Lecture 4 -- Human Development -- Endocrine System
Lecture 3 -- Human Development -- Female reproductive System
Lecture 2 -- Human Development -- Male reproductive System
All for this textbook (3)
Written for
Hogeschool InHolland (InHolland)
HBO verpleegkunde
Biomedische kennis
All documents for this subject (170)
Seller
Follow
merelhollander
Content preview
Biomedisch toets 1 samenvatting
Begrippen H12
Aandoeningen van Aandoening die het gevolg is van een blokkade van een van de coronaire vaten.
coronaire vaten
Angina pectoris Hevige pijn op de borst als gevolg van tijdelijke ischemie telkens wanneer de
belasting van het hart toeneemt.
Ballonangioplastiek Techniek om een plaque in de a.coronaria te verkleinen door deze met een katheter
met een opblaasbare manchet tegen de arteriewand samen te drukken.
Bradycardie Een tragere hartslag dan normaal.
Cardiologie De studie van het hart, de functies en de aandoeningen van het hart.
Carditis Onsteking van het hart
Coronaire arteriogra e Maken van rontgefoto van bloedsomloop in coronaire vaten na injecteren contrastof
in een van de aa.coronariae via katheter; beeld is coronair angiogram.
Coronaire ischemie Gebrekkige bloedtoevoer naar hart als gevolg van beperkte doorbloeding; kan leiden
tot beschadiging hartweefsel en gedaald rendement hart.
Coronaire trombose Aanwezigheid trombus (stolsel) in een a.coronaria; kan blokkade van doorbloeding
veroorzaken met hartaanval als gevolg.
De brillator Instrument dat wordt gebruikt om atrium- of ventrikel brilleren (ongecontroleerde
contracties) op te he en, waarmee normaal hartritme wordt hersteld.
Echocardiogra e Onderzoek hart en doorbloeding door grote vaten met ultrageluid.
Elektrocardiogram Registratie elektrische activiteit hart in loop van tijd.
Hartblok Blokkade prikkelgeleiding in hart waardoor normale hartritme wordt verstoord
doordat geleidingsroutes zijn beschadigd (door mechanische beschadiging,
ischemie, infectie, ontsteking).
Hartfalen Aandoening waarbij hart is verzwakt en perifere weefsels te weinig zuurstof en
voedingssto en krijgen aangevoerd.
Hartklepaandoening aandoening die wordt veroorzaakt doordat een van hartkleppen niet goed
functioneert.
Hartritmestoornis Afwijkende patronen van elektrische activiteit van hart wat wijst op abnormale
contracties.
Harttamponade aandoening die gevolg is van irritatie en ontsteking van hartzakje. Hierbij hoopt zich
vloeistof in hartzakje op met als gevolg dat hartminuutvolume afneemt.
Myocardinfarct aandoening waarbij hartspiercellen afsterven als gevolg van zuurstoftekort doordat
de coronaire vaten geblokkeerd zijn. Hartaanval.
Pericarditis Ontsteking hartzakje.
Reumatische aandoening waarbij hartkleppen verdikt raken en in gedeeltelijk gesloten positie
hartaandoening verstijven, waardoor het rendement van hart wordt verminderd.
Tachycardie Hogere hartslagfrequentie dan normaal.
fi ff fi fffi fi
,Hoofdstuk 12
Kleine bloedsomloop (pulmonaire circulatie): bloed vervoer van en naar
gaswisselingsoppervlakken van longen.
Grote bloedsomloop (systeemcirculatie): vervoer bloed van en naar rest van lichaam.
Dit wisselt elkaar steeds af en alles begint en eindigt bij het hart.
Arterien (slagaders): e erente bloedvaten die bloed van hart weg voeren.
Venen (aders): a erente bloedvaten die bloed naar hart terug voeren.
Capillairen (haarvaten): kleine, dunwandige bloedvaten tussen kleinste arterien en venen. —>
uitwisseling voedingssto en, opgeloste gassen en afvalsto en tussen bloed en omringde
weefsels door kleine di usie afstand.
Hart heeft 4 compartimenten, 2 voor elke bloedsomloop. Linker atrium&rechter ventrikel voor
kleine bloedsomloop, rechteratrium&linkerventrikel voor grote bloedsomloop.
Rechteratrium/Rechterboezem ontvangen bloed uit grote bloedsomloop (via bovenste holle ader,
onderste holle ader en sinus coronarius) en geeft dit door aan rechterventrikel/rechterkamer, die
bloed de kleine bloedsomloop instuwt.
Hart ligt in mediastinum. Hart is omgeven door pericardiale holte (bekleed door hartzakje/
pericardium). Het viscerale pericardium (epicardium) bedekt het buitenste oppervlak van het hart.
Het perietale pericardium bekleedt het binnenste oppervlak van het pericardium dat het hart
omgeeft.
Pericardiale holte (holte tussen partiale en viscerale opp) bevat pericardiale vloeistof uit
membranen. Dit is glijmiddel en vermindert wrijving tussen oppervlakten als hart klopt.
Auricula: hobbelige, kronkelige ap als atrium niet met bloed is gevuld en het leeg loopt.
Atrioventriculaire groeve (sulcus coronarius): diepe groeve, met vet, tussen atria en ventrikels.
Ventrale & dorsale interventriculaire groeven: ondiepere groeven, met vetweefsel/belangrijkste
arterien en venen, tussen linker en rechter ventrikel.
Epicardium: viscerale pericardium, buitenste opp hart; Met buitenste epitheel en bindweefsel
verbonden met myocardium.
Myocardium: Spierwand hart met hartspierweefsel, bloedvaten en zenuwen.
Endocardium: binnenste opp hart; endotheel (hier ontspringen grote vaten) en bindweefsel.
Intercalaire schijven bij elkaar gehouden door gab junctions en desmosomen.
Desmosomen: geven contractiekracht door.
Gab junctions: verplaatsing ionen en kleine moleculen —> verplaatsing actiepotentialen.
Bindweefsel bestaan uit vezels: verstevigen hartspiervezels/bloedvaten/zenuwen van
myocardium, verstevigen hart en voorkomen te veel uitrekking, helpen terugkeer vorm na
contractie.
Atria gescheiden door septum interatriale.
Ventrikels gescheiden door septum interventriculare.
Av-klep scheidt atria van ventrikel.
V.cava superior (bovenste holle ader): bloed vanuit hoofd, hals, amen en borst.
V.cava inferior (onderste holle ader): bloed vanuit rest romp, ingewanden en benen.
Coronaire venen (kransaders): veneus bloed terug naar sinus coronarius.
Fossa ovalis is overblijfsel foramen ovale (opening tussen atria).
Rechter AV- klep (valvula tricuspidalis) is begrensd door 3 slippen (cuspes) verstevigd door
chordae tendineae. Deze zijn verbonden met papilspieren.
Linkeratrium heeft uitwendige auricula klep: linker atriovenriculaire klep/valvula bicuspidalis.
Linker AV-klep (mitralisklep) heeft maar 2 slippen.
Bloed dat rechter ventrikel verlaat stroomt truncus pulmonalis in (begin kleine bloedsomloop).
Vanuit hier stroomt bloed de linker en rechter a.pulmonalis (longslagader) in —> longen —>
cappilairen van waaruit het zuurstofrijke (na gaswisseling) bloed zich naar linker en rechter
v.pulmonalis (longader) verplaatst —> linkeratrium.
ff ffff ff fl ff
, Trabeculae carneae: spierranden van inwendig oppervlak hart.
Bloed dat linkerventrikel verlaat stroomt door aortakleppen de aorta in (begin grote
bloedsomloop).
De truncus pulmonalis is aan arcus aortae verbonden door ligamentum arteriosum.
Wand rechter ventrikel is dun, die van de linker is dik omdat die door hele lichaam moet pompen
rechts alleen naar longen.
AV-klep voorkomt terugstroom bloed (regurgitatie) van ventrikels naar atria.
Mitraalklepprolaps: aandoening waarbij slippen linker AV-klep niet goed sluiten.
Halvemaanvormige (aorta) kleppen van a.pulmonalis en aorta voorkomen terugstroom bloed
vanuit a.pulmonalis en aorta ascendens naar rechter en linker ventrikel.
Aortasinussen (uitstulpingen van aorta ascendens): voorkomen dat slippen aortakleppen tegen
wand aorta kleven als klep opent. Linker en rechter a.coronaria (kransslagader) ontspringen hier.
Hartklepaandoeningen na carditis door bijv reumatische koorts kan ervoor zorgen dat er niet
genoeg bloed meer rondgepompt kan worden.
Hartskelet stabiliseert positie hartkleppen en isoleert spierweefsel van atria van dat van ventrikels.
Linkerventrikel wordt zwaarder belast en is groter dan rechterventrikel, maar per hartslag pompen
beide ventrikels evenveel bloed weg.
Coronaire circulatie voert bloed aan naar spierweefsel hart.
In aortasinusssen is bloeddruk het hoogst.
Rechter a.coronaria voert bloed toe naar rechter atrium en gedeelte beide ventrikels.
Linker a.coronaria voert bloed toe naar linker ventrikel, linker atrium en tussenschot ventrikels.
Rechter a.coronaria vertakt in marginale en dorsale (afdalende) tak.
Linker a.coronaria vertakt in ramus circum exus en ventrale interventriculaire tak (dalende tak).
Kleine zijtakken links en recht vormen onderlinge verbindingen, anastomosen.
v.cordis magna en v.cordis media voeren bloed weg uit coronaire capillairen. Ze monden uit in
sinus coronarius. Deze mond uit in rechteratrium vlakbij v.cava inferior.
Infarct: gebied van dood weefsel door onderbreking bloedstroom.
( Hartspiercellen hartslag: contractiele cellen en spiercellen van geleidingssysteem (reguleren en
coordineren activiteit contractiele cellen).
Actiepotentiaal —> vrijkomen Ca2+ tussen myo brillen—> binding aan troponine op lamenten —
> contractie.
Actiepotentiaal in hartspiercel in ventrikel begint als plasmamembraan door prikkel tot
drempelwaarde komt. 3 stappen: snelle depolarisatie (Na instroom —> partiele repolarisatie:
uitstroom K), plateau (Ca instroom), repolarisatie (Ca sluit, K nog cel uit).
In skeletspiervezel wordt actiepotentiaal meteen door snelle repolarisatie gevolgd en eindigt bij
enkelvoudige contractie. Dit eindigt als Ca in SR wordt gereabsorbeerd.
Hartspiercellen hebben een lange refractaire periode, zodat bij snelle prikkeling opeenvolgende,
geisoleerde contracties ontstaan geen tetanische contracties (opstapeling enkelvoudige
contracties). )
Hartspierweefsel trekt autonoom samen (in tegenstelling tot skeletspierweefsel), zonder prikkeling
door zenuw/hormoonstelsel.
Hartcontracties gecoordineerd door geleidingssysteem bestaande uit nodale cellen (bepalen
snelheid contracties; in SA&AV-knoop) en geleidende cellen (geleiden prikkel contractie voort).
Geleidende cellen ventrikels: cellen van AV-bundel, bundeltakken en Purkinjevezels.
Nodale cellen: plasmamembranen depolariseren spontaan en genereren actiepotentialen op
regelmatige tijdstippen.
Contractie snelheid bepaald door gangmaker (pacemaker) cellen in SA-knoop: nodale cellen
waarin drempelwaarde als eerst wordt bereikt.
Gangmakercellen depolariseren snel en spontaan en genereren 70/80 actiepotentialen per minuut
= hartfrequentie. Hartslagfrequentie bepaald door cellen SA-knoop maar snelheid kan door
fl fi fi
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merelhollander. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.