1. INLEIDING
Wat?
o Valideren: kijken of het iets waard is
Toestellen
Methodes
Laborant
Materiaal
o Je wilt dat getal dat je krijgt overeen komt met je staal
Gaat niet perfect in praktrijk
In theorie wel
Waarom
o Je wilt weten wat nog binnen wettelijke normen valt en wat niet
volgens de ISO-normen omschreven als
o “de bevestiging, door het bekomen van objectieve evidentie, dat de vereisten voor een
specifiek vooropgesteld gebruik of toepassing zijn voldaan.” (ISO 9001, 2000)
o ISO 17025
Belangrijkste!
Iets nieuws in uw labo: dient
gevalideerd/ bewezen te worden
Via statistiek
Validatie in labo: op verschillende niveaus:
o validatie van methoden/apparatuur:
validatie
= procedure die ertoe leidt dat een analysemethode op een zo betrouwbaar
mogelijke manier bruikbaar is voor het onderzoek in het laboratorium.
Labo die accreditatie aanvragen
o moeten kunnen aantonen dat:
voor de beproeving en de kalibratie methoden en technieken
worden gebruikt waarvan de vooropgestelde validatiecriteria
proefondervindelijk zijn bewezen
Tijdens uitvoeren vd methoden gebruik v
o apparatuur, reagentia, stalen enz.;
o => deze moeten ook aan validatiecriteria voldoen.
o validatie van resultaten:
o als labo een accreditatie willen verkrijgen/behouden
=> elk analyseresultaat technisch worden gevalideerd via
kalibratiegegevens
& (intern) kwaliteitscontroleprogramma
o in medische labo’s: vaak bijkomende validaties
cfr. ISO-15189
Rapporten van analyses moeten nog door de klinisch bioloog
bijkomend worden gevalideerd
kwaliteitszorg 1
, 2
(zie validatierapport)
Uiteindelijk: statistische procesbeheersing noodzakelijk.
Voor opdrachtgever:
o Analyseresultaat = info over onderzochte staal
o Info = nooit volledig = onzekerheid blijft
Complex: want komt voort uit verschillende bronnen
Bemonsteren:
o = staalname
geanalyseerde monster
o =representatieve weergave van het object?
Analysemethode:
o Is er een systematische fout?
o ( met een bepaalde factor geen rekening gehouden?
Methode op zich
o Uitvoering vd analysemethode:
o toevallige fout
o veel mogelijkheden
o ( bv: laborant naar ovp geweest de nacht ervoor 😉 )
Verandering van het object zelf:
o = staal zelf
o afbraak van de te analyseren component in functie van de tijd.
o Bv: frigo laten open staan ( enzymen afgebroken)
o Statistiek
= hulpmiddel om om te gaan met de onzekerheden door:
analyseresultaten te produceren.
analysemethoden te ontwikkelen en te valideren.
onzekerheid in analyseresultaten uit te drukken.
doel ve validatie van een analyse houdt in dat
o beoordelen of de ontwikkelde/gebruikte methode beantwoordt aan de vooropgestelde
prestatiekenmerken m.b.t. betrouwbaarheid.
Ware waarde
o verschillende analyses uit voeren om:
waarde te bekomen die de “ware waarde” zo goed mogelijk benadert
o variabelen in een
2. STEEKPROEF VS POPULATIE
onderzoek
o start: onderzoeksopzet met duidelijke vraag mbt populatie
Populatie
= alle mogelijke waarnemingsresultaten waarop onzoek gericht is
Belangrijk
o Goede omschrijving van populatie
Vaak veel te groot om te werken
Steekproef
Deelverzameling van steekproef
Belangrijk
o Goede keuze steekproef
Want : moet worden geëxtrapoleerd naar populatie
Goede steekproef = representatief
kwaliteitszorg 2
, 3
o Als: N elementen id populatie
=> elk element 1/N kans om in steekproef te zitten
o Elementen uit populatie ad random kiezen om in steekproef te zitten
o Opgelet:
extrapolatie kan nooit voor 100%
3. VARIABELEN IN EEN EXPERIMENT
variabelen: kunnen invloed hebben op resultaten
2 soorten
o Onafhankelijke variabelen
Analist heeft dit zelf id hand
Bv
Instellingen op toestel
Concentratie stockoplossing
o Afhankelijke variabelen
Afhankelijk vd onafhankelijke variabele
= variabele die men wil bepalen/ meten door exp.
Bv:
Fluorescentie bij flowcytometrie
Afhankelijke variabelen indelen op verschillende manieren
o Nominale schaal
Kwalitatieve variabelen
Geen rangorde
Bv kleuren
o Ordinale schaal
Eigenschappen ook met woorden beschrijven
Wel rangorde
o Intervalschaal
Kwantitatieve variabelen
Rangorde van intervallen
o Ratioschaal
Kwantitatieve variabelen
Verschillende waarden waarmee kan gerekend worden
4. SPREIDING IN ANALYSERESULTATEN
Meetonzekerheid
o =toevallige component (spreiding)
o +systematische component (bias)
Hoofdstuk
o Leren= omgaan met spreiding
o systematische component komt later aan bod
4.1 DE WARE WAARDE EN DE BENADERINGEN
door onderzoek/ analyse
o => ware waarde zo goed mogelijk trachten te benaderen
o Door analyseresultaten
Bepaalde verwachtingswaarde
o => hoe nauwkeuriger het onderzoek
=> hoe beter de verwachtingswaarde = “ware waarde”
kwaliteitszorg 3
, 4
statistisch grondbeginsel:
o concentratie ve monster dat we analyseren heeft een ware waarde heeft
ware waarde:
o nooit met zekerheid weten
o =>benaderen dr analyse uit te voeren
obv analyseresultaten => bepaalde verwachting omtrent de ware concentratie,
verwachtingswaarde:
de benadering van de ware waarde door de toegepaste analysemethode
verwachtingswaarde ve goede analysemethode
o die geen systematische afwijking heeft
o = rond de ware waarde µ liggen
Wnr meerdere analyseresultaten => verschillende manieren om de verwachtingswaarde te bepalen:
o gemiddelde waarde & mediaan.
Mediaan
Wnr
o relatief klein aantal analyses
o vermoeden dat 1 of meer analyses sterk afwijkende waarden zijn
verkregen
o Vergelijking van het gemiddelde met de mediaan
= snelle manier om problemen te signaleren
Wnr niet op elkaar lijken
=> wss probleem met een sterk afwijkende meetwaarde.
Het gemiddelde 𝑥̅ van een steekproef met n metingen 𝑥𝑖 uit een populatie wordt berekend als:
o Eenheden
Zelfde als waarnemingsresultaten
o Als verwachtings waarde voor een variable : vaag rek. gem. gebruikt
1
𝑥̅ = ∑ 𝑥𝑖
�
� 𝑖
Mediaan
o Bepaling mediaan
Waarnemingsgetallen rangschikken van klein naar groot
Rekeing houdend met freq
wnr
n= even
o => mediaan = gemiddelde vd 2 middelste getallen
n : oneven
o => mediaan middelste getal
o Eenheden
Zelfde als waarnemingsresultaten
o Wnr gebruiken
(rel) klein aantal metingen
Want: minder kans op invloed van mogelijke outliers
Bij analyse in vgl met gem
Indien groot verschil tss de 2
kwaliteitszorg 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iemand123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.