100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting midterm 2023/2024 inleiding constitutioneel recht TLS $6.38
Add to cart

Summary

Samenvatting midterm 2023/2024 inleiding constitutioneel recht TLS

 27 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle stof (thema 1 t/m 4 ) voor de midterm op 23 oktober 2023. De samenvatting bestaat uit de aantekeningen van de hoorcolleges, aangevuld met de rest van de relevante stof.

Preview 3 out of 20  pages

  • October 5, 2023
  • 20
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Inleiding Constitutioneel Recht

HC 1a: Inleiding constitutioneel recht, machtsverdeling en democratie (deel 1)

Kwestie: Ben ik autonoom (of kan ik dat worden)? (van de overheid)

We houden ons als burgers aan regels van overheid wegens:
 Geweldsmonopolie van overheid/risico op boetes
 Eigenbelang (je wil onderdeel zijn van een structuur, een organisatie die de dingen
goed regelt).
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het rechtsgebied
Constitutioneel recht (= staatsrecht): waarom de overheid, welke regels mag maken voor
ons & waarom wij ons hier als burgers aan moeten houden.
- Onderdeel van publiekrecht.
- Gaat over de organisatie van de overheid/staat; relatie tussen overheid en burger.
- Over werkwijze en organisatie van zowel centrale als decentrale overheidsorganen.

Overheid bestaat uit 3 machten (Trias Politica in Nederland):




Organieke wetten: over organisatie van de overheid.
- In opdracht van de Grondwet gemaakt (zoals kieswet en gemeentewet).

Constitutionele gewoonten: ongeschreven regels (zoals vertrouwen in de overheid).

Constitutie: geheel aan staatsrechtelijke regels (om een land te laten functioneren).
- Kan met of zonder Grondwet (dat is er slechts een deel van).

Publiekrecht: recht van de overheid, overheidsorganen en overheidsbevoegdheden.
- Overheid kan eenzijdig rechtsgevolgen stellen  via eenzijdig bindende besluiten: er
is geen instemming van het volk nodig, men moet zich eraan houden.

Binnen het constitutionele recht zijn er twee soorten handelingen:
- Feitelijke handelingen: beogen geen rechtsgevolg (bijv. openbreken van weg).
- Rechtshandelingen: beogen wel een rechtsgevolg. Kan publiek- of privaatrechtelijk.
 Publiekrechtelijk: uitbrengen van eenzijdig bindende besluiten (zoals wet).
 Privaatrechtelijk: handelingen door overheid in kader van privaatrecht voor het
functioneren van de overheid (zoals kantoorartikelen aanschaffen voor 2e Kamer).

Staat: een organisatie die, met voorrang boven andere organisaties, effectief gezag uitoefent
over een gemeenschap van mensen binnen een bepaald grondgebied.
- Kenmerken zijn: grond, gezag, volk en regering (door een organisatie).
- Gezag kan bij één persoon liggen (absolutisme) of bij gekozen groep (democratie).
- Staatsvorm is de manier waarop een staat is ingericht.

,Ontwikkeling staatsrecht en democratie
Eerst bestond de theocratische staatsopvatting: vorst is soeverein (alleenheerser) en regeert
in naam van God, die bron is van al het recht. (Is gebaseerd op Augustinus).
- Vorst is zelf niet gebonden aan het recht.
- Geen zelfstandige rechten en vrijheden voor burgers.
- Twijfel aan staatsgezag niet mogelijk, want vloeide voort uit hoogste bron: God.

Daarna ontstond feodale staat: vorst leent grond aan onderdanen, die de grond nodig
hadden voor voeding en belasting betaalden aan vorst zodat hij daarvan het leger kon
betalen (en zo het volk beschermen).
- Wederzijdse afhankelijkheden tussen vorst & leenmannen. Vloeiden voort uit natuur-
recht: onveranderlijke, uit natuur voortvloeiende rechtsbeginselen.
 Thomas van Aquino stelde dat de regels van natuurrecht deels nog wel religieus
geïnspireerd waren, maar minder absoluut van karakter waren dan eerst.

Vervolgens absolutisme door meer oorlogen, omdat vorsten meer grond wilden. Gevolg was
grote koninkrijken met één centrale heerser, waardoor meer afstand tussen vorst en volk.
- Absolute vorm van staatsgezag werd gerechtvaardigd door Jean Bodin die wees op
het belang van soevereiniteit: de concentratie van macht op één plek.
- Lodewijk XIV: ‘L’état c’est moi’  wat in zijn belang was, was ook in belang van staat.
- Leidde tot machtsmisbruik, waardoor behoefte kwam aan model waarbij de macht
niet bij één persoon lag  ontstaan van de klassiek-liberale rechtsstaat.
 Belangrijke grondleggers: Montesquieu en Rousseau.

Beginselen van (klassiek-liberale) rechtsstaat (die alleen de individuele vrijheid waarborgt):
1. Legaliteitsbeginsel (zie verderop) (formeel)
2. Machtenscheiding (zie verderop) (formeel)
3. Grondrechten (met mens verbonden & kan niet
zomaar afstand van worden gedaan) (materieel)
 Klassiek: vrijheden beschermen door
voorkomen van overheidsinmenging.
 Sociaal: overheid juist verplichten in te
grijpen ten behoeve van zelfontplooiing.
4. Rechterlijke controle (biedt bescherming tegen willekeurig en onrechtmatig over-
heidsoptreden  art. 117 Gw) (formeel).
Democratische rechtsstaat: bovengenoemde beginselen (rechtsstaat) + democratiebeginsel
(zie verderop).
- Rechtsspraak volgens wetten die zijn uitgevaardigd door gekozen volksvertegenwoor-
diging en de regering.
Sociale rechtsstaat zet zich ook in voor gelijkheid tussen burgers en biedt bestaanszekerheid.
Er is dan sprake van een verzorgingsstaat (i.p.v. nachtwakersstaat).
- Gelijkheid door bijv. algemeen kiesrecht en overheidsinterventie voor gelijke kansen.

Rechtsstaat: overheid is bij haar handelen gebonden aan het recht.
- Kenmerken zijn: absolute werking van wetgeving, onderwerping van uitvoerende
macht aan wetgeving, toegang tot rechter voor rechtsbescherming, toepassing van
wetgeving zonder aanziens des persoons & schepping van systematische rechtsorde.

, HC 1b: Inleiding constitutioneel recht, machtsverdeling en democratie (deel 2)

Kwestie: Demonstraties op de A12 (tegen subsidies voor fossiele brandstoffen)

Deze demonstraties zijn niet legaal  je beperkt anderen en hebt geen toestemming van de
burgermeester, hoewel je wel je mening mag uitspreken (je hebt demonstratierecht).
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Legaliteitsbeginsel: al het overheidsoptreden dat inbreuk maakt op de vrijheid van burgers
moet berusten op een wettelijke grondslag (wet in formele zin of Gw) en worden uitge-
oefend binnen de grenzen van het recht.
- Vrijheid is hoofdregel, beperking de uitzondering.
- Beperkingen in positief recht.
- ‘Wet’: eisen aan oorsprong (wetgevend orgaan) + inhoud (rechtszekerheid en
rechtsgelijkheid)
- Denk aan coronamaatregelen  geen democratische controle en er kwam een
coronawet die formeel was en het legaliteitsbeginsel werd dus pas later gevolgd.

Machtenscheiding
Verticale machtenscheiding: verdeling van machten op verschillende niveaus  macht
wordt gespreid over hogere en lagere overheden (dus centrale en decentrale organen).
- Spreiding over het rijk, provincies en gemeenten.
Horizontale machtenscheiding: waarborgt vrijheid burgers door verdeling overheidsmacht
over meerdere overheidsambten, dus niet in de handen van één partij/persoon.
- Horizontaal omdat machten gelijk zijn, staan op gelijke hoogte.
- Wetgevende, uitvoerende (bestuur) & rechtsprekende macht.
- Verschillende varianten; steeds in ontwikkeling.

De machtenscheiding is niet zuiver/waterdicht in NL, er is eerder ‘spreiding der machten’:
- Wetgevende macht in handen van regering én Staten-Generaal (art. 81 Gw);
- Uitvoerende macht heeft bijv. zelfstandige bevoegdheid materiële wet- en
regelgeving via AMvB’s (art. 89 Gw);
- Rechterlijke macht is onafhankelijk, maar benoemd door regering (art. 117 lid 1 Gw)
en gebonden aan het recht.
- Ministers (uitvoerende macht) kunnen ter verantwoording worden geroepen door
het parlement (wetgevende macht), want politieke ministeriële verantwoordelijkheid.
- Machtenscheiding  machtsevenwicht.

Er is een systeem van checks and balances  evenwicht en controle (wetsartikelen in ppt):
- Rechterlijke macht: controleert wetgever en toetst wetgeving aan hoger recht, of
besluiten in overeenstemming zijn met legaliteitsvereiste.
- Staten-Generaal: controleren regering m.b.v. bijv. moties
- (Politieke) ministeriële verantwoordelijkheid (art. 42 lid 2 Gw)  vertrouwensregel:
kamer die geen vertrouwen meer heeft in kabinet of individuele bewindslieden kan
motie van wantrouwen aannemen en dwingen tot aftreden.
- Voorkomt dat één van de machten overheersend kan worden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nathalie5. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.38. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51683 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.38
  • (0)
Add to cart
Added