H1 Wat is positieve psychologie?
Positieve psychologie is de stroming die uitgaat van de sterke kanten van de mens en de
veronderstelling dat geluk te vinden is door het identificeren en gebruik maken van de sterke
kanten die iemand al bezit. Het is eind jaren 90 geïntroduceerd, voor die tijd vooral aandacht
voor problemen en klachten in de psychologie, nu steeds vaker ook op (het ontwikkelen van)
krachten. Dit vergroot de draagkracht. Ook aandacht voor momenten waarop klachten minder of
niet voorkomen en hoe de cliënt dat lukt.
Seligman (2002) stelde een lijst van 25 persoonlijke kwaliteiten op verdeeld onder 5 domeinen:
1. Wijsheid (creatief zijn, nieuwsgierig zijn, open houding, leergierig, perspectief zien en advies
geven)
2. Moed (moedig zijn, volhardend zijn ondanks opstakels, integer zijn en verantwoordelijkheid
nemen, levendig.energiek/vitaal, liefdevol zijn en waardering uiten, vriendelijk zijn en goede dingen
doen, sociaal intelligent zijn en inleven)
3. Rechtvaardigheid (rechtschapen zijn en loyaal zijn, eerlijk en fair zijn, leiderschapskwaliteiten
hebben en andere aanmoedigen)
4. Zelfbeheersing (vergevingsgezind zijn en accepteren dat andere tekortkomingen hebben,
bescheiden zijn, voorzichtig zijn en geen onnodige risico’s nemen, zelfcontrole hebben over emoties)
5. Transcendentie (genieten, dankbaar zijn en dit uitdrukken, humor hebben en de lichte kant van
dingen kunnen zien, hoop hebben en het beste van de toekomst verwachten, spiritueel zijn en
geloven in een hoger doel en de zijn van het bestaan.
H2 Optimisme
Een belangrijk lid van de positieve psychologie familie is Optimisme. Uit onderzoek Seligman jaren 70
naar aangeleerde hulpeloosheid bleek dat verwachtingen goede voorspellers zijn van gedrag.
Verwachting dat er niets tegen te doen is leidt tot passiviteit, vermijding, angst, depressie en
lichamelijke ziekten. Verwachting van controle leidt tot volhoudendheid en veerkracht. Hierdoor is
Seligman onderzoek gaan doen naar aangeleerd optimisme.
Fitzsimons (2007) deed onderzoek naar verwachtingen. Zij vonden dat als mensen gevraagd werd hoe
vaak zij verwachten de komende tijd aan een slechte gewoonte te zullen toegeven, de kans groter
werd zij inderdaad toegaven aan de verleiding. Een ogenschijnlijk onschuldige en neutrale vraag kan
ons gedrag dus negatief beïnvloeden.
, Pessimistische denkstijl
schrijven negatieve gebeurtenissen vooral toe aan stabiele, globale en interne factoren. Positieve
gebeurtenissen aan tijdelijke, specifieke en externe factoren.
> Dit leidt tot verwachtingen van hulpeloosheid. Lopen meer risico op depressie. Ervaart
gebeurtenissen als allesomvattend, permanent en oncontroleerbaar. Pessimisme dwingt ons wel de
confrontatie met de werkelijkheid aan te gaan.
Optimistische denkstijl
doen dit andersom. Negatieve gebeurtenissen aan tijdelijke, specifieke en externe factoren en
positieve aan stabiele, globale en interne factoren. Ervaart gebeurtenissen als plaatselijk, tijdelijk en
veranderbaar.
Er bestaat een duidelijk positief verband tussen geluk en optimisme.
> optimisme en pessimisme zijn relatief stabiele persoonlijkheidskenmerken, maar ze
kunnen beïnvloed worden door de manier waarop iemand zich gedraagt en waar iemand zijn
aandacht op richt. Hoe kan iemand zich gelukkiger voelen:
Gedurende een week zo veel mogelijk noteren over wanneer zij in het verleden op
hun best waren
Een week lang elke dag iets over hun sterke kanten opschrijven
Dankbaarheid tonen
Een week lang drie goede dingen noteren die er in hun leven gebeurden
4 zaken zorgen voor een gelukkig leven. gelukkige mensen…
Vinden zichzelf aardig
Zijn meestal extravert
Hebben het idee controle te hebben
Zijn optimistisch
H3 Hoop
Een tweede belangrijk lid van PP is Hoop. De aandacht voor hoop is in de psychotherapie was
afhankelijk gericht op het reduceren van hopeloosheid in plaats van het doen toenemen van
hoopvolle gedachten.
-Een positieve emotie die gebaseerd is op het idee dat je succesvol bezig bent om stappen
richting je doel te zetten.
-Het positieve gevoel dat we ervaren als we mogelijkheden zien voor een betere toekomst.
Reduceren van hulpeloosheid is niet hetzelfde als hoop.
Twee reacties op nare gebeurtenissen: wanhoop of hoop.
Wanhoop: Ontstaat een neerwaartse spiraal. Angst en onzekerheid geven stress, waardoor verdriet
en schaamte ontstaan. Aandacht voor positieve, en verbondenheid met anderen, gaat verloren.
Hoop: Zorgt voor een opwaartse spiraal. Aandacht voor positieve dingen neemt toe, zorgt dat je
liefde, dankbaarheid etc kan voelen en verbondenheid met anderen groter wordt. Je kan je sterker
voelen dan ervoor. (is niet tegenovergestelde wanhoop, je ziet wel wat er aan de hand is
Er zijn 3 componenten nodig bij hoop (Snyder, 1994):
1. Formuleren van een doel: Het stellen van een doel met een gemiddelde
moeilijkheidsgraad genereert de meeste hoop. Snyder maakt onderscheid tussen hoopvolle
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BiancaA. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.