- Dia 8: Het pigmentblad heeft een aantal functies zoals de fotoreceptoren
onderhouden, vocht wegpompen tussen de retina en pigmentblad, … .
Wanneer er een obstructie is in de bloedvoorziening , zijn er gelukkig genoeg
collateralen om het bloed er langs een andere weg te krijgen.
Fluoresceïne intraveneus worden geïnjecteerd om een idee te krijgen over de
bloedvoorziening.
De ogen zijn een uitstulping van de hersenen dus ook hier is er een barrière,
namelijk de bloed-retina-barrière. Deze wordt gevormd door tight junctions
aan de rand van het retinaepitheel. Aangezien de choriocapillaris bestaat uit
gefenestreerd endotheel, is het het retinaal pigment epitheel, dat het buitenste
oppervlak van de neurale retina scheidt van de choriocapillaris, dat hier de BRB
vormt.
- Dia 9: Thv de macula is er zicht van details en kleuren en zijn de receptieve
velden zeer klein. In de perifere retina zijn de receptieve velden veel groter,
waardoor er ook een veel groter letsel nodig is, vooraleer het opgemerkt wordt
(itt macula).
Als er thv de arteriolen een embool / obstructie is, zal het deel perifeer van deze
obstructie ischemisch worden en zijn functie verliezen.
Thv bloedvaten van binnenste retina ligt een bloed-retina-barrière. Een
normaal retinaal bloedvat is ondoorlaatbaar voor oa fluoresceïne.
- Dia 10: Iemand met retina probleem zal minder kleurzicht hebben. Een
metamorfosie is een vervormd beeld door opheffing van de retina.
- Dia 12: Hier zien we verschillende beelden van een normale fundus. De fundus is
het netvlies in het inwendige oog (achterkant van het oog). Bij melanodermen
(mensen met donkere huid) zit er veel pigmentatie in de choroïdea, waardoor de
fundus donkerder is.
- Dia 13: Het risico bij een fluorosceïne angiografie is beperkt, maar moet wel
steeds vermeld worden aangezien een allergische reactie heel zelden toch
optreedt. Men gaat de retina exciteren door belichting met blauw licht, en daarna
kan men het angiogram opnemen aangezien de retina het licht terug emitteert
als groen licht.
- Dia 14: In afbeelding 2 zien we op de achtergrond een soort matglaseffect, dat
snel homogeen wordt, zoals we zien in afbeelding 3 en 4. De kleurstof komt
binnen en gaat snel alles homogeen aankleuren. We zien in afbeelding 2 de
retinale arteriolen die aangekleurd zijn, en in afbeelding 4 zijn zowel de
arteriolen en venulen gekleurd.
- Dia 15: Indocyanine groen kan penetreren in melanine dus wordt voornamelijk
gebruikt voor het opsporen van chorioidale pathologie.
De bovenste twee afbeeldingen zijn een voorbeeld van een onderzoek met
, fluoresceïne, en de onderste twee zijn een voorbeeld van een ICG. We zien op het
ICG duidelijk dat bepaalde delen niet van bloed worden voorzien.
- Dia 17: Een OCT gaat men gebruiken om de macula en de papil te bekijken.
De fovea is het dunste deel van de retina, aangezien hier de kernen van de
bipolaire cellen en ganglioncellen zijn opzij gedrukt.
- Dia 18: In vele retinale aandoeningen treden gelijkaardige reacties op.
- Dia 19: Normaal zijn bloedvaten volledig transparant maar als er schedevorming
optreedt, is de wand verdikt en worden de bloedvaten opaak. We zien hier
duidelijk de schedevorming thv het witte horizontale vat. Het witte vat loopt naar
de venule. Door de schedevorming is het mogelijk dat men jaren later, wanneer er
een opgelost probleem is geweest, de plaats van retinale veneuze trombose nog
wel kan lokaliseren.
- Dia 20: Intra-retinale bloedingen kunnen verschillende modellen hebben. Als
de bloeding tussen de diepere retinale structuren ligt, gaat men meer vlekkerige
bloedingen hebben die lijken op inktachtige vlekken (bovenaan). Als de
bloedingen meer oppervlakkig thv de retina liggen, zullen ze meer vlamvormig
zijn.
Onderaan zien we witte vlekken (“katoenplukken”).
- Dia 21: We zien vele witte katoenplukken. Deze wijzen erop dat er thv
capillairen, die zenuwlaag moeten bevloeien, kleine infarctjes zijn opgetreden.
Deze infarctjes veroorzaken een obstructie in de axoplasmaflow, waardoor het
axoplasma gaat opstapelen en de zenuwvezeltjes gaan uitzetten. Dit geeft het
beeld van cotton-wools.
- Dia 22: Op de linker afbeelding zien we witachtig, gele veranderingen; dit zijn
exsudaten. Exsudaten zijn een opstapeling van lipoproteïnen en lipiden die
buiten het bloedvat terecht gekomen zijn.
De middelste afbeelding is een vroeg plaatje van een fluoresceïne angiografie en
rechts is een laat plaatje. Rechts zien we wolkjes van de kleurstof en dit wijst erop
dat de BRB beschadigd is.
Als er schade is thv de BRB, kunnen er vocht en lipoproteïnen uittreden.
Opstapelingen van lipoproteïne in het netvlies ligt meestal aan rand van de
lekkagehaard.
- Dia 23: Er is in ons lichaam mogelijkheid tot neovascularisatie. Deze vorming
van nieuwe bloedvaten kan gunstig zijn, maar ook ongunstig, zoals bijvoorbeeld
bij kanker. Bij ischemie speelt neovascularisatie een belangrijke rol. Ischemie
ontstaat doordat bloedvaten niet meer doorbloed worden en het zal
neovascularisatie in de hand werken. Dit gebeurt doordat er vasoproliferatieve
factoren worden afgescheiden door het ischemisch weefsel. Thv de retina gaat de
ischemie hierdoor echter niet verdwijnen omdat de nieuwe bloedvaten niet
intra-, maar preretinaal worden aangelegd; men spreekt van preretinale
neovascularisatie. De nieuwe bloedvaten hebben geen tight junctions,
waardoor ze lek zijn. Daarnaast brengt de vasoproliferatie naast nieuwe
bloedvaten ook fibreus weefsel met zich mee. Dit fibreus weefsel zorgt voor
littekenvorming, en dit kan door vitreoretinale tractie aanleiding geven tot
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vvdgeneeskunde1993. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.