100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdstuk 12 Voeding en Metabolisme Boek Metabolisme $3.21   Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdstuk 12 Voeding en Metabolisme Boek Metabolisme

1 review
 89 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van Hoofdstuk 12 voor Voeding en Metabolisme Opleiding Voeding en Dietetiek van NTI

Preview 1 out of 2  pages

  • No
  • H12
  • October 8, 2017
  • 2
  • 2017/2018
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: a_shley15 • 6 year ago

avatar-seller
Hoofdstuk 12 Lichaamsmetabolisme Boek Metabolisme

12.3 De glucosehomeostase
12.3.1 Inleiding
Bij hogere dieren blijft de glykemie (glucoseconcentratie) vrij constant. Bij de mens is dit anders, de
hersenen gebruiken 50% van de totale glucose uitstroom. Hersenen hebben altijd glucose nodig. De
in het bloed aanwezige voorraad van glucose is gering dus er moet een goede afstemming zijn tussen
de instroom en de uitstroom van glucose. Een normale bloedglucoseconcentratie ligt tussen de 5 en
10 mmol/l. Onder de 5 mmol spreken we van hypoglykemie. Boven de 10 is hyperglykemie. De
waarden worden gereguleerd door het tegenwerkend systeem van insuline en glucagon. Er wordt
gezorgd voor een glucosehomeostase.

12.3.2 Postprandiale fase
De metabole veranderingen die optreden door het innemen van een maaltijd noemt men
postprandiale fase van het metabolisme. In de darm worden voedingstoffen (zetmeel) afgebroken tot
eenvoudige bouwstenen (glucose). Na inname krijgen de betacellen in de pancreas een signaal dat ze
insuline moeten produceren die er voor zorgen dat de glucose daalt. Er treedt verhoogde
glucoseverwerking op in de lever en er is een verhoogde glucoseopname door de skeletspieren en
vetcellen. In feite wordt de lever in de postprandiale fase een orgaan dat glucose uit het portale bloed
opneemt en en triglyceriden afgeeft. Skeletspieren en vetcellen zullen inder invloed van insuline een
grotere glucoseopnamesnelheid vertonen. Het effect van glucose op betacellen wordt versterkt door
twee hormonen (GIP en GLP-1) die afkomstig zijn van gepsecialiseerde endocriene cellen. Dit noemt
men het incretine effect. Het effect is te meten door glucose oraal en intraveneus toe te dienen
waarbij oraal veel hogere pieken zal vertonen.

12.3.3 Tussen de maaltijden
Om de daling van de glykemie tussen de maaltijden te voorkomen zal het lichaam een regelproces in
gang zetten. In de hypothalamus wordt een seintje gegeven dat de glucose daalt. Hierdoor gaat de
bijnieren adrenaline afscheiden die de glucagonproductie aanspoort in de alfacellen van de eilandjes
van Langerhans enn tegelijkertijd inhibitie van de insulinesecretie van de betacellen. Er treedt
glycogenolyse en glucosemobilsatie (glucose afstaan aan de circulatie) op.

12.4 Homeostase van de triglyceridenvoorraad
Het grootste energievoorraad bevindt zich in de vorm van triglyceriden in een cytoplasmatische
vettdruppel van de vetcelen of adipocyten. Ze moeten de grootte van de triglyceridenvoorraad
beheren dat in nauw overleg gebeurt met andere weefsels en organen. Er is een directe
communicatie tussen de vetcellen en het honger- en verzadigingscentrum van de hypothalamus. De
communicatie verloopt via hormonen die via receptoren biologische effecten uitlokken. Tijdens en
juist na een maaltijd stijgt de insulineconcentratie in het bloed waardoor de vetcellen worden
aangezet tot: glucoseopname en inactivering van het hormoongevoelige lipase.
Ook de opname van vetzuren uit het bloed neemt toe, omdat chylomicronen en VLDL worden
afgebroken. Het nettoresultaat is een opbouw van triglyceridenvoorraad. Tijdens een periode van
vasten of tussen de maaltijden zal er naast glycogenolyse en gluconeogenese in de lever een afbraak
van triglyceriden plaatsvinden in de vetcellen. Er vind een stijging van cAMP dat de bijnieren
stimuleert om adrenalinesecretie. Er vndt lipolyse plaats waarbij het enzym triglyceriden hydrolyseert
tot vrije vetzuren en glycerol die de vetcel verlaten en via de bloedbaan toegangelijk zijn voor diverse
weefsels. Tijdens langdurig vasten zal de lever de vetzuren omzetten in ketonlichamen en het uit
vetcellen vrijgekomen glycerol tot glucose (gluconeogenese).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller CarolienvdKerkhof. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (1)
  Add to cart