in oktober 1839 werd
het besluit tot oorlog genomen.
China was geen partij voor GB en moest in 1842 het vredesverdrag van Nanking aanvaarden;
5 handelspoorten voor de Britten i.p.v. 1 (waaronder Shanghai)
Afstand van Hong Kong ‘in perpetuity’
Schadeloosstelling (‘indemnification’) $6mil voor inbeslagname opium en ‘gijzeling’ soldaten,
maar voor oorlogskosten $12mil
Eenzijdige oplegging van handelstarieven voor Britse handel in China
Systeem van ‘kohong’ (alle handelsrelaties in China moesten verlopen via Chinese ambtenaren)
afgeschaft
Het westers imperialisme
, De eerste fase van het Westers Imperialisme (1450 – 1800)
Afrika + het Oosten
Iberische ontdekkingsreizigers
Via NW van Afrika route zoeken naar Indië voor rechtstreekse toegang tot Indische markt
Hoopten op Christelijken in Afrika of verdere Oosten om Ottomanen in tang te kunnen nemen
Geen koloniale rijken, maar handelsnetwerken beperkt tot forten en handelsnederzettingen
Overheersing van binnenland beperkt
Amerikaans continent
In de loop van de 16e eeuw namen Spanjaarden controle over rijken Azteken, Maya’s en Quechua
Vormen daar kolonies van Spaanse en Europese inwoners en hun nakomelingen
Koloniale economie gebaseerd op land- en mijnbouw
Slaven om in plantages te werken
o Zwarte bevolking groeide door zware uitbuiting niet -> tot diep in 19 e eeuw afhankelijk
van continue instroom nieuwe Afrikanen (slaven)
De tweede fase van het Westers Imperialisme (1798 – 1920)
Kende ontplooiing in de ‘scramble for Africa’ na het Congres van Berlijn (1884 – 1885)
o Europese mogendheden voegden grote delen van het binnenland van Amerika, Afrika,
Azië en Oceanië formeel toe aan hun grondgebied en onder hun bestuur
Werd op gang getrokken door invasie van Egypte door Napoleon (1798)
2e startschot van Europese onderwerping van de wereld was Franse aanval op Algiers (1830)
Determinanten van Imperialisme en Kolonialisme
Imperialisme en kolonialisme van Europese mogendheden kenden 4 grote drijfveren:
1. Economische drijfveren
Hoop van ontdekkingsreizigers om directe toegang te krijgen tot markten uit China en
Indische Oceaan zonder afhankelijk te zijn van Indische en Islamitische tussenpersonen
Agrarische revolutie; Nieuwe gewassen, nieuwe technieken en toenemende regionale
specialisatie leidde tot toename van productie en productiviteit in Europa. Cirkel van
hongersnoden werd doorbroken waardoor bevolking in Europa sterk toenam
o Ging samen met industrious revolution; hiermee verwees Jan De Vries naar rijzende
vraag van bepaalde consumptiegoederen, een strengere arbeidsethos en een
groeiende regionale specialisatie -> hierdoor ontstond er een handelsdriehoek
Industriële revolutie; mechanisatie industrie zorgt voor explosie van nood aan grondstoffen.
o Overproductie zorgde voor noodzaak tot toegang andere afzetmarkten
o Mechanisatie zorgde voor spectaculaire groei van de omzet van de industrie en
leverde het Westen een ongezien overwicht op ten aanzien van de wereld
Koloniale economie in het begin vooral rond samenwerkingen tussen regeringen en private
ondernemers (zie VOIC). Handelscompagnieën kregen monopolie van staat om vaart en
handel in bepaald gebied uit te oefenen alsook bepaalde overheidstaken in die gebieden
2. Religieuze en culturele drijfveren
Verspreiding van Christelijk geloof en strijd tegen Islamitische wereld (Ottomanen)
Beschavingsdiscours (civilisation mission): Westerse volken hadden de taak om ‘de
beschaving’ uit te dragen naar andere volkeren die zogezegd minder ontwikkeld waren.
o Onder deze noemer ook strijd tegen slavenhandel/slavernij
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtengernoazen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.