Towards the circular economy: economic and business rationale for an accelerated transition
H1. The limits of linear consumption
Door de evolutie en diversificatie van onze economie bestaat deze alleen maar uit het lineaire
patroon, ook wel het take-make-dispose model genoemd. Bedrijven extraheren materialen,
produceren een product en verkopen deze aan een consument, die deze weggooit als het niet meer
van toepassing is. Dit zorgt voor een hoog verbruik en blootstelling aan risico’s (hoge bronprijzen).
Niet alleen de prijzen stijgen maar ook de volatiliteit (beweeglijkheid) op de markt van metalen,
voedsel en non-food wordt steeds groter. Met steeds meer verstedelijking en moeilijke locaties voor
de winning van hulpbronnen als gevolg. De circulaire economie is een industriële economie die
herstellend is door intentie en ontwerp. Producten zijn ontworpen voor hergebruik, demontage of
recycling om de winning uit bronnen (de basis van economische groei) te beperken (asset tracking).
Oneindige bronnen zoals arbeid nemen een leidende positie in, om de onevenwichtigheden in vraag
en aanbod van hulpbronnen tegen te gaan. Kortom, het gebruik aan materialen (input) moet worden
verminderd door efficiënter met het eindproduct (output) om te gaan.
Dit hergebruik is nooit een prioriteit geweest, omdat de prijzen in de vorige eeuw laag waren en men
voldoende middelen uit de grond kon winnen voor nieuwe producten en services. Dit lineaire
patroon brengt veel bronverliezen met zich mee, zoals: afval in de productieketen (verloren
materialen in de keten tussen mijnbouw en in verschillende stappen van het productieproces),
afgedankte afvalstoffen (een klein deel van het afval wordt hergebruikt en vaak alleen van een grote
groep dezelfde (homogene) producten), energieverbruik (hergebruik bespaart meer energie dan
verwijdering van het product, het meeste energie wordt verbruikt in het begin van de keten bij het
extraheren en omzetten van grondstoffen) en erosie van ecosysteemdiensten (het afbrokkelen van
de voordelen die uit ecosystemen afkomstig zijn, die het welzijn ondersteunen en verbeteren zoals
bossen). Kortom, de mens consumeert meer dan de ecosystemen van de aarde kunnen produceren.
Verschillende factoren hebben de grondstofprijzen en volatiliteit de afgelopen jaren beïnvloed: de
toename in de vraag naar veel metalen (een extra product produceren kost relatief veel waardoor er
onevenredige prijsverschuivingen voorkomen), de uitputting van reserves door technologie die
kwetsbaar zijn voor verstoringen, weers- en politieke patronen; en innovatie op financiële markten
met nieuwe investeerders die toegang tot de grondstoffenmarkt hebben gekregen. Hoge prijzen en
veel volatiliteit verzwakken de economische groei (pieken in de inputkosten van producten, de
concurrentie verhindert bedrijven hun inputkosten te compenseren met hogere verkoopprijzen en
met meer volatiliteit wordt het afdekken van risico’s ook steeds duurder met hedging).
Zullen deze prijsstijgingen doorzetten en hoe moet men in de toekomst zichzelf van hulpbronnen
voorzien? Demografische trends, er komen steeds meer mensen in de middenklasse op de wereld als
de economische groei blijft doorzetten en hierdoor zal de vraag naar hulpbronnen snel toenemen.
Infrastructuur behoeften, deze moet worden uitgebreid voor een grotere bevolking maar ook om
nieuwe locaties van hulpbronnen te ontdekken. Er bestaan nog nieuwe reserves, maar het extraheren
zal met steeds meer moeite gaan en dus nieuwe technologie vereisen. Politieke risico’s, sommige
producten zijn kwetsbaar voor politieke wendingen en problemen. Deze risico’s leiden ook vaak tot
kartels, subsidies en handelsbelemmeringen die schaarste veroorzaken en prijzen verhogen.
Globalisatie in de markt, door de toenemende globalisatie kunnen regionale stijgingen snel
internationaal worden en veel problemen veroorzaken. Klimaat, sommige industrieën kunnen tijdelijk
worden verstoord door het klimaat zoals water- en landbouw. De klimaatverandering beperkt de
winning van grondstoffen en vergroot daarmee de onzekerheid en de prijzen.
Een aantal individuele bedrijven zijn al begonnen met het tegengaan van de negatieve effecten van
het lineaire model, maar dit is nog beperkt en de huidige systemen zijn er niet juist voor ingericht.
Het verplaatsen naar een circulair model brengt economische en milieuvriendelijke voordelen mee,
zodat het natuurlijk kapitaal kan herstellen voor het leveren van een bijdrage aan ons leven.
, H2. From linear to circular
Het take-make-dispose model is (alleen) geschikt voor grote hoeveelheden gemakkelijk toegankelijke
bronnen, grondstoffen en energie. Alleen het minder verbruiken van deze bronnen lost het probleem
van een uitputtelijke voorraad niet op, het gehele systeem moet worden veranderd naar het idee van
een circulaire economie. Deze manier van leven streeft naar het verbeteren van het gehele systeem,
niet alleen de componenten (design to fit). Het beheert de materiaalstromen, te weten de
biologische voedingsstoffen (stoffen die de natuur weer veilig in kunnen en het natuurlijk kapitaal
opbouwen) en technische voedingsstoffen (circuleren snel maar gaan niet terug de natuur in).
Producenten verkopen in een circulaire economie niet het product zelf, maar het gebruik ervan (geen
eenrichtingsverbruik meer). Hergebruik is niet langer een teken van schaarste of armoede, maar van
slim management en goed gebruik van hulpbronnen.
De circulaire economie is gebaseerd op een aantal principes. Ten eerste afval ontwerpen, als de
biologische en technische voedingsstoffen zo worden ontworpen dat ze kunnen blijven cirkelen in de
materiaalstromen ontstaat er geen afval of verspilling. Ten tweede bouw veerkracht door diversiteit,
circulaire systemen met veel verbindingen, veelzijdigheid en aanpasbaar vermogen zijn
veerkrachtiger dan lineaire systemen die alleen bestaan uit maximale doorvoer en onstabiliteit. Ten
derde vertrouw op energie uit herbruikbare bronnen, elk systeem moet zich richten op de energie
en grondstoffen die ontstaan in het begin van het productieproces. Vervolgens denk in systemen, het
vermogen om te begrijpen hoe onderdelen elkaar en het geheel beïnvloeden is van groot belang. Het
wordt niet langer beperkt tot een bepaalde focus op de korte termijn. Ten slotte afval is voedsel,
biologische voedingsstoffen kunnen zonder schade worden teruggezet in de natuur en technische
voedingsstoffen met verbeteringen in de kwaliteit (up-cycling) ook. Een verschuiving van technische
naar biologische voedingsstoffen vindt plaats, die vervolgens door de economie blijven cirkelen.
* Begrippen uit de afbeelding worden op de volgende pagina toegelicht.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aderuijterx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.