In het document vind je een samenvatting van OWE 3 Gezond Leven.
Hierin staat:
- Neusmaagsonde, Injecteren, wondzorg, act-zwachtelen, verplaatsen binnen grenzen van het bed.
- Model van Lalonde, CVO-cyclus, MBG-methode, stages of change model.
(Neus-maagsonde)
- Hypoallergene voeding: Sondevoeding waar een afwezigheid van stoffen is
vanwege eventuele allergieën van de patiënt.
- ENFIT-systeem: Een in 2015 ontwikkeld systeem voor aansluitmogelijkheid.
- NEX (Nose-Earlobe-Xyphoid): Lengte van de sonde bepalen door van neus
tot oor tot borstbeen na te meten.
(Injecteren)
- Diabetes type 1: Bij 1/10 mensen het geval. Eigen afweersysteem vernielt
cellen (eilandjes van Langerhans) die insuline aanmaken.
- Diabetes type 2: Bij 9/10 mensen het geval. Het lichaam heeft te weinig
insuline en reageert hier niet goed meer op (ongevoeligheid voor insuline).
- Mix-insuline: Combinatie van alle soorten, twee keer per dag voor ontbijt en
avondmaaltijd.
- Humane insuline: Menselijke insuline.
- Analoge insuline: Kunstmatige insuline.
- Hyperglykemie: Te hoge bloedsuiker (hoger dan 9/10 mmol/l)
- Hypoglykemie: Te lage bloedsuiker (lager dan 4 mmol/l)
- Comorbiditeit: De cliënt heeft twee of meerdere stoornissen tegelijkertijd.
- EPA: Ernstige psychiatrische aandoening (1/6 mensen met diabetes 2).
- AST (Alternative Site Testing): Andere plek prikken vanwege angst voor
injecteren (alleen als cliënt nuchter is + minimaal 2 uur na laatste maaltijd).
- Lipodystrofie: Verandering onderhuids vetweefsel door injecteren van
insuline.
- Hypertrofie: Verdikkingen/verhardingen in de huid.
- Atrofie: Putjes en verdiepingen in de huid.
(Wondzorg)
Epidermis: Opperhuis
Dermis: Lederhuid
Subcutis/hypodermis: Onderhuids bindweefsel
Cutis: Epidermis + dermis
Primaire wondgenezing: Eenvoudige genezingsvorm waarbij wond niet
ontstoken is.
Secundaire wondgenezing: Gecompliceerde genezingsvorm waarbij
wondranden niet tegen elkaar aan liggen en de wond moet dichtgroeien vanuit
de onderkant van de wond.
Debris: Dode cellen en micro-organismen.
Granulatieweefsel: Nieuw weefsel dat oud weefsel vervangt in de 2 e fase van
wondgenezing.
, Fibrinebeslag: Fibrine is een eiwit die een korstje creëert. Dit ‘beslag’ zit te
diep in de huid en moet worden verwijdert.
Necrotisch: Afgestorven weefsel (bij bijvoorbeeld een zwarte wond).
NaCl 0,9%: Opgelost zout
Wonddrains: Gesloten systeem dat bestaat uit een katheter, toevoerslang en
afvoersysteem dat tijdens een operatie op de wond wordt geplaatst. Bloed en
weefselvocht wordt door de katheter opgezogen.
Drainzakje: Wonddrain waarbij vocht terecht komt in een zakje.
Redondrain: Wonddrain waarbij vocht terecht komt in een redonfles (fles
moet vacuüm zijn).
Stitch cutter: Mesje dat gebruikt wordt bij het verwijderen van hechtingen.
Agrafetang: Verwijderd agrafen (duwt wondranden tegen elkaar).
Granulerende wond: Rode vochtige wond (hoeft niet gespoeld te worden).
(ACT-zwachtelen, ambulante compressietherapie)
- Ulcus crusis venosum: open been
Varices: spataderen
Erysipelas: wondroos
Arteriële insufficiëntie: slecht werkende slagaderen.
EAI: enkel-/armindex
Occlusie: verstopping
Pitting test: 30 seconden huid indrukken. Is er een putje? Dan sprake van
oedeem.
CBO-methode: beenvolgend gezwachteld (vorm van het been bepaald
afrollen van de zwachtel).
Verplaatsen buiten de grenzen van het bed:
Dynamische belasting: treedt op wanneer je zichtbaar in beweging bent.
Statische belasting: treedt op wanneer je langdurig in dezelfde houding werkt.
Praktijkrichtlijnen buiten de grenzen van het bed zijn:
1. Niet meer dan 23kg tillen
2. Niet meer dan 15kg per hand tillen (25kg per twee handen)
3. Niet meer dan 5kg trekken met kracht vanuit de vingers
Hulpmiddelen:
1. Sta-opstoel (kantelen omhoog/omlaag zodat zorgvrager makkelijker
opstaat).
2. Trilriem (heupband met lussen zodat zorgvrager makkelijker opstaat).
3. Draaischrijf (twee schijven die van elkaar afdraaien wat helpt met
draaien zorgvrager).
4. Sta-ophulp draaischijf (draaischijf met handvat zodat zorgvrager kan
steunen).
5. Rollator (stabiliteit tijdens lopen).
6. Rolstoel (met handen voortbewegen).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller imctjanssen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.71. You're not tied to anything after your purchase.