Jurisprudentie verbintenissenrecht
PREMASTER RECHTSGELEERDHEID BLOK 1/ VERBINTENISSENRECH JAAR 2 (BACHELOR)
Precontractuele fase
PLAS/ VALBURG
Casus
Gemeente wil zwembad aanleggen. Verschillende offertes aangevraagd. Plas heeft al veel kosten
gemaakt, maar wordt niet gekozen.
Rechtsregel
Het afbreken van onderhandelingen, die zien op de totstandkoming van een overeenkomst, moet in
bepaalde gevallen in strijd met de goede trouw worden geacht. Niet uitgesloten is dat
onderhandelingen over een overeenkomst in een zodanig stadium zijn gekomen dat het afbreken van
die onderhandelingen zelf in strijd met de goede trouw moet worden geacht, omdat partijen over en
weer mochten vertrouwen dat enigerlei contract uit de onderhandelingen zou voortvloeien. In dit
kader zijn er drie verschillende fases te onderscheiden: (1) Het staat partijen vrij om zonder meer de
onderhandelingen af te breken. (2) Het staat partijen weliswaar nog vrij om de onderhandelingen
eenzijdig af te breken, maar dit leidt tot schadeplichtigheid van de afbrekende partij ter zake van de
door de onderhandelingspartner gemaakte kosten. (3) Het staat partijen niet meer vrij om de
onderhandelingen eenzijdig af te breken. Indien dat toch gebeurt, kan de afbrekende partij worden
veroordeeld tot dooronderhandelen of tot schadevergoeding die zich mede uitstrekt over de gederfde
winst. Hedendaags bestaat echter discussie over het al dan niet langer bestaan van deze
‘driefasenleer’.
Bij tentamen: Plas/ Valburg noemen (drie fasen), doorgaan naar CBB/ JPO.
CBB/ JPO (onderhandelingen afbreken)
Casus
JPO projecten BV was in onderhandeling met gemeente Arnhem over de aankoop van een perceel
bouwgrond, bestemd voor de bouw van twee kantoorpanden. Een van de kantoorpanden zou dienen
als huisvesting van Centraal Bureau Bouwtoezicht (CBB). Daarnaast was JPO ook in onderhandeling
met CBB over doorleving van een deel van het perceel aan CBB om daarop de nieuwbouw te
realiseren. CBB besloot de onderhandelingen met JPO af te breken, omdat dit te lang duurde. CBB
koopt dat perceel rechtstreeks van de gemeente. Onderhandelingen tussen CBB en JPO verlopen
traag. JPO had aan CBB medegedeeld dat de onderhandelingen met de gemeente werden vertraagd
door problemen met de bouwvergunning. Het nieuwbouwplan van CBB voldeed aan de vereisten
voor de bouwvergunning. CBB vordert schadevergoeding op grond van onrechtmatig handelen van
JPO. JPO vordert in reconventie dat voor recht wordt verklaard dat CBB jegens haar onrechtmatig
heeft gehandeld door de onderhandelingen af te breken. De rb wijst de vordering van CBB af en de
vordering van JPO toe. Het hof oordeelt dat JPO de helft van de schade zelf moet dragen en de HR
vernietigt dit arrest.
Rechtsregel
Ieder van de onderhandelende partijen vrij is de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van
het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in de totstandkoming van de overeenkomst, of in
verband met andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn. Deze maatstaf moet
terughoudend worden getoetst. Aansprakelijkheid voor afgebroken onderhandelingen wordt in de
praktijk dus NIET snel aangenomen.
Rekening houden met:
- De mate waarin en de wijze waarop de partij die de onderhandeling afbreekt tot het ontstaan
van het vertrouwen heeft bijgedragen en met de gerechtvaardigde belangen van deze partij;
- Onvoorziene omstandigheden in de loop van de onderhandelingen?
, - Hoe is het verloop van de onderhandelingen gegaan?
Noot
Onaanvaardbaar is wanneer er sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen, maar is niet onaanvaardbaar
wanneer er een goede reden is.
EFFECTENLEASE (zorgplicht)
Casus
Effectenleaseproducten die verschillende banken hebben verkocht aan consumenten. Het waren
restschuldproducenten. Consumenten leenden geld van de banken om daarmee te beleggen in
effecten. De consumenten betaalden over de lening periodiek rente. Het aflossen van de lening diende
bij het einde van de looptijd te geschieden en wel, voor zover dat mogelijk was, uit de opbrengst van
de op dat moment te verkopen effecten. Was de opbrengst van deze verkoop niet voldoende, dan
bleven de consumenten met een restschuld achter. De zaken zijn in cassatie als proefprocedure
opgezet, waarbij het ondermeer ging om de inhoud en reikwijdte van de zorgplicht van de bank als
aanbieder van de effectenleaseproducten jegens de consument.
Rechtsregel
Op een bank rust, vanwege maatschappelijke functie en haar deskundigheid, een bijzondere
zorgplicht. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval vloeit hieruit voort een
waarschuwingsplicht, een inlichtingenplicht, een plicht tot overleg over beschermende maatregelen
(en een weigeringsplicht?).
Geen beroep op dwaling, omdat van de consument redelijke inspanning mocht worden verwacht
om de aan hen toegezonden documenten te begrijpen en te lezen.
De banken hadden voldaan aan hun mededelingsplicht door een folder toe te zenden. De zorgplicht
hadden zij echter niet aan voldaan. Hierbij zijn van belang:
- De mate van deskundigheid van de betrokken partij
- De mate van relevante ervaringen van de betrokken partij
- De ingewikkeldheid van het beleggingsproduct en de daaraan verbonden risico’s
- Regelgeving tot nakoming waarvan de effectenstelling is gehouden
Noot
Aan de ene kant dienen aanbieders zich naar de zorgplicht te gedragen, maar anderzijds zijn
consumenten die alleen maar gefocust zijn op het geld, niet volledig beschermd. De HR spreekt van
een bijzondere precontractuele zorgplicht die in de bron van de redelijkheid en billijkheid ligt.
, Vertegenwoordiging
WISMAN/ TRIJBER (onbevoegd vertegenwoordiging)
Casus
Trijber had interesse in de aandelen van Renger Beheer BV. Tezamen met Wisman (een van de
eigenaren van Renger Beheer BV) kwam hij tot een overeenkomst van de helft van de aandelen voor
een bedrag van 1 gulden. Echter had Wisman niet de volmacht, doordat hij niet gezamenlijk met de
andere directeur Beek het akkoord onder de overeenkomst had gezet. Beek heeft achteraf gezien ook
geen akkoord gegeven, waardoor Wisman een overeenkomst is aangegaan zonder daartoe bevoegd te
zijn. Later is er tussen Trijber en Rengen Beheer toch een overeenkomst gesloten ten aanzien van de
aandelen ter waarde van 30.000 gulden. Trijber vordert 30.000 gulden schade bij Wisman.
Rechtsregel
Bij onvoldoende vertegenwoordigingsbevoegdheid moet worden ingestaan (3:70) voor het positief
contractsbelang. (Kosten en gederfde winst/als ware het contract goed uitgevoerd). Indien de
bevoegdheid ontbreekt en hij daardoor schade aan een derde dient te vergoeden, mede het voordeel
omvat dat de niet tot stand gekomen overeenkomst voor de derde zou hebben meegebracht (oftewel
het positief contractsbelang).
ING/BERA (onbevoegde vertegenwoordiging)
Casus
Bera Holding opgericht door Berner en Ramkalup. Berner houdt alle aandelen in Bera Holding en is
als enige bevoegd Bera Holding te vertegenwoordigen. In april 2003 heeft Berner bij ING een
rekening geopend met een daaraan gekoppelde depositorekening. De bankafschriften van deze
rekening zijn op verzoek van Berner steeds verstuurd aan het adres van in Nederland gevestigde
vennootschappen waarin Ramkalup zeggenschap heeft. ING heeft in opdracht van Ramkalup in de
periode van 30 oktober 2003 tot en met 19 maart 2004 totaal €210.000 van de rekeningen van Bera
holding afgeschreven ten gunste vana de vennootschappen van Ramkalup. Berner heeft in mei 2004
aan ING medegedeeld dat er iets mis zou zijn met de afschrijvingen. ING was in de veronderstelling
dat Ramkalup bevoegd was om over de rekeningen van Bera holding te beschikken. Later blijkt dat
alleen Berner bevoegd is. ING voert het verweer dat zij op grond van de gedragingen van Bera
Holding heeft aangenomen, en onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs heeft mogen
aannemen, dat Ramkalup bevoegd was om Bera Holding te vertegenwoordigen.
Oftewel:
In dit arrest komt de onbevoegde vertegenwoordiging aan de orde en wordt er een maatstaf gegeven
voor de toerekenbare schijn van volmachtverlening. In casu wordt er een vennootschap opgericht door
twee personen. Een van hen is bevoegd om over de rekeningen van de vennootschap te beschikken.
De ander wekt echter bij de bank de schijn op dat hij, als vertegenwoordiger, ook bevoegd is om over
de rekeningen te beschikken. De bank gaat ervan uit dat beide oprichters bevoegd zijn over de
bankrekeningen. Hierover ontstaat een geschil tussen de bevoegde persoon en de bank.
Mocht de bank gerechtvaardigd vertrouwen op deze schijn van volmachtverlening? Voor toerekening
van schijn van volmachtverlening aan de pseudo-vertegenwoordigde kan ook plaats zijn ingeval de
wederpartij gerechtvaardigd heeft vertrouwd op volmachtverlening aan de pseudo-gevolmachtigde op
grond van feiten en omstandigheden die voor risico van de pseudo-vertegenwoordigde komen en
waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden
afgeleid.
Mocht ING vertrouwen op volmachtverlening aan ramkalup?
HOF. Nee, geen toedoen.
- Hoeft niet actief toedoen te zijn, maar mag ook feiten en omstandigheden zijn waaruit de schijn van
toedoen kwam. Ramkalup was betrokken bij Bera holding, de afschriften werden op verzoek van Bera
holding naar adres Ramkalup gestuurd, niet eerder geprotesteerd.
Toch sprake van een overeenkomst.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juneluiten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.78. You're not tied to anything after your purchase.