Welke weg leggen de craniale zenuwen af?
A. Van en naar de hersenen
B. Via het ruggenmerg naar de hersenenen
C. Vanaf de hersenen via het ruggenmerg
Welke weg leggen de spinale zenuwen af?
A. Van en naar de hersenen
B. Van en naar het ruggenmerg
C. Vanaf de spieren naar de hersenen
D. Vanaf de hersenen naar de spieren
Welke onderdelen vallen onder het CNS (meerdere antwoorden)
A. Hersenen
B. Ruggenmerg
C. Zenuwen van en naar het ruggenmerg
D. Spieren
Welke onderdelen vallen onder het PNS
A. Zenuwen van en naar het ruggenmerg
B. Hersenen
C. Ruggenmerg
D. Spieren
Waardoor wordt het autonome zenuwstelsel aangestuurd/gecoördineerd?
A. Medulla en hypothalamus
B. Hersenstam
C. Epithalamus en hypothalamus
D. Medulla en beide hemisferen
Het ortho-sympatische systeem is rust en het parasympatische systeem is activatie (flight of
fight) ?
A. Ja
B. Nee andersom
Wat zijn de eigenschappen van de neuronen van het somatische zenuwstelsel
A. Zwaar gemyeliniseerd
B. Licht gemyeliniseerd
Wat zijn de eigenschappen van de neuronen van het autonomische zenuwstelsel
A. Zwaar gemyeliniseerd
B. Licht gemyeliniseerd
,Wat is de functie van een terminale axon?
A. Hier stopt het signaal en stuurt het weer terug
B. Verantwoordelijk voor vrijlaten neurotransmitters
C. Deze loopt doodt, er wordt niks met het signaal gedaan
D. Loopt over in een orgaan
Waar ontspringen de zenuwen voor het parasympatische zenuwstelsel?
A. Craniaal en lumbaal
B. Thoracaal en sacraal
C. Cervicaal en lumbaal
D. Craniaal en sacraal
Waar ontspringen de zenuwen voor het sympatische zenuwstelsel? Via sympatische ganglia
uit:
A. Thoracaal en lumbaal
B. Craniaal en lumbaal
C. Sacraal en thoracaal
D. Sacraal en lumbaal
(Genitaal via sacraal)
Waaruit bestaat een neuron?
A. Axon, schwancell en myelineschede
B. Axon, cellichaam en myelineschede
C. Axon, cellichaam en dendrieten
Wat is de functie van een dendriet?
A. Ontvangt
B. Zendt
Wat is de functie van een axon?
A. Ontvangt
B. Zendt
Wat zijn de steuncellen in het PNS? Meerdere antwoorden mogelijk
A. Myeline
B. Schwann cellen
C. Oligodendrocyten
D. Micro glia
E. Astrocyten
Wat zijn de steuncellen in het CNS? Meerdere antwoorden mogelijk
A. Myeline
B. Schwann cellen
C. Oligodendrocyten
D. Micro glia
E. Astrocyten
,Welke steuncellen hebben een immuunfunctie?
A. Micro glia
B. Astrocyten
C. Oligodendrocyten
Welke steuncellen handhaven de bloed/hersenbarrière ?
A. Micro Glia
B. Astrocyten
C. Oligodendrocyten
Welke steuncel is hiernaast aangegeven 1.?
A. Micro Glia
B. Astrocyten
C. Oligodendrocyten 1.
Hoe wordt de myelineschede in het CNS genoemd?
A. Micro Glia
B. Schwann cellen
C. Gewoon myelineschede
D. Oligodendrocyten
E. Astrocyten
F. Axonen
Tijdens rust in een axon wat is de samenstelling van de ladingen?
A. Binnenkant + en buitenkant –
B. Binnenkant – en buitenkant +
C. Allebei –
D. Allebei +
Wat gebeurt er bij nummer 2?
A. Natrium treedt de cel binnen
B. Natrium treedt de cel uit
C. Kalium treedt de cel binnen
D. Kalium treedt de cel uit
Wat gebeurt er bij nummer 4?
A. Natrium treedt de cel binnen
B. Natrium treedt de cel uit
C. Kalium treedt de cel binnen
D. Kalium treedt de cel uit
Welke aandoening zorgt ervoor dat het rustpotentiaal niet meer bereikt kan worden?
A. Hele hoge concentratie Natrium in het bloed
B. Te lage concentratie Natrium in het bloed
C. Te hoge concentratie Kalium in het bloed
D. Te lage concentratie Kalium in het bloed
, Kan in de relatieve refractaire periode het neuron opnieuw geprikkeld worden?
A. Is niet mogelijk
B. Is juist de bedoeling
C. Kan alleen door sterker impuls
Wat is het equilibrium potentiaal?
A. Ander woord voor actiepotentiaal
B. De instroom van ionen is hetzelfde als de uitstroom
C. De uitstroom van ionen is groter van wat er binnen komt
D. Er is veel beweging van het ion
Wat is de codering voor stimulus intensiteit?
A. Volt
B. MiliVolt
C. Apmplitude
D. Frequentie
Wat is de verbinding van een axosomatische synaps?
A. Van dendriet naar dendriet
B. Van axon naar dendriet
C. Van cellichaam naar axon
D. Van cellichaam naar dendriet
In welk zenuwstelsel werkt de auto-immuunziekte MS op?
A. Perifeer zenuwstelsel
B. Centraal zenuwstelsel
C. Autonoom zenuwstelsel
D. Somatische zenuwstelsel
Welke vorm is het ergste van MS?
a. Relapsing-Remitting
b. Relapsing remitting (progressief)
c. Primair progressief
Verbindt de juiste connecties
Axodendrietisch A 1. Dendriet - cellichaam
Axosomatisch B 2. Axon – dendriet
Axoaxonisch C 3. Dendriet – dendriet
Dendrodendrietisch D 4. Axon – cellichaam
Somatodendritisch E 5. Axon – axonheuvel
A;2 B4 C5 D3 E1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller loisvanderhorst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.50. You're not tied to anything after your purchase.