100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting pijn managment $6.97
Add to cart

Summary

samenvatting pijn managment

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Deelvak Pijn managment, vak het vak: biomedische wetenschappen 2

Preview 4 out of 37  pages

  • October 6, 2023
  • 37
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Pijn management


1. Basisbeginselen van pijn

= Pijn is een onplezierige, sensorische (gevoel) en emotionele ervaring (hoe je pijn interpreteert)
die gepaard gaat met een feitelijke of mogelijke weefselbeschadiging of die beschreven wordt in
termen van een dergelijke beschadiging (beschadeling heel uitgesproken  kan zeer uitgesproken
pijn zijn).
- Nociceptieve pijn  neuropathische pijn
- Acute pijn  chronische pijn


Acute pijn kan altijd uitmonden in
chronische pijn. Chronische pijn is ook
veel complexer, omdat daar ook een
psychologische factor bij meespeelt.
Sub acute pijn: na 3-4 weken pijn.

Schadelijke stimulus gaat de pijn gaan veroorzaken  nociceptie
(pijngevoeligheid)  geeft acute pijn  veroorzaakt leiden, emoties
 eventueel ook een gedrag die gerelateerd is aan de pijn.
Bv. Peritonitis geeft een patiënt die stil blijft liggen of niersteen, dan
kan je niet stil liggen. Bv ook pijn enkel: enkel gaan vermijden.

Verschil acute en chronische: pijnbeleving en pijngedrag is veel meer uitgesproken bij chronische
pijn dan bij acute pijn. Bij acute pijn is de centrale gewaarwording de nociceptie, die de pijn heeft
veroorzaakt. Terwijl bij chronische pijn is de pijngewaarwording verminderd aangezien patiënten
hiermee leren leven, maar de pijn beleving en gedrag blijft aanwezig. Veel grotere emotionele en
psychologische factor.


Factoren die gevolg zijn van acute pijn.

Op heel veel verschillende gebieden. Cognitieve:
gewenning/gedacht over pijn, bv tandpijn, als je
weet hoe dat voelt, zal de pijn minder zijn of door
opbouw van ervaring kan je relativeren of
behandelen.

Sympatisch kan gevolgen veroorzaken: tachycardie,
hypertensie, zweten.

Patienten gaan eerst agressief worden, en dan pas depressief. Socio cultureel: zuiderse types gaan
helemaal anders gaan reageren op acute pijn.




1

,Perifere pijnmechanismen

Perifere weefsels  primaire afferente neuron  dorsale hoorn ruggenmerg

o Perifere weefsels
 Inflammatieproces : beschadiging van cellen  cellen kapot  hieruit
komen inflammatoire factoren uit bv witte bloedcellen (die schade willen
opruimen) en de pijn zal zo ook versterkt worden.
 letsel zenuw (iets dat de pijn zal veroorzaken, trauma ter hoogte van bv
vinger.)
 sectie/ snijwonde
 contusie
 ischemie
 elongatie van weefsels of zenuwen.
 stimuli chemisch/thermisch
o primaire afferente neuron
 zenuwbaan die vanuit het getraumatiseerd lidmaat naar het centrale
ruggenmerg gaan en zo naar de dorsale hoorn van het ruggenmerg
o Dorsale hoorn ruggenmerg  sinaps naar motorische hoorn van het (voorkant
ruggenmerg) ruggenmerg  naar de motorische banen van het ruggenmerg gaan
leiden.

2 verschillende types zijn (fysiolopahtologie van pijn)

- Nociceptieve pijn
o Activering van pijnreceptoren (nociceptoren) als reactie op schadelijke stimuli (bijv.
letsel, ziekte, ontsteking)
o Pijn die ervaren wordt.
o Nociceptoren gestimuleerd worden.
o = postoperatieve pijn.
- Neuropathische pijn
o Door een letsel of ziekte aan de perifere zenuwen of het CZS (bijv. trauma, diabetes,
carpaal tunnelsyndroom)
 Zonder dat het nociceptieve pijn: diabetes
 Carpaal: knelling van zenuwen.
o Pijn ten gevolge van zenuwschade/zenuwpijnen.

Perifere pijn: fysiologie.


- Thv kleine zenuwuiteinden
- Relatief lokaal: pijn kan uitgebreid worden naar hogere
achelons.
- Hoge response drempel
- Afwezige snelle adaptatie: je gaat niet snel zeggen dat je het
gewoon wordt (bv pijn lucifer), je gaat snel reactie geven.

Zenuwvezels naar het dorsale ganglion  sinaps naar een ander
neuron  stimulus receptieerd en ontvangt  pijnstimulus doorgeven naar motorische hoorn (om
gepaste reactie weer te geven: spinale reflex) ofwel stimulus naar andere kant ook gaan, naar


2

,zenuwbanen tot in de hersenen gaan om daar weer connectie te maken om andere factoren in
werking te stellen.

- Verschillende soorten vezels:
o A  snelle vezels, zijn gemyeliniseerd en geven snel transport van pijn.
 α
 β
 γ
 δ1
o B
o C traag geleidend, weinig of niet gemyeliniseerd.

 pijnstimulis die binnenkomt via dorsale hoorn 
krijgt synaps ter hoogte van dorsale ganglion  dan
ter hoogte van dorsale hoorn  connectiepunten
ter hoogte van verschillende neuronen 
overdracht ter hoogte van motirische hoorn 
reactie (spinale reflex).
 Kan ook langs de andere kant gaan  inductie geven
ter hoogte van u sympaticus die dan vasoconstrictie
veroorzaken (bloedverlies te stoppen)

Pijngewaarwording vs nociceptie

- Nociceptie: binnenkomende prikkel (pijnprikkel)
- Pijngewaarwording: externe prikkel doet pijn. Is afhankelijk van individu, van bijvoorbeeld de
emoties, omgeving, cultuur, ervaring, enz.
- Pijngewaarwording zonder nociceptie: ALGODYNIE
o V neuralgie: zonder dat men de oorzaak kent.
o fantoompijn

opstijgende banen bekijken  corticospinale of
reticulospinale tractus die via ruggenmerg naar
boven zullen lopen  banen tot in de hersenen
lopen.

Ze gaan helpen de pijngewaarwording induceren.
Vanaf pijn via die opstijgende banen gaan lopen,
krijg je de vrijstelling van aantal producten om de
pijn te temperen (enkefalines en endorfines). Enkefalines temperen de pijn. Als je zou kunnen
voorkomen dat deze hormonen niet zouden afgebroken worden, zou de patiënt veel minder pijn
hebben en je minder medicatie moeten geven.




3

, Enkephaline afbraak geinhibeerd => block transmissie van nociceptieve signalen

pijnstimulis gaat naar boven via opstijgende banen, enkephaline en
endofines komt vrij ter hoogte van hersenen  naar de bloedbaan 
gaan op bepaalde receptoren van zenuwen gaan zitten om de pijn te
gaan minderen. Enkephalines worden ook afgebroken door enzymen
zodanig dat de pijngewaarwording er wel is.

Er moet dus een goede balans zijn, dan de hormonen op tijd worden
afgebroken.



Amplificatie van pijn: versterking van pijn.

- Gerefereerde pijn: thv de huidregio corresponderend met de achterhoorn neuronen waar de
viscerale afferente banen convergeren => hyperalgesie
o Galblaasleiden: pijnversterking ter hoogte van contra laterale linker schouder.
- Reflexmotorische activiteit, van somatische aard => spierspasmen
o Ter hoogte van vingers bijvoorbeeld, die pijnlijke contracties kunnen veroorzaken.
- Reflex efferente activiteit van sympatische aard => sfincterspasmen, viscerale ischemie,
microcirculatieveranderingen

Pijngewaarwording thv CZS

- Aandacht  tandpijn is bijv overdag minder erg dan ’s nachts.
- Cognitieve functie
o Geheugen
o Onderscheid van pijnniveaus
- Sociale en culturele aspecten

Terminologie

- Analgeticum = pijnstiller
- Agonist = stof die een zekere affiniteit bezit voor een receptor
- Antagonist = stof die een zekere affiniteit bezit voor een receptor, zonder er op in te werken.
- Opioid = stof die direct effect heeft op de µ-opioid receptor; antagonist is naloxone (zie
verder)

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisvanroy. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.97
  • (0)
Add to cart
Added