Verzekeringsrecht week 6: Verplichtingen na schade
Verplichtingen na schade voor verzekerde: 1) verbod erkenning aansprakelijkheid, 2)
medewerkingsplicht, 3) bereddingsplicht.
Verbod tot erkenning art. 7:953 BW. Dit is dwingend recht, er kan dus niet ten nadele van de
verzekerde van worden afgeweken, indien dit wel gebeurd dan nietig. Erkenning van
aansprakelijkheid mag in beginsel niet, erkenning van feiten mag wel. Als de erkenning van
aansprakelijkheid achteraf juist blijkt te zijn, dan geen gevolg.
Wanneer aansprakelijkheid is erkend, maar door emotionele toestand, kan art. 6:248 BW eventueel
gebruikt worden om toch dekking te krijgen. Dit is een lastige bewijskwestie, nu iedereen achteraf
kan roepen dat hij in emotionele toestand verkeerde. Goed beargumenteren op tentamen!
Medewerkingsplicht art. 7:941 BW. Bestaat uit twee delen: meldingsplicht en informatieplicht om
stukken te verstrekken.
In lid 1 van het artikel staat de meldingsplicht. Dit is dwingend recht: geen afwijking ten nadele van
verzekerde. Indien er in polisvoorwaarden staat dat ‘dadelijk’ of ‘binnen 4 uur’ gemeld moet worden,
dan nietig want in strijd met art. 7:941 lid 1 BW, dus nietig.
Lid 2 geeft aan dat de verzekeringsnemer inlichtingen en bescheiden dient te verschaffen die nodig
zijn om de uitkeringsplicht te beoordelen.
Naast de verzekeringsnemer is ook de verzekerde gehouden aan de medewerkingsplicht.
De sanctie van schending medewerkingsplicht is: toerekenbare tekortkoming art. 6:74 BW, dus
schadevergoeding. Art. 7:941 lid 3 BW zegt daarbij dat de schadevergoeding, ontstaan door de te late
melding/geen stukken verstrekken, mag worden verrekend met de uitkering. Schadevergoeding is
lastig te berekenen, want wat is schade als 4 weken te laat is gemeld? Daarom kiezen veel
verzekeraars om in de polis op te nemen: verval van uitkering/verval van recht. Dit moet wel in de
polis staan. Verzekeraar moet hierbij wel in redelijk belang zijn geschaad (art. 7:941 lid 4).
Kortom: uitgangspunt sanctie is schadevergoeding – verzekeraar mag in de polis opnemen verval van
recht op uitkering – maar lid 4 zegt wel dat verzekeraar dan moet kunnen aantonen dat hij door
schending medewerkingsplicht in redelijk belang is geschaad (dit kunnen verschillende belangen zijn,
bijv.: onderzoeksbelang, financiële belang, regelingsbelang).
HR Twaalfhoven – Railway Passengers: hierin werd voldoende geacht dat het niet zelf tijdig
onderzoek kunnen doen door de verzekeraar lijdt tot in redelijk belang geschaad, dus verval van recht
tot uitkering. Echter: dit arrest geldt niet meer!! Nu geldt: de verzekeraar moet stellen en zo nodig
bewijzen dat hij een daadwerkelijk, praktisch belang heeft bij het inroepen van verval van
rechtsbeding. Daarnaast HR 7 maart 2014: de aangevoerde nadelen moeten voldoende klemmend
zijn (bijv. in een ongunstigere positie door te late melding).
In lid 5 staat: bij opzet tot misleiding geen uitkering (oftewel fraude). Is hiervan sprake, dan hoeft de
verzekeraar niet meer aan te tonen dat hij in zijn redelijk belang is geschaad: het enkele feit dat er
fraude is geweest aan de kant van verzekerde brengt mee dat hij geen recht meer heeft op uitkering.
De fraude kan op twee niveaus gebeuren: niet de waarheid verteld over de schade, of niet de
waarheid over hoe het voorval is gebeurd.
In HR 3 december 2004 (anticipatiearrest), wat viel onder het oude recht, is al geoordeeld dat het
schaden van het redelijk belang niet hoeft te worden aangetoond indien sprake is van fraude.
Ook indien er sprake is van ‘kleine fraude’ is gewoon sprake van fraude, wat maakt dat het schaden
van het redelijk belang van de verzekeraar ook hier niet hoeft te worden aangetoond. Dit in het licht
dat de verzekeringsovereenkomst dé vertrouwensovereenkomst is. Geen proportionaliteitstoets
nodig!
Lid 5: ‘behoudens voor zover deze misleiding het verval van het recht op uitkering niet rechtvaardigt’ .
In de praktijk heeft lid 5 eigenlijk geen betekenis. Verzekerden proberen het wel eens, maar een
rechter gaat hier eigenlijk niet in mee. Op tentamen geen beroep doen op behoudens-zin, want is dus
eigenlijk een dode letter.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessavanschaik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.