Business Fundamentals
Hoofdstuk 1: Business model canvas
Business model: het model volgens waar een business opereert, het is een manier om je zaken te
structureren.
Business model canvas: het is een tool/manier dat we gaan gebruiken om een business te beschrijven;
dit om een inzicht te krijgen in het bedrijf. Via deze tool kan je makkelijk bedrijven vergelijken.
Een business of een onderneming is een organisatie die:
Tracht waarde te creëren voor de klant.
o Voorbeeld bakker: de waarde voor de klant is voeding.
Probeert om hiermee geld te verdienen.
o Voorbeeld bakker: het inkomen is de prijs van het brood,…
Hoe het business model beschrijven? Via het business model canvas van Alexander Osterwalder.
Het business model canvas kan opgedeeld worden in stukjes die onderdeel zijn van het bedrijf met elk
hun eigen bouwstenen:
Frontoffice: de kant die de klant ziet.
o Customer segments (klantsegmenten) = de verschillende groepen/organisaties die je
wenst te bedienen.
- Een klantsegment wordt gevormd door een groep consumenten met een aantal
gemeenschappelijke kenmerken.
- Klanten behoren tot verschillende segmenten wanneer
Hun behoeften een apart aanbod nodig hebben; voorbeeld Hello Fresh
met hun verschillende soorten boxen.
Ze via verschillende distributiekanalen bereikt moeten worden;
voorbeeld van online of fysiek je reis boeken.
Ze een verschillend type relatie met de aanbieder hebben.
Hun winstgevendheid sterk verschilt; 20/80 regel = Brussel Airlines haalt
80% van hun winst uit 20% van hun mensen, dit is via de business- en
eerste klasse.
Ze bereid zijn voor verschillende aspecten van het aanbod te betalen;
voorbeeld van play sports, je betaalt meer voor extra service.
o Value propositions (waarde propositie) = welke behoefte of welk probleem van de klant
zal de organisatie via haar aanbod vervullen/oplossen?
- Behoeftes/problemen klant > < aanbod.
- De waarde propositie kan kwantitatief of kwalitatief zijn.
- Innovative (= vernieuwend: play sports) / disruptive (= marktverstoring: de
metro krant gratis aanbieden).
- Similar/ existing market offers (= bestaande marktzaken) + added features/
attributes (= er iets aan toevoegen).
1|Page
, o Channels (kanalen) = hoe communiceert de onderneming met haar klanten? + welke
distributie- verkoopkanalen gebruikt de onderneming?
o Customer relationships (klantrelaties) = hoe wordt de relatie met de klant
onderhouden?
- Persoonlijke assistentie.
- Persoonlijke contactpersoon.
- Self service.
- Geautomatiseerde bediening.
- Communities.
- Cocreatie.
- Doel van klantrelaties:
Aanwerven.
Behouden.
Upselling: aan bestaande klanten iets meer proberen te verkopen.
Match met: verwachtingen klanten – kosten – integratie overige
onderdelen van het business model.
o Revenue streams (inkomstenstromen) = hoe verwerft de onderneming inkomsten uit de
verschillende klantsegmenten?
- Twee soorten inkomstenstromen:
Eenmalige transactie-inkomsten.
Terugkerende inkomsten.
- Hoe de inkomstenstroom genereren?
Verkoop van een product of dienst; voorbeeld je betaalt zoveel euro
voor een brood.
Bij een gebruiksvergoeding is er een mogelijkheid om het gratis te
kunnen gebruiken; voorbeeld Spotify.
Abonnementsgeld; voorbeeld Basic-Fit.
Verhuur/lease.
Licenties; voorbeeld Mc Donalds: zij zijn niet zo rijk door eten te
verkopen, maar omdat ze overal ter wereld te vinden zijn en al de
restaurants bezitten.
Advertenties.
2|Page
, Backoffice: de kan die de klant NIET ziet.
o Key sources (kernmiddelen) = welke middelen heeft de onderneming nodig om het
aanbod mogelijk te maken?
- Fysische: je kan het vast pakken.
- Intellectuele: voorbeeld = eigendomsrechten.
- Menselijke: je hebt mensen nodig die werken.
- Financiële: geld is nodig.
- Welke kernmiddelen zijn nodig voor de ontwikkeling van: waardepropositie,
kanalen, klantenrelaties en inkomstengeneratie.
o Key activities (kernactiviteiten) = welke activiteiten moeten worden uitgevoerd om de
onderneming te laten werken?
- Welke kernactiviteiten zijn nodig voor de ontwikkeling van: waardepropositie,
kanalen, klantenrelaties en inkomstengeneratie.
o Key partnerships (kernpartners = welke activiteiten zal de onderneming niet zelf
uitvoeren maar outsourcen naar partners? + wie zijn de kernpartners?
- Leveranciers en partners:
Welke organisaties leveren een bijdrage aan de kern van je business
model?
Wie zijn je kernleveranciers?
Welke kernactiviteiten worden door de partners uitgevoerd.
o Cost structure (kostenstructuur) = hoe is de verdeling variabele kosten vs. vaste kosten?
- Wat zijn de belangrijkste kosten?
- Soorten kosten:
Vaste kost: een kost waar je niks aan kan doen; voorbeeld van huur.
Variabele kost: een kost die verschilt aan de hoeveelheid die je verkoopt;
voorbeeld van graan = je hebt minder graan nodig als je minder bakt.
- Welke kernmiddelen zijn het duurst?
- 2 business modellen op het vlak van kosten:
Cost driven: kostenleiderschap (= je gaat voor de kost, goedkoop).
Value driven: differentiatie (= je kijkt niet naar de kost, maar naar de
waarde).
3|Page
, Hoofdstuk 2: Value proposition canvas
Afhankelijk van je klantsegment ga je een andere value (bouwblok) hebben:
Observe (rondje): het observeren van de klanten en ze te omschrijven.
Design (vierkant): dit ga je zelf moeten maken, je moet een waarde bedenken die bij je klanten
past. Als je je design zo goed mogelijk afstemt op je klanten, dan ben je succesvol.
Customer profile – customer jobs: wat willen klanten gedaan krijgen in hun werksfeer en hun
privéleven?
Functionele jobs:
o Een taak uitvoeren.
o Een probleem oplossen.
Sociale jobs:
o Reputatie gebonden.
Emotionele jobs:
o Gemoedstoestand.
Customer profile – customer pains: welke problemen ondervindt de klant bij de uitvoering van de job?
Customer profile – customer gains: welke voordelen zoekt de klant? (Bv: bij de NMBS kan je op je gemak
zitten, je moet niet zelf sturen).
Waardepropositie = welk voordeel zal de klant ondervinden bij jouw product/dienst?
A value proposition creates value for a customer segment through a distinct mix of products and
services catering to that segment’s needs.
Elementen die bijdragen tot waardecreatie:
Nieuw: we didn’t know we needed this product, simply because it didn’t excist.
Prestatie: sneller, zuiniger,…
Maatwerk.
Getting the job done.
Design: uniek, looks, ecologisch, ergonomisch,…
Merk/status.
Prijs/kosten reducerend = zelfde waarde voor een lagere prijs; dit kan een enorme invloed
hebben op het business model van een sector.
Risico reducerend.
Toegankelijkheid.
Gebruiksgemak.
4|Page
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannahjanssens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.