100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting rechtsvinding en rechtsvorming $4.30   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting rechtsvinding en rechtsvorming

2 reviews
 256 views  14 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige samenvatting per college van het vak rechtsvinding en rechtsvorming op de HAN (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen). Derdejaars HBO-rechten. Boek: recht en interpretatie van Oscar van der Roest.

Preview 3 out of 27  pages

  • Yes
  • October 10, 2017
  • 27
  • 2017/2018
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: jonathanvogt • 3 year ago

review-writer-avatar

By: Zaneta1996 • 7 year ago

avatar-seller
Samenvatting rechtsvinding en rechtsvorming
Werkcollege 1: hoofdstuk 6
Werkcollege 2: hoofdstuk 5 + 7
Werkcollege 3: hoofdstuk 8
Werkcollege 5: hoofdstuk 4, paragraaf 4.6

Hoorcollege 1: hoofdstuk 1
Hoorcollege 2: hoofdstuk 2 + 9
Hoorcollege 3: hoofdstuk 3 + 4

Hoofdstuk 1
59 v. Chr tot 17 n. Chr -> Titus Livius was een Romeins historicus. Livius beschreef de geschiedenis van
de stad Rome in meerdere boeken (libri) met als titel ‘Vanaf de Stichting van de Stad’. Volgens
de beschrijvingen van Livius is de stad Rome in 753 v. Chr. Gesticht door twee broers; Romulus
en Remus. Na de stichting van de stad moesten de goden via een teken kiezen wie van de twee
broers de absolute macht (het imperium), dat wil zeggen de wetgevende, uitvoerende en
rechtsprekende macht, over de inwoners van de stad Rome kreeg. Volgens het volksverhaal zag
Remus 6 gieren. Enige tijd later zag Romulus 12 gieren. Over de uitleg (interpretatie) van het teken
van de goden ontstond discussie. Remus werd door zijn volgelingen tot koning uitgeroepen, omdat hij
op een eerder tijdstip de gieren had waargenomen. Romulus had volgens zijn volgelingen het recht
om koning te worden, omdat Romulus geen 6 maar 12 gieren had gezien. De broers kregen ruzie en
er ontstond een gevecht. Tijdens dit gevecht werd Remus gedood. Romulus ontleende zijn macht
aan de goden. In het vervolg werd de koning door de burgers van Rome gekozen. Dat gebeurde in
de volksvergadering (comitia).
De koning was op grond van het imperium bevoegd om wettelijke maatregelen, een zogenaamd edict
(edictum), uit te vaardigen. Daarnaast was de koning voorzitter van de volksvergadering. Ook de
volksvergadering was bevoegd om op voorstel van de koning een wet (lex) vast te stellen. Romulus
werd bij de uitoefening van zijn macht geadviseerd door een adviesraad (de senaat). In
deze adviesraad aan de koning zaten de hoofden van de romeinse families.

Koning


Volksvergadering Senaat (adviescollege voor de koning)



Lex Edictum


De laatste koning van het Romeinse Rijk, Tarquinius Superbus, werd in 509 v. Chr. Verdreven. Hij werd
door een volksopstand verdreven, de reden voor de volksopstand was de verkrachting van
de voorname Lucratia door de zoon van superbus, Sextus.
In 510 v. Chr was de Romeinse republiek een feit en zou duren tot 27 v. Chr. Tijdens de republiek werd
het imperium niet langer door één persoon voor het leven uitgeoefend. Het imperium
werd uitgeoefend door twee personen (de consuls). De twee consuls werden voor één jaar door
de volksvergadering gekozen en hadden ieder de volledige wetgevende, uitvoerende en
rechtsprekende macht. Ook tijdens de romeinse republiek waren er twee soorten wetten. De consuls
waren op grond van het imperium bevoegd edicta vast te stellen, terwijl de volksvergadering leges
uitvaardigden. Livius schreef dat de lex voorrang op het edict had. De macht van de volksvergadering
was dus groter dan die van de consuls.



1

,De patriciërs, de leden van ouder Romeinse families, hadden nog veel voorrechten,
zoals lidmaatschap van de senaat. Tegenover de patriciërs staan de plebejers ‘plebs’ (volk) dit zijn
families die niet in de senaat vertegenwoordigd waren, maar wel in Rome woonden. Een overgrote
deel van de bevolking waren plebejers, zij eiste meer invloed. Deze invloed kregen ze door het
invoeren van een volkstribuun (tribuni plebis). De plebejers kozen hun vertegenwoordigers in het
volkstribuun. De volkstribuun had de bevoegdheid gekregen om besluiten van de patriciërs te
verbieden.

Patricische priester waren onder ander belast met het berechten van de plebejers. De
priesters berechtten op grond van ongeschreven recht, dit zorgde voor veel rechtsonzekerheid. Om
een einde te maken aan de rechtsonzekerhed verlangde het plebs dat het bestaande ongeschreven
op schrif werd gezet. Er kwam een volksopstand, met als doel codificatie van ongeschreven recht.

Rond 450 v. Chr. Werd het ongeschreven recht geschreven op twaalf ivoren tafelen. ‘Wet van
de twaalf tafelen’. Deze twaalf tafelen werden op de markt (het Forum) geplaatst waar iedereen
het geschreven recht kon lezen. De gedachte van het volk dat er hierdoor
geen rechtsonzekerheid meer was, bleek onjuist te zijn. Hoewel de regels bekend waren gemaakt,
werd de uitleg (interpretatio) niet aan de plebejers bekend gemaakt. De rechtsgeleerde priesters
stelde voor elke woord de juridische betekenis vast die zij aan het woord gaven, deze konden afwijken
van het gewone spraakgebruik. De juridische uitleg van de regels werden door de priesters
geheimgehouden.

304 v. Chr. Kwam aan de rechtsonzekerheid een einde. In dit jaar werd de uitleg bekendgemaakt door
de secretaris van de patriciër, de plebejer Ganeus Flavius. Na de dood van Julius Caesar in 44 v. Chr.
Kreeg Octavius, zoon van Caesar, in 27 v. Chr. De belangrijkste macht van de republiek, te weten het
imperium en het vetorecht van het volkstribuun, in handen. Octovius leefde van 63 v. Chr tot 14 n.
Chr. Hij noemde zichzelf Caesar Augustus (Augustus betekent ‘verhevene’). Ook kreeg hij de eretitel
‘keizer’. Het woord keizer is afgeleid van Caesar en werd gedragen ter herinnering aan hem. Tot de
dood van keizer Marcus Aurelius in 180 n. Chr. Heerste er in het Romeinse Rijk een relatieve vrede.
Deze tijd werd Pax Romana (Romeinse vrede) genoemd. na de dood van Theodosius de Grote (347-
395 n. Chr.) werd het Romeinse Rijk verdeeld over zijn zonen Flavius Arcodius en Flavius Honorius.
Het Oost-Romeinse Rijk werd toegewezen aan Arcadius. Het West-Romeinse Rijk werd toegewezen
aan Honorius. Na de splitsing van het Romeinse Rijk zagen de twee keizers het nog wel als één rijk.

Een belangrijke Romeinse keizer in het Oost-Romeinse rijk Justitianus regeerde van 527 tot 565 n. Chr.
Over het inmiddels weer ongedeelde Romeinse Rijk. Justitianus heef het destijds
geldende privaatrecht in een wetboek vastgelegd, en wel in de zogenoemde Codex Justitianus. Na de
dood van Justitianus in 565 n. Chr. Is het keizerrijk in het westelijke gedeelte van het Romeinse Rijk tot
een einde gekomen door invallen van Germaanse stammen. Het Oost-Romeinse Rijk is in 1453 tot
een einde gekomen door sultan Mehmed II. De wetgeving van Justitianus heef nog eeuwenlang
gegolden: de wetgeving omvatten:
- Codex Justitianus
- Digesten (verzameling uit werken van klassieke Romeinse juristen)
- Instituten (een leerboek voor eerstejaarstudenten)
- Novellen (nieuwe uitgevaardigde keizerlijke wetten).

Koningstijd 753 v. Chr. – 510 v. Chr.
Republiek 510 v. Chr. – 27 v. Chr.
Keizertijd 27 v. Chr. – 565 n. Chr. (West-Romeinse Rijk)
27 v. Chr. – 1453 n. Chr. (Oost-Romeinse Rijk)




2

, Ondanks de slechte toestand waarin West-Europa zich tijdens de middeleeuwen (ongeveer 500-1500)
bevond, werd in de Italiaanse stad Bologna in ongeveer 1090 lesgegeven in het Romeinse recht.
Hierdoor was in de middeleeuwen de receptie, dat wil zeggen opnieuw doordrongen, van
het Romeinse recht, zoals geschreven in de Codex Justitianus. Vrij snel nadat aan de
Bolognese onderwijsinstellingen Romeins recht werd gedoceerd, werden in en buiten
Italië onderwijsinstellingen opgericht die in het curriculum veel aandacht besteedden aan het
Romeinse recht. Wat bijzonder is want in de Middeleeuwen gold in de praktijk alleen van oudsher
overgeleverd gewoonterecht dat eigen was in een streek. Er was in Europa geen eenheid van recht.
Denk aan de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden waarbij de soevereiniteit berustte bij de
staten van de zeven gewesten. Opvallend is dat in de statenbond wel rechtseenheid was voor wat
betref de toepassing van het Romeinse Recht. Er werd ruimte gemaakt voor de toepassing van het
Romeinse recht. De rechter moest via interpretatie van de regels van het lokale recht beoordelen of
dit lokale recht een antwoord gaf op de rechtsvraag. Als de rechter na interpretatie van het lokale
recht geen oplossing kon vinden, werd door de rechter het Romeinse recht toegepast.
Het Romeinse recht werd in de gewesten gemeenschappelijk recht (ius communio) wat
een subsidiair karakter kreeg (het Romeinse recht werd alle gewesten toegepast als het lokale recht
geen oplossing bood).

Het Romeinse recht heef in Nederland tot 1809 als subsidiair recht gegolden. In dat jaar kwam
in Nederlands de eerste eigen Nederlandse wet tot stand. Aan het einde van de republiek nam
de weerstand tegen de adel toe. De patriotten waren aanhangers van de Franse ‘verlichte ideeën’.
De patriotten wilden een democratische samenleving met gelijke rechten voor alle burgers.
Tegenover de patriotten stonden de Orangisten die de stadhouder de absolute macht wilden laten
behouden. De laatste stadhouder was Willem V, prins van Oranje. Nadat de republiek van de Zeven
Verenigde Nederland werd bezit door de Fransen, vluchten Willem V en werd het een Bataafse
Republiek. Keizer Napoleon besloot op in Holland een Monarchie in te voeren met zijn broer
Lodewijck als monarch. Lodewijck gaf Nederland een eigen wetboek, waar Napoleon het niet mee
eens was en dwong hem af te treden. Daarna werd het Koninkrijk Holland ingelijfd bij het Franse
keizerrijk. In 1813 eindigde de Franse tijd. Napoleon werd verslagen en Willen I, de oudste zoon van
stadhouder Willem V, kwam aan de macht. Er werd afgesproken dat de Franse wetboeken van kracht
bleven tot de invoering van de Nederlandse wetboeken. In 1814 kwam een nieuwe grondwet tot
stand. Deze bleef een jaar van kracht. De overwinnaars in de strijd tegen Napoleon bepaalde op het
congres van Wenen in 1814 en 1815 de toekomstige indeling van Europa. Daar werd bepaald dat er
een nieuwe staat kwam het Koninkrijk der Nederlanden (Nederland en België). In 1815 kwam een
nieuwe grondwet van kracht. De voortgang werd verstoord door politieke onrust. De Belgen
oordeelde dat er te weinig rekening met hun gevoelens werd gehouden en ze kwamen in opstand. In
1830 scheiden het zuiden en het oorden. Het maken van de Nederlandse wetten duurden een
behoorlijke tijd. Pas in 1838 heef het Burgerlijk Wetboek in Nederland kracht van wet gekregen.
Het Burgerlijk Wetboek van 1838 was voor een belangrijk deel gebaseerd op de Code Civil, die weer
op het Romeinse recht teruggaat, en bleef tot 1970 van kracht. Code pénal (wetboek van Strafrecht)
bleef tot de invoerring van het Wetboek van Strafrecht in 1886 van kracht. Het bestuursrecht heef
zich vanaf het einde van de 19e eeuw ontwikkeld toen de industriële revolutie plaatsvond in
Nederland en de overheid zich ontwikkelde tot een verzorgingsstaat. 1874 kwam het ‘kinderwetje
van Van Houten’ dan kinderarbeid in fabrieken verbood. Samen met de Armenwet van 1854 waren
deze wetten een van de eerste bestuursrechtelijke wetten in Nederland. De grondwet van 1887
bevatte een artikel waarin de invoering van bestuursrechtelijke rechtspraak mogelijk werd gemaakt.
De grondwet van 1983 gaf in art. 107 lid 1 GW de wetgever in formele zin opdracht om algemene
regels van bestuursrecht vast te stellen. Sinds 1994 zijn de algemene regels van het bestuursrecht te
vinden in de Awb.




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller w0416. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.30. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73918 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.30  14x  sold
  • (2)
  Add to cart