100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
8. Les 5 nov – Oogleden $5.93
Add to cart

Class notes

8. Les 5 nov – Oogleden

 107 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Zeer uitgebreide notities van de hoorcolleges van oogheelkunde (3e bachelor geneeskunde, Universiteit Antwerpen). 18/20 gehaald met deze nota's.

Preview 2 out of 6  pages

  • October 5, 2017
  • 6
  • 2015/2016
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
Les 5 nov – Oogleden

- Dia 1: Referentie boek: Stilma p 143-172.
Het traanvocht is ook heel belangrijk voor de ogen.
- Dia 2: Als men de huid wegneemt, komt men op op spiermassa terecht.
o M frontalis: Deze maakt dat we ons voorhoofd kunnen fronsen
o M preseptale, M pretarsale en M orbicularis: Dit zijn de ringspieren
van de oogleden zelf.
Als we deze spieren wegnemen, komen we op het orbitale septum en de
laterale en mediale canthale ligamenten terecht. Het septum belet dat de
structuren in de orbita holte naar buiten komen.
!!! Bij veroudering ziet men vaak dat mensen dikke zakken onder hun oogleden
hebben. Dit komt doordat het septum / membraan te zwak is geworden en niet
meer de kracht heeft om intraorbitale vet tegen te houden.
Als de laterale en mediale ligamenten loskomen, gaan de oogleden afhangen en
dan is de architectuur verloren. Deze structuren zijn dus heel belangrijk.
Thv de oogleden liggen de superieure en inferieure tarsale platen, welke
gevoeld kunnen worden. Deze structuren geven vorm en constistensie aan dat
deel van het ooglid, dat naar boven en beneden beweegt bij het knipperen.
Knipperen zorgt voor een verspreiding van vocht over het oog.
- Dia 3: De traanklier is heel actief en moet goed beschermd worden, zodat hij
goed en lang zijn werk kan uitvoeren. De traanklier wordt berschermd door bot.
Bij elke knipperbeweging wordt er vocht gesecreteerd door de traanklier, om de
cornea te bevloeiien. De traanzak of lacrimale zak zorgt voor afvoer van tranen.
- Dia 4: Net op/boven de tarsus ligt de aponeurosis van het ooglid. De M levator
palpebrae superior insereert op deze aponeurose, waardoor deze een
fibrotische continuïteit van de spier vormt. De tarsus zelf gaat over in een spier,
namelijk de Mullerse spier, welke ook gaat overlopen in M levator palpebrae
superior. Deze opbouw zorgt ervoor dat wanneer je naar boven kijkt, het ooglid
meegaat; de M rectus superior en M levator palpebrae gaan samenwerken.
!!! Als deze 2 niet samen zouden werken, dan zou het ooglid niet mee omhoog bij
het naar boven kijken, en zou men helemaal niet naar boven kunnen kijken.
Boven deze spieren ligt orbitaal vet, dat tegengehouden wordt door een septum.
De oogleden en de orbita ruimte liggen recht naast de sinussen, en kunnen
schade oplopen bij een sinusitis.
Bij elke knipperbeweging zal het bovenste ooglid het oog bedeken, en zal het
onderste ooglid bewegen als een rups om de tranen in de traanzak te krijgen.
!!! Bij veel huilen krijgt men een lopende neus, doordat er een verbinding is
tussen de neus en het traankanaal. Nadien zal men ook pikkende ogen hebben.
Aan de rand van de oogleden zijn er naast wimpers en talgklieren ook kleine
puntjes te zien, welke uitmondingen zijn van vetsecreterende kliertjes (=
Kliertjes van Meibomius). Tijdens het huilen zal er vet worden aangemaakt, en

, tranen zijn niet genoeg afgestemd op de zuurtegraad van vet en daardoor zullen
de ogen pikken.
- Dia 5: De samenwerking tussen de M rectus inferior en het onderste ooglid is
gelijkaardig, maar is iets minder ontwikkeld.
Aan de binnenkant van het onderste ooglid ligt het onderste punctum
lacrimale. Hierlangs (en langs het bovenste punctum lacrimale) kunnen
overtollige tranen, die dienen om de cornea te bevochtigen, worden afgevoerd
naar de traanzak. Een belangrijke functie van het onderste ooglid is dan ook het
maken van een laterale beweging zoals een rups, om traanvocht in de nasale put
te krijgen.
- Dia 7: Een epicanthus lijkt op een soort 3de ooglid dat mediaal gelegen is. Deze
plooi gaat verdwijnen bij het groeien van de neus.
!!! De oogstand van het kindje is normaal (het kijkt niet scheel) want we zien dat
de lichtreflexen op dezelfde plek op de pupil vallen. Door de bilaterale epicanthus
denken ouders echter vaak dat het kindje wel scheelkijkt; men spreekt van een
pseudostrabisme.
- Dia 8: Sommige kinderen worden geboren met een coloboma van het bovenste
ooglid. Baby’s wenen veel waardoor het oog op jonge leeftijd nat blijft, maar
naarmate kinderen ouder worden neemt het wenen af en dan zou het oog
uitdrogen. Daarom is het essentieel dat men dit herstelt.
- Dia 9: Hier zien we een kindje met een bilaterale phymosis (= vernauwing) van
de oogleden. Er is een reëel gevaar voor ontwikkeling van deprivatie
ambyopie.Bij sommige kinderen is er een geen oogbol aanwezig, dus vooraleer
men dit begint te herstellen moet men mbv transpalpebrale echo nagaan wat er
achter de oogleden ligt. Het herstel is een lange weg.
- Dia 10: Men heeft hier een artificiële plooi gemaakt in het bovenste ooglid,
mbv een draad die niet absorbeert. Deze draad heeft men vast genaaid aan het
voorste ooglid, aan de wenkbrauw en dan schuin naar boven nog wat hoger. Mbv
de draad heeft men dus een driehoek gemaakt, om een grotere oogspleet te
maken (vergelijkbaar met een rolluik). Doordat het kind het voorhoofd gebruikt
om de oogleden op te trekken, kan het zien.
!!! Het is essentieel dat de pupil vrij is na het herstel, zodat het zich goed kan
ontwikkelen.
- Dia 11: Een unilaterale ptose kan optreden door een geboortetrauma. Bij de
geboorte worden soms zuignappen gebruikt om het kind eruit te halen, en hierbij
kan soms een oogspiertje afgerukt worden door een te grote zuigkracht.
Bij zo’n traumatische ptose, zal men het herstellen door de spier terug vast te
hechten.
Er zijn ook andere mogelijke oorzaken van een unilaterale ptose, zoals bv een
aangeboren defect. Dit is moeilijker te herstellen aangezien er geen M levator
palpebrae is, en men deze dus zelf zal moeten maken.
! Als oog bedekt blijft: deprivatie van de pupil waardoor het oog zich niet kan
ontwikkelden

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vvdgeneeskunde1993. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.93
  • (0)
Add to cart
Added