1. Doel van de sociale zekerheid
- Geheel van maatregelen en instellingen tot doel hebben van burger zekerheid te verschaffen
- Bij bepaalde sociale risico’s (ziekte, werkeloosheid…)
- Opdracht om deze risico’s te verzekeren en uitkering te verschaffen wanneer er geen
mogelijkheid tot arbeid is en kosten van sociale risico’s te compenseren
SZ voorziet:
- Een vervangend inkomen, wanneer een werknemer niet kan werken wegens ziekte, ongeval,
werkloosheid, ouderdom, ouderdom of vakantie
- Aanvullend inkomen bij kinderlast
- Betaling van bepaalde kosten
2. 7 Takken van de sociale zekerheid
- De ziekte- en invaliditeitsverzekering
- De werkloosheidsverzekering
- Het rust- en overlevingspensioen
- De jaarlijkse vakantie (arbeiders)
- De beroepsziekteverzekering
- De arbeidsongevallenverzekering
- De gezinsbijlagen
3. Residuaire stelsels
Systeem= sociale bijstand
➔ Die erin voorziet voldoende bestaansmiddelen te waarborgen op ogenblikken waarop de
bestaanszekerheid van de burger bedreigd wordt.
➔ Voor personen die geen aanspraak maken op de klassieke takken van de SZ.
➔ Sociale bijstand heeft geen band met arbeid
➔ Een onderzoek naar de bestaansmiddelen is vereist, gefinancierd via de belastingen en is
residuair (enkel kan worden gebruik gemaakt als de betrokkene geen recht opent op vergoeding
binnen SZ)
Volgende uitkeringen van de sociale bijstand:
- Leefloon
- De inkomensgarantie voor ouderen
- De tegemoetkoming aan personen met een handicap
4. Socialezekerheidsstelsels
In het klassieke socialezekerheidssysteem zijn er 3 stelsels
- Het stelsel voor werknemers
Werknemers zijn verbonden met een werkgever door een arbeidsovereenkomst. Het
algemeen stelsel is voor elke werknemer van toepassing (zeelieden en mijnwerkers niet).
- Het stelsel voor zelfstandigheden
Zij sluiten een aannemingsovereenkomst met een opdrachtgever
, - Het stelsel voor ambtenaren
Een ambtenaar is tewerkgesteld bij een overheidsdienst (federaal, provincie, gewest…). Ze
kunnen werken in contractueel of statutair verband. Contractueel aangestelde werknemers
vallen onder het algemeen stelsel van SZ. Statutaire ambtenaren zijn vastbenoemd en vallen
onder een ander stelsel.
5. Kenmerken van de SZ
- De sociale verzekeringen zijn verplicht, ze zijn van openbare orde
- Het beheer berust bij ‘de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid’. Het eigenlijke beheersorgaan is
het Beheerscomité.
- De financiering gebeurt door bijdragen van de werknemers en van de werkgevers en
subsidies.
- Toepassing van het solidariteitsprincipe want de bijdragen die betaald worden op het loon van
de werknemer word gebruikt voor de financiering van de SZ voor alle rechthebbenden.
- Wie voldoet aan de gestelde voorwaarden is rechthebbende op sociale vergoedingen
6. Bevoegdheid voor de SZ
In het algemeen is de SZ een bevoegdheid van de federale overheid
7. Aanvullende sociale verzekeringen
Er zijn aanvullende sociale verzekeringen ontwikkeld, deze zijn niet verplicht. (aanvullende
hospitalisatieverzekering, de aanvullende pensioenverzekering en de aanvullende verzekering
voor arbeidsongevallen.
HS2: Kruispuntbank van de SZ
Wet van 15 januari 1990, de oprichting van een Kruispuntbank van de SZ
➔ Vertrekt vanuit het ‘single once’-principe: als de overheid al over gegevens beschikt, vraagt ze
deze niet meer opnieuw bij de burger op.
➔ De verschillende sociale zekerheidsinstellingen werden met elkaar verbonden, centraal in dat
netwerk staat de Kruispuntbank voor SZ.
➔ Het is geen gegevensbank, want de gegevens blijven bij de instellingen die de gegevens
oorspronkelijk hebben opgevraagd
➔ De Kruispuntbank staat in voor de correcte en beveiligde doorverwijzing en uitwisseling van
gegevens tussen de verschillende instellingen
➔ Om sociaal verzekerde te identificeren, wordt gebruikgemaakt van een uniek
identificatienummer voor SZ. Dit nummer is INSZ-nummer, dat stemt overeen met het
rijksregisternummer.
HS3: Handvest van de sociaal verzekerde
Wet van 11 april 1995 tot invoering van het handvest van de sociaal verzekerde
1. Doel van de wet
➔ De bevolking te helpen in he contacten met het arsenaal aan sociale zekerheidsinstellingen, de
bevolking goed te informeren en te beschermen
,2. Toepassingsgebied
Het handvest is van toepassing op alles socialezekerheids- en bijstandstelsels en op iedere
instelling van sociale zekerheid. Dit betekent dat de wet van toepassing is op:
- Op alle regelingen met betrekking tot de SZ voor werknemers, ambtenaren, zelfstandigen en
ook op de regeling van sociale bijstand
- De socialezekerheidsinstellingen zoals FOD SZ en de openbare en meewerkende instellingen
van de SZ
3. Verplichtingen van de socialezekerheidsinstellingen
- Aan de sociaal verzekerde alle nuttige inlichtingen te verstrekken over zijn rechten en plichten
- Aan de sociaal verzekerde die erom verzoekt raad te geven, inzake de materies die de
socialzekerheidsinstellingen aanbelangen.
- De vragen om inlichtingen of raad die verkeerdelijk gericht zijn, ook verder door sturen is
verplicht
- Informatie bieden in publiek begrijpelijke taal
- De belanghebbende in kennis stellen van iedere gemotiveerde beslissing en de bestaande
mogelijkheden tot beroep
- Een onverschuldigde betaling, is dat wat onverschuldigd betaald werd kan worden
teruggevorderd
HS5: Rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ)
1. Structuur en opdracht van de RSZ
RSZ= is de centrale openbare instelling voor sociale zekerheid. Is de instelling waar de werknemers-
en de werkgeversbijdragen en ook de bijdrage van de overheid worden gecentraliseerd, van daaruit
worden de financiële middelen herverdeeld.
Taken:
- Berekening en de inning van de werknemers- en werkgeversbijdragen
- De verdeling van deze bijdragen
- Controle op de correcte berekening en betaling van de bijdragen door de werkgevers
De bijdragen worden globaal ontvangen en doorgestort naar de sectorale openbare instellingen van
sociale zekerheid (OISZ):
- Het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV)
- De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA)
- De Federale pensioendienst (FPD)
- De Rijksdienst voor Jaarlijkse vakantie (RJV)
- Het Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s (Federis)
2. Berekening van de bijdragen
2.1 Principe
De RSZ-bijdragen worden procentueel berekend op het brutoloon. De bijdragen vallen deels ten
laste van de werknemers (werkgeversbijdragen of patronale bijdragen) en deels ten laste van de
werknemer (werknemersbijdragen of persoonlijke bijdragen)
Enkel de werknemer is aansprakelijk voor de betaling van alle bijdragen.
, De bijdragen zijn bepaald in functie van:
- Het loon
- De bijdragevoeten (dit zijn de percentages van het werkgevers- en werknemersaandeel)
2.2 Loon
A. Loon waarop de bijdragen berekend worden
Het loon waarop de bijdragen voor de sociale zekerheid worden berekend is niet louter het
maandelijks brutoloon, maar wel het geheel van de bedragen en voordelen waarop de werknemer
recht heeft en die hem verschuldigd zijn.
Behalve op de eigenlijke lonen en wedden moesten bijdragen worden berekend op onder meer:
- Het loon voor de overuren
- De commissielonen
- De voordelen in natura
- De fooien
- Het loon voor de wettelijke feestdagen
- Het gewaarborgd loon bij arbeidsongeschiktheid door een ongeval of ziekte
- Premies
- Vakantiegeld
- Loon voor de dagen kort verzuim
- Loon verschuldigd voor de dagen politiek verlof
- Loon verschuldigd voor het opleidingsverlof
- De door de werkgever verschuldigde opzeggingsvergoeding
B. Loon voor arbeiders: 108%
Bedienden: word de sociale bijdrage berekend op het normale brutoloon incl. voordelen waarop de
werknemer recht heeft, dus eveneens het vakantiegeld
Arbeiders: is dit ook het geval, enkel wordt het vakantiegeld niet betaald door de werkgever maar
door een vakantiekas.
2.5 Vermindering van de sociale bijdragen van werkgeversbijdragen
Er bestaan bijdrageverminderingen voor bepaalde doelgroepen of via deelstaten.
A. Structurele vermindering van werkgeversbijdragen
= Een korting op de werkgeversbijdragen
➔ Als doel de bruto loonkost van de werkgever te verlagen, om de lonen betaalbaar te houden en
om concurrentieel te blijven met de buurlanden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller britthennion. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.13. You're not tied to anything after your purchase.