1. Theorectical Foundations for Studying IB & MNE’s
2. Regional & Global Integration Processes
3. Entry Mode of MNEs and FDI Motivations
4. Home and Host Country Effect and the Concept of Distance
5. New and Emerging Types of MNEse
Belangrijk om het onderstaande uit te kunnen leggen:
1. Value chain
2. Transaction Cost Model
3. Internalization theory
4. Imperfect markets
5. Product Life Cycle
6. Liability of Foreignness
7. FSA’s & CSA’s
8. Eclectic Paradigm / OLI model
9. Stages Model of Internationalization / Uppsala Model
10. Psychic Distance
11. Institutions
,Week 1
Answers the questions:
- What is International Business (IB)?
International Business wordt beschreven als een organisatie of bedrijf, die in het international verkeer
actief is- over de eigen landsgrens participeert.
- Why should we study and care about IB?
- How can theories help us to understand and explain IB?
Lecture 1
International business wordt beschreven als een organisatie of bedrijf, die in het internationale
verkeer actief is- over de eigen landsgrens. (Peng, 2012)
Conceptuele kijk op IB:
- het nastreven van kansen die waarde creëren;
- bij de publieke als private bedrijfsorganisaties;
- in landen- anders dan het land van oorsprong
IB gaat over het managen van complexiteiten en onzekerheden:
- zakendoen over de grens kan nog nieuwe challenges met zich meebrengen, door granseffecten
(bordereffects), zoals variatie in politieke, economische en sociale systemen.
Zo gaat internationale business om met:
- toename in groei (market seeking)
- Resources en kennis (toegang tot natuurlijke bronnen)
- Verminderd risico & onzekerheid (Diversity of portfolio)
- Efficiency (hoe en waar te bezetten)
- Strategische bezittingen (sustainability)
Vershillende levels van analyse
- Country level
- Firm Level
a. MNE
b. Subsidiaries
- Individual- level
IB is cruciaal om
1. te begrijpen hoe globalisatie leidt tot connectedness van bedrijven, markten, mensen en
informatie langs landen.
2. Het ontwikkelen van een globale mindset en de benodigde skills om uitdagingen en kansen te
managen/evalueren in een toenemende complexe en globale omgeving.
3. Om effectief met de barrieres van de internationale bedrijfsvoering om te gaan (LOF bijv)
MNE is een Multinationale Enterprise. Het is een bedrijf dat eigenaar is van/de controle heeft van
waarde creërende activiteiten in twee of meer verschillende landen. Het gebruikt de FDI om
inkomens-genererende assets te kopen, maar het kan ook goederen of services door grenzen
verhandelen.
FDI is een Foreign Direct Investment. Het is een investering, die gemaakt is om lasting interest te
maken, die buiten de economie van de investeerders liggen. Het doel is om een effectieve stem in
,het management te hebben. Een Portfolio investering doelt juist niet echt om de controle te hebben
over een buitenlandse onderneming.
Parent company/ HQ is een onderneming met of zonder een rechtspersoonlijkheid of groep
ondernemingen die directe investeringen doet en actief is in een ander land dan dat van de
moederonderneming.
Subsidiaries is een vennootschap in het hostland, waarin een andere entiteit eigenaar is van meer
dan de helft van de shareholders kiesrecht.
Takeaways:
1. International Business wordt gekarakteriseerd als een hoge graad van complexiteit die actief
gemanaged moet worden
2. We hebben een multitude van theorien op verschillende levels van Analyse om de IB aspecten
gegrond te begrijpen.
Lecture 2
Een waardeketen (Value Chain) is een set van Activiteiten die een organisatie uitdraagt om een
waarde te creëren voor haar klanten.
Volgens Porter is dit onder te verdelen in:
1. Primaire activiteiten:
a. Inbound Logistics (Materials, handling & Delivery)
b. Operations (Manufactering & Assembly)
c. Outbound Logistics (Order, Processing & Shipping)
d. Marketing and Sales (Product, Pricing, Promotion and Place)
e. Service (Customer Service & repair)
2. Secondairy Activities
a. Organization
b. Human Resources
c. Technology
d. Purchasing
De Value Chain van een bedrijf bevat:
a. Technologie
b. Product design
c. Production
d. Marketing
e. Distribution
f. Service
De Industry VC heeft daar nog de Supplier Value Chain & de Customer Value Chain bij.
The global value Chain: The smiling curve van Apple. Zij hebben er voor gekozen om niet alle
activiteiten in één land te houden. Apple heeft ervoor gekozen om het design in California te houden,
de productie in Azie, de marketing ergens anders.
, Er is een geheel ecosysteem naast apple, die de hoesjes en opladers verkoopt en die zitten niet in de
waarde keten van Apple.
Een Multinational Enterprise is hetzelfde als TNC’s en MNC’s. Het zijn bedrijven die ook in andere
landen actief zijn.
Outsourcing is het uithanden geven van een organisatie activiteit naar een supplier van buitenaf,
die dit voor de organisatie zal gaan doen:
- Offshore: Outsourcen naar een bedrijf in het buitenland
- Onshore: Outsourcen naar een binnenlands bedrijf
Het contrast met de FDI ligt hem in het feit dat een dochteronderneming in het buitenland wordt
opgezet en het werk daar inhouse ligt, terwijl de locatie overzees is.
Outsource problemen:
- afhankelijkheid wordt gecreëerd door co-specialisatie of co-locaties
- Afhankelijkheid wordt gecreerd door marktpower
- Verlies van kritieke kennis om iets te doen
- Verzwakte doorzetting/ competitieve signaling
- Spillover naar concurrentie
- Afnemende differentiatie
The Internationalization Theory stelt als hoofdvraag: Als een bedrijf een nieuwe markt wil
benaderen, moet dat hij dan vertrouwen op externe markt maatregelen, zoals export, of juist het
internaliseren van operations, zoals FDI?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller coenvanzijl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.78. You're not tied to anything after your purchase.