- Onderdelen zoals:
- Doel: begrijpen van economische aspecten van (problemen van)
gezondheid(szorg)
Typische vragen dat we ons kunnen stellen:
- Hoe hoog dient de forfait voor een verblijf in een zh te worden gesteld?
- Is een suikertaks een nuttig instrument in het verminderen van softdrinks?
- Hoe dienen we onze dokters te betalen?
- Wat is de meest kosten effectieve therapie bij HIV-behandeling?
Wat is een bron?
- Alle items binnen de economie die gebruikt worden bij het produceren en verdelen van goederen
- Arbeidskrachten, kapitaal, land/infrastructuur
- Bronnen op zich zijn in de meeste gevallen niet direct van nut maar is het door de combinatie van bronnen dat er iets wordt gecreëerd.
Dit proces van combineren van bronnen wordt productie genoemd. Het eindresultaat van dergelijke productie is een goed. Een goed kan
direct worden geconsumeerd, en worden dan consumptiegoederen genoemd. Een productieproces kan ook uitmonden in goederen die
dan later worden gebruikt om andere goederen te produceren. Dit worden intermediaire goederen (of half-afgewerkte goederen)
genoemd.
Wat is een goed?
- Consumptiegoederen
- Intermediaire goederen
- Goederen kunnen iets tastbaar zijn (vb. een medicijn), maar ook een dienst (vb. een consultatie)
Een baat bij het bezitten van een goed
- Consumeren
o het innemen van een geneesmiddel, het opeten van een appel, ...
- Investeren
o een printplaat “gebruiken” als onderdeel voor het maken van een
toestel, het maken van appelsap met diezelfde appels, ...
o Opgelet: je gaat ervan uit dat je een meerwaarde creëert door het
maken van een toestel (of appelsap), maar een investering gaat
altijd gepaard met een risico, waarbij het ook een mogelijkheid is dat het eindresultaat niet
de meerwaarde heeft waarop men had gehoopt.
- Verhandelen
o vb. je verkoopt je printplaat of je appels. Met de inruilwaarde (in onze maatschappij is dit
vaak geld) kan je andere goederen aankopen.
Wat is een markt?
- Waar personen met een vraag naar een goed en producenten van dat goed
elkaar treffen
- Vb: plaatselijke weekmarkt, de huizenmarkt, de arbeidsmarkt, …
1
, - In de meeste gevallen is er geen concrete ontmoetingsplaats, maar gaat dit over een abstracte
benadering van de term ‘markt’.
- Het bedrag waartegen het goed wordt ‘omgeruild’ is de prijs. Deze prijs wordt beïnvloed door
factoren zoals aantal verschillende producenten, aantal potentiële kopers, de mate van bereidheid
om een bepaalde prijs te betalen. Ondermeer binnen de gezondheidszorg is er veelal ook een
interactie/invloed van de overheid op deze marktwerking.
Schaarste
- Beschikbare bronnen zijn niet onbeperkt
- Wensen zijn onbeperkt
- Keuzes in productie én consumptie
- Het bestaan van schaarste is één van de uitgangspunten in economie. Bronnen zijn namelijk vaak
beperkt in beschikbaarheid, waardoor de wensen van de mensen deze beschikbaarheid overstijgt.
Het gevolg hiervan is dat er keuzes dienen te worden gemaakt over wat er wordt geproduceerd
alsook wat we uiteindelijk consumeren.
- Schaarste is niet hetzelfde als zeldzaamheid. Zeldzame bronnen zijn pas schaars als ze ook gewild
zijn.
Begrippen
- Economische wetenschap
o = de sociale wetenschap die keuzes inzake productie en consumptie onder voorwaarden
van schaarste bestudeert, inclusief de gevolgen van deze keuzes voor de maatschappij
o Schaarste leidt tot keuzes (keuzes van zowel het individu als van de maatschappij), en dit is
de kern van economische wetenschappen. Zie slide voor een definitie van economie.
Economie kan soms kortweg beschreven worden als de studie van de schaarste, of de
studie van de menselijke behoeftebevrediging.
- “De” economie
o = Alle economische activiteiten en instellingen binnen een bepaalde regio
o Als men spreekt over “de economie”, bedoelt men alle economische activiteiten en
instellingen binnen een bepaalde regio, bv. de Belgische economie, de wereldeconomie.
- Gezondheidseconomie
o = het toepassen van de economische theorieën op fenomenen en problemen gerelateerd
Uitgaven voor gezondheidszorg in België
- 50535 miljoen euro met 11,06% van het BBP
- Het Bruto Binnenlands Product (BBP) is de optelsom van alle economische productie, of m.a.w. de
totale toegevoegde waarde die geproduceerd wordt, binnen een bepaalde regio, gedurende een
bepaalde periode (vb. 1 jaar).
- Het BBP is dus:
o Niet persoonsgebonden: niet de economische productie van alle Belgen, want sommige van
hen wonen in het buitenland en dragen dus bij aan het BBP van het land waar ze verblijven
o Wel regiogebonden: de economische productie van alle mensen op Belgisch grondgebied,
ook van diegenen die niet de Belgische nationaliteit hebben
2
,Schaarste in middelen
- Vier basis vragen
o Verdeling van middelen tussen gezondheidszorg en niet-gezondheidszorg gerelateerde
domeinen
▪ Hier dient dus een keuze gemaakt te worden tussen het alloceren van middelen aan de
gezondheidszorg versus de andere sectoren in de economie (bijv. onderwijs, veiligheid, justitie,
openbare werken enz). Zelfs enkel met als doel om gezondheid te maximaliseren, is het belangrijk om
ook middelen te alloceren naar andere sectoren, vb. verkeersveiligheid (minder verkeersslachtoffers),
onderwijs (“health literacy” en de impact daarvan op gezondheid), etc.
o Verdeling goederen en diensten binnen gezondheidszorg (kapitaal, infrastructuur, arbeid)
▪ Voorbeelden kunnen zijn: hoeveel ziekenhuisbedden moeten er worden voorzien, dient het aantal
plaatsen jeugdgezondheidscentra te worden verhoogd, hoeveel geriaters hebben we nodig, etc. Net
als in het vorige voorbeeld, kunnen allocaties in het ene domein een impact hebben op andere
domeinen (vb. preventiecampagnes en curatieve zorg in ziekenhuizen).
o Welke middelen zijn er nodig voor die goederen en diensten te produceren
▪ (bijv. ouderenzorg, spoedeisende hulp, etc) en hoe kunnen deze op de meest efficiënte manier
worden ingezet?
o Voor wie zijn de goederen en diensten bestemd?
▪ Bijv. in welke mate je kan beroep doen op thuiszorg is afhankelijk van de Belrai score (=evaluatie van
zorgzwaarte). Een overheid probeert ervoor te zorgen dat mensen met een hogere zorgbehoefte ook
meer ondersteuning kunnen krijgen (zie ook verder: verticale billijkheid).
- Bij deze vier basisvragen wordt een verschillend aspect van efficiëntie belicht.
o Vraag 1 en 2 gaat over efficient verdelen van van middelen, zowel binnen de
gezondheidszorg (vraag 2) als in het groter geheel (vraag 1)
o Vraag 3 gaat over efficiënte productie
o Vraag 4 gaat over toegankelijkheid van de middelen (in functie van de noden)
Uitgaven voor gezondheidszorg in Vlaanderen
- Ten gevolge van verschillende staatshervormingen, kreeg Vlaanderen steeds meer bevoegdheden
binnen de gezondheidszorg. Meer specifiek is het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid (VAZG)
verantwoordelijk voor gezondheidszorgsbeleid in Vlaanderen. VAZG behoort tot het beleidsdomein
Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Dit domein werd in 2021 begroot op 13.25 miljard euro, wat
bijna 1/3de van de uitgaven voor Vlaanderen is
- Bevoegdheden van Vlaanderen inzake gezondheid
o Erkenning van zorgverstrekkers en zorginstellingen
o Kwaliteitsbewaking van zorginstellingen (eerstelijnszorg, ziekenhuizen, preventieve
gezondheidszorg, thuiszorg, ouderenzorg, geestelijke gezondheidszorg, revalidatie en
verslaving)
o Hulp aan bejaarden
o Preventie
- Beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin:
Keuze en opportuniteitskost
- Keuze (ingegeven door dilemma van schaarste)
o Op basis van wat?
o Principe van utiliteitsmaximalisatie
o Maatschappij: ‘social welfare’
o Trade-off
o Omwille van schaarste (zie vorige slides) dient men keuzes te maken over wat men gaat
produceren/consumeren. Bijvoorbeeld, als we middelen gebruiken voor de bouw van
3
, ziekenhuizen heeft dit repercuties op de mogelijkheden om te investeren in de thuiszorg. Bij
deze keuzes kan men vertrekken vanuit verschillende uitgangspunten en afhankelijk
daarvan opteren om al dan niet goederen te consumeren/produceren. Als maatschappij
kunnen we de keuze maken om te streven naar een maximalisatie van totaal welbevinden
van de leden van de maatschappij.
- Opportuniteitskost
o Waarde/baat van het alternatief dat niet werd gekozen omwille van het feit dat de nodige
bronnen ingezet werden bij de productie van het gekozen goed.
o Bij elke keuze die we maken, geven we iets op. In economie is het belangrijk om bij elke
keuze ook te kijken naar de beschikbare alternatieven. Bijvoorbeeld:
▪ Betaal je 100€ voor een nieuwe jas, dan kan je dit bedrag niet spenderen aan een
avondje uit.
▪ Klus je een avondje bij, dan kan je diezelfde avond niet gaan sporten.
▪ Indien de overheid 10 miljoen € voorziet voor woonzorgcentra, kan dit bedrag niet
meer gespendeerd worden aan revalidatiecentra.
o De opportuniteitskost is de waarde van het beste alternatief dat je opgeeft, en dus de niet-
gerealiseerde opbrengst van dit best mogelijke alternatief. Bij “opbrengst” denken we
meteen aan geld, maar dit kunnen ook andere zaken zijn, zoals kennis, een bepaalde
ervaring, of gezondheidswinst.
Keuze dilemma
- Voorbeeld productiemogelijkhedengrens
- Y=f(L, K, T)
- Keuze tussen materniteit (M) of RVT (N)
- Curve = max output
- X-/Y-as aantal prestaties
- Verschillende mogelijkheden:
o A= alle middelen naar M
o E= alle middelen naar N
o Combinaties (B, C, D)
- Een productiemogelijkhedengrens (in het Engels: production possibility frontier/curve) wijst op de afweging tussen twee
goederen (in dit geval: diensten). Ieder punt op de curve wijst op de maximale productie van twee goederen. Deze curve
stelt optimale efficientie of pareto-efficientie voor.
- Pareto-efficiëntie = een allocatie van productiemiddelen is pareto-efficient als je van geen enkel goed meer kunt
produceren zonder van een ander goed minder te produceren. Alle punten op de productiemogelijkhedengrens, en alleen
deze, zijn pareto-efficient.
- Dus ieder punt op de curve is een mogelijke optie waarbij alle middelen efficient zijn ingezet:
o Punt A: alle middelen kunnen ingezet worden in beschikbare plaatsen op materniteiten. Daardoor worden er
geen middelen gebruikt voor beschikbare plaatsen in rust- en verzorgingstehuizen, en zijn er daar bijgevolg nul
beschikbare plaatsen.
o Punt E: idem als vorig scenario, maar omgekeerd, nl. Alles gaat naar het RVT.
o Punt B,C,D: dit zijn mogelijke combinaties van waarbij er middelen gebruikt worden voor zowel materniteiten als
RVTs.
o Punt G: is niet haalbaar, gegeven de huidige beschikbare middelen (m.a.w. niet haalbaar als gevolg van
schaarste)
o Punt F: alle punten onder de productiemogelijkhedengrens zijn pareto-inefficient
- In C: Mc, Nc diensten
- Indien C -> D
- Toename N diensten
Nd-Nc
- Ten koste van: M-diensten
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisvanroy. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.16. You're not tied to anything after your purchase.