Samenvatting van de literatuur voor het eerste deeltentamen van het blok 'Flexicurity' op de Hogeschool van Amsterdam, het vak Kennis HRM uit het tweede jaar.
A lot of information is missing, without a context summarized ...
Seller
Follow
engelc
Reviews received
Content preview
Kennis Flexicurity
Deeltentamen 1
Week 1 Introductie Flexicurity en arbeidsmarktontwikkelingen
Regels rond arbeid, 5.1 t/m 5.11
5.1 De betekenis van arbeid
Arbeid ordent de samenleving (arbeidsbestel). De arbeid die wordt verricht, is een indicator
voor de plaats en status die men in de samenleving inneemt.
Verbinding mens en arbeid/arbeidsmarkt:
- Materiële noodzaak (levensonderhoud)
- Behoort te arbeiden, sociale normen (arbeidsethos)
- Zingevende activiteit
Arbeidsverdeling Beroepen/functies
↓
Bedrijven
Bedrijfstakken
Regio’s
Wordt door factoren en criteriums bepaald: de arbeidsmarkt.
Functies van de arbeidsmarkt:
1. Coördinatiefunctie
Afstemming tussen de beschikbare en de benodigde arbeid.
a. Allocatiefunctie
Afstemming in arbeidsbekwaamheden en arbeidstaken.
Efficiënte productie.
b. Verdelingsfunctie
Opbrengsten van arbeid: inkomen, functieniveau, baanperspectieven,
werkzekerheid, aanzien, enz.
Prijsvorming.
Zonder productie geen verdeling; beloning komt overeen met productiviteit = niet altijd het
geval!
5.2 De ontwikkeling van de arbeidsmarkt
Belangrijkste krachten naar huidige arbeidsmarkt:
- Industrialisatie
- Sociaaleconomische structuur (kapitalisme)
,Het ontstaan van de arbeidsmarkt; het pre-industriële tijdperk
Arbeid die men verricht wordt bepaald door een aantal factoren gedurende veel eeuwen
lang:
1. Geslacht
2. Leeftijd
3. Arbeidstraditie in de familie
4. Sociale positie (stand)
Traditionele factoren
Opkomst vrije steden
- Tweedeling tussen het platteland en ambachtelijke en handeldrijvende steden.
- Geld zorgde voor een grotere en snellere goederenstroom.
- Er ontstonden gilden die regels hadden rondom arbeid voor in de steden.
Steden groeiden, beperkingen gilden waren zichtbaar:
Stadsbewoners waren van toetreding uitgesloten.
Economische regelementen hinderen goederenstromen.
De macht van gilden verminderd, eerste vorm van industriële organisatie ontstaat
(manufactuur).
Manufactuur:
- Arbeid werd in deeltaken verdeeld.
- Loonarbeid neemt toe.
Karl Marx: • Arbeider meer politiek/juridisch vrij
• Vrij van productiemiddelen, afhankelijk van het eigendom van
anderen
Begin van de industrialisatie; de betekenis van concurrentie (marktprincipe) groeit.
Periode tussen traditionele regels en regels van de industriële samenleving economische
arbeidsmarkt: arbeid is een goed, prijs (loon) en hoeveelheid (werk) wordt per dag bepaald.
Arbeiders zijn verwisselbaar
MAAR
↓
Productie nam toe, meer divers van aard er ontstaan complexere taken meer
vraag naar specifieke werknemerskwaliteiten.
↓
- Organisatie van werknemers + marktprincipe
- Nieuwe regels rondom arbeid
Arbeidsmarkt meer institutioneel van karakter
De tegenwoordige arbeidsmarkt
Tegenwoordige participatie aan arbeid:
- Marktwerking
- Invloed van persoonskenmerken
- Institutionele factoren (regelgeving)
Concurrentie vindt plaats binnen een institutioneel kader.
,Regels en structuren worden ontwikkeld op grond van opvattingen over de gewenste
inrichting van de samenleving.
Ongewenste effecten van een vrije ruil van arbeid wordt door de overheid tegen gegaan via
wetgeving.
Verdelingsfunctie van de arbeidsmarkt:
- Stabiele lonen
- Relatief vaste loonverhoudingen
- Werkzekerheid
Internationalisering en beleid (allocatiefunctie):
Beleid dat achterstanden en onevenwichtigheden kan verminderen.
Beleid dat de concurrentie tussen bedrijven of tussen werknemers kan
verhogen/verminderen.
Arbeidsmarkt is geen economische markt (aanbod en vraag komen niet tot een prijs). Je hebt
de loonmarkt en de werkgelegenheids- of allocatiemarkt. Loonniveau wordt buiten de
organisatie bepaald, de concrete arbeid juist op bedrijfsniveau. Wederzijdse
onafhankelijkheid is relatief.
5.3 Theoretische benaderingen
3 benaderingen van de arbeidsmarkt:
1. Neoklassieke benadering
2. Institutionele benadering
3. Conflict theoretische benadering
Brug: efficiëntielonentheorie
Neoklassieke benadering:
- Vraagzijde: bedrijven (productiviteit, loonkosten)
- Aanbodzijde: werknemers (loon, vrije tijd)
“Arbeid is homogeen”
Doel beide partijen: een zo hoog mogelijke winst of nut. Handelen beiden rationeel (voor- en
nadelen).
Evenwicht vraag en aanbod & evenwichtsprijs (loon).
Kritieken (theorieën):
- Human Capital-theorie
o Arbeid is gedifferentieerd door opleiding, scholing en arbeidstraining.
o Arbeidsmarkt is verdeeld in submarkten die veranderen door
scholingsinspanningen.
o Zoektheorie: niet iedereen beschikt over de juiste kennis van de markt.
, - Theorie van de impliciete contracten/transactiekostentheorie
o Onzekerheden worden voor werknemers afgeschermd, ook als dit een lager
loon betekent.
o Werknemers zijn niet altijd op zoek naar een hoger loon.
- Onevenwichtigheidstheorie
o Discrepanties tussen de koopkracht en de capaciteit.
o Er zijn meerdere arbeidsmarkten met afwijkingen van evenwicht(sprijzen).
Institutionele benadering:
Betekenis van normen, regels en structuren voor het functioneren van de arbeidsmarkt staan
centraal.
Loonmarkt
Werkgelegenheidsmarkt
Segmentatietheorieën:
Arbeidsmarkt is verdeeld in 2 delen –
1. Heterogeen, verdeeld in subgroepen, regels beschermen werknemers (goede
arbeidsvoorwaarden).
2. Homogeen, concurrerend, minder beschermde werknemers (loonconcurrentie).
Theorie van de efficiëntielonen:
= efficiency wage theory
Werkgevers betalen lonen boven de (evenwichtige) marktprijs.
Hoger loon = gunstig effect verhouding WG & WN.
Gevolg: hogere productiviteit.
Principaal-agenttheorie
Ongelijkheid in informatie tussen WG & WN.
↓
Nadelen worden opgevangen door agency theory: door beloningsstructuur voelen
werknemers meer motivatie of verantwoordelijkheid.
5.4 Processen op de arbeidsmarkt
- Bedoelde processen
- Onbedoelde processen
Bedoeld: Corrigerend/sturend
Overheidsmaatregelen/strategieën
Onbedoeld: Gevolg externe oorzaken
Een bewuste actie kan ook onbedoelde gevolgen hebben!
De arbeidsmarkt is een speelveld van bedoelde en onbedoelde, individuele en collectieve
handelingen en processen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller engelc. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.