Anatomie & Fysiologie - Frederic H. Martini & Edwin F. Bartholomew
11 HET CARDIOVASCULAIRE STELSEL: BLOED
Het bloedvatenstelsel is onderverdeeld in drie onderdelen: circulerende vloeistof (bloed), een pomp
(hart) en flexibele buizen ter vervoer (bloedvaten). Door dit stelsel is het voor het lichaam mogelijk
om voortdurend via chemische stoffen met het uitwendig milieu te communiceren.
Bloed is een gespecialiseerd type bindweefsel dat bestaat uit cellen die in een vloeibare matrix
ronddrijven en heeft vijf belangrijke functies: (1) transport van opgeloste gassen, voedingsstoffen,
hormonen en afvalproducten van de stofwisseling; (2) stabilisering van de pH en de ionen-
samenstelling van de interstitiële vloeistof in het gehele lichaam; (3) beperking van het
vloeistofverlies bij verwonding (--> bloedstolling); (4) verdediging tegen gifstoffen en
ziekteverwekkers (--> leukocyten / antistoffen) en (5) stabilisering van de lichaamstemperatuur.
Vol bloed bestaat uit plasma (in totaal 55% van het bloed; --> 91,5% water, 7% plasma-eiwitten,
getransporteerde stoffen), bloedcellen (in totaal 45% van het bloed; --> erytrocyten, leukocyten,
trombocyten) en celfragmenten. Deze verschillende componenten kunnen voor analytische en
klinische doeleinden worden gescheiden of gefractioneerd. Vaak wordt het bloed afgenomen uit een
oppervlakkig gelegen ader, dit wordt een veneuze punctie genoemd. Een arteriële punctie kan nodig
zijn om te beoordelen hoe efficiënt de gaswisseling bij de longen verloopt.
Plasma bevat aanzienlijke hoeveelheden opgeloste eiwitten; de belangrijkste typen plasma-eiwitten
zijn albuminen, globulinen en fibrinogeen. Albuminen vormen de meerderheid van de plasma-
eiwitten. Hun aanwezigheid is belangrijk voor het handhaven van de osmotische druk van het
plasma. Globulinen – dit zijn antistoffen en transporteiwitten – nemen qua hoeveelheid de tweede
plaats in. Het derde type plasma-eiwit, fibrinogeen, speelt een rol bij de bloedstolling. Onder
bepaalde omstandigheden reageren fibrinogeenmoleculen met elkaar en worden ze omgezet in
lange, onoplosbare strengen fibrine.
Erytrocyten, verantwoordelijk voor 99,9% van de bloedcellen, bevatten de
kleurstof hemoglobine. Ze zijn gespecialiseerd in het vervoeren van zuurstof
en kooldioxide in het bloed. De ongewone discusvorm van erytrocyten heeft
twee belangrijke effecten op het functioneren: (1) elke erytrocyt heeft een
grote oppervlakte ten opzichte van de inhoud, waardoor de diffusiesnelheid
wordt verhoogd en (2) erytrocyten zijn flexibel, waardoor ze zelfs door nauwe
capillairen kunnen worden geperst. De erytrocyt verliest een groot deel van de organellen,
waaronder de celkern, waardoor deling niet mogelijk is.
Het hematocriet is het aantal erytrocyten per microliter (μL) vol bloed, bij een volwassen man is dit
gemiddeld 46% en bij een volwassen vrouw 42%. De hematocrietwaarden worden vaak vermeld als
volume packed red cells (VPRC) of packed cell volume (PCV). Het bloed van iemand met een laag
hematocriet, of van iemand bij wie de erytrocyten minder hemoglobine bevatten, kan minder
zuurstof vervoeren. Deze aandoening wordt bloedarmoede of anemie genoemd.
Een volwassen erytrocyt bestaat uit een celmembraan die een hoeveelheid transporteiwitten,
voornamelijk hemoglobine, omgeeft. Hemoglobine is verantwoordelijk voor het vermogen van de cel
om zuurstof en kooldioxide te vervoeren. Erytrocyten met hemoglobine waaraan zuurstof is
gebonden, geven het bloed een helderrode kleur.
Vanwege grote mechanische belasting en het ontbreken van herstelmechanismen bedraagt de
levensduur van een erytrocyt slecht 120 dagen. Het voortdurende afsterven van deze erytrocyten
wordt meestal niet opgemerkt, doordat er met dezelfde snelheid nieuwe cellen in het bloed komen.
Slechts tien procent van de verouderde of beschadigde erytrocyten scheurt in het bloed, een proces
dat hemolyse wordt genoemd. Meestal worden versleten erytrocyten door macrofagen in lever, milt
en beenmerg herkend en opgenomen, voordat ze hemolyse ondergaan. Bij dit proces kunnen
,onderdelen van de erytrocyt worden hergebruikt. Het hergebruik van hemoglobine en de turnover
van erytrocyten wordt afgebeeld in de afbeelding hieronder.
, De vorming van erytrocyten, de erytropoëse, vindt plaats in het rode beenmerg ofwel in het
myeloïde weefsel. Voor een normaal verlopende erytropoëse moet het rode beenmerg voldoende
aminozuren, ijzer en vitaminen die nodig zijn voor de eiwitsynthese, aangevoerd krijgen. De
erytropoëse wordt direct gestimuleerd door het hormoon erytropoëtine (EPO) en indirect door
verschillende hormonen. EPO wordt aan het bloedplasma afgegeven wanneer de perifere weefsels,
vooral de nieren, aan een lage zuurstofconcentratie worden blootgesteld. Zodra EPO in het bloed
aanwezig is, wordt dit naar het rode beenmerg vervoerd. Erytropoëtine heeft twee belangrijke
effecten: (1) het stimuleert de celdeling van erytroblasten en van de stamcellen die erytroblasten
vormen en (2) het versnelt de rijping van erytrocyten. Bij een maximale stimulering kan EPO de
snelheid van erytrocytvorming met een factor tien verhogen.
Alle celmembranen in het lichaam bevatten oppervlakteantigenen, stoffen die ons immuunsysteem
als normaal herkent en lichaamsvreemde stoffen aanvalt. De aan- of afwezigheid van specifieke
oppervlakteantigenen op de plasmamembranen van erytrocyten bepaald je bloedgroep. Er zijn, op
basis van deze oppervlakteantigenen, vier bloedgroepen te onderscheiden: A (antigeen A + anti-B), B
(antigeen B + anti-A), AB (antigeen A en B) en O (anti-A en -B). De term resuspositief geeft aan dat
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merelhollander. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.