Art. 1.3 lid 1 Awb verstaat onder een besluit: ‘een schriftelijke beslissing van een
bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling’. Er moet dus sprake
zijn van een beslissing die aan de volgende criteria voldoet:
Er is een beslissing
Genomen door een bestuursorgaan (art. 1.1 Awb)
Die op schrift is gesteld
Gericht is op rechtsgevolg
En publiekrechtelijk van aard is
Op de eis dat een besluit op schrift moet zijn gesteld, geldt soms een uitzondering. Art. 5.31
Awb stelt dat in een spoedeisend geval ook zonder voorafgaande last (= de schriftelijke
beslissing) en zelfs zonder besluit bestuursdwang (art. 5.21 Awb) kan worden toegepast,
maar dat het besluit zo spoedig mogelijk daarna bekendgemaakt moet worden.
Op de eis dat een besluit gericht moet zijn op een rechtsgevolg geldt een aantal
uitzonderingen art. 1.3 lid 2 Awb.
Ook de schriftelijke weigering om een besluit te nemen is een besluit in de zin van de Awb.
Hoewel er geen concreet rechtsgevolg in het leven wordt geroepen – het bestuursorgaan wil
immers geen besluit nemen – heeft de wetgever de schriftelijke weigering om een besluit te
nemen in art. 6.2 sub a Awb gelijkgesteld met een besluit. Hetzelfde geldt voor het niet tijdig
nemen van een besluit. Ook het niet tijdig nemen van een besluit heeft de wetgever
gelijkgeld met een besluit (art. 6.2 sub b Awb). De wetgever wil namelijk niet dat
belanghebbenden verstoken blijven van een rechtsbescherming omdat het bestuur stilzit en
creëert hiermee een zogenoemd fictief besluit.
Ten slotte stelt art. 8.2 lid 1 onder a Awb voor een beroep op de rechter niet alleen besluiten
maar ook handelingen van een bestuursorgaan waarbij een ambtenaar belanghebbende is
gelijk aan een besluit. Het is van belang om te weten wanneer we met een besluit te maken
hebben, want alleen over een besluit (niet alle) kan een oordeel van de bestuursrechter
worden gevraagd (art. 8.1 Awb). De rechtshandeling van het bestuursorgaan moet
publiekrechtelijk van aard zijn en dus betrekking hebben op de verhouding tussen de
overheid en de burger.
Besluit in de zin van de Awb
Art. 1.3 lid 1 Inhoud Uitzonderingen
Beslissing Er is een besluit genomen Ook een beslissing is:
- Weigering om te
beslissen (art. 6.2
sub a)
- Niet tijdig beslissen
(art. 6.2 sub b)
, - Handeling t.a.v.
ambtenaar (art. 8.2
lid 1 onder a) of in
bijzondere wet
Van een bestuursorgaan Door een orgaan als
bedoeld in art. 1.1
Schriftelijk Dit besluit is opgeschreven Met schriftelijk gesteld is:
- Mondeling besluit in
spoedeisende
situatie (art. 5.31)
- Fictief besluit (niet
tijdig beslissen) (art.
6.2 sub b)
Gericht op een rechtsgevolg Het rechtsgevolg is beoogd Geen rechtsgevolg, toch een
besluit: afwijzing van een
beschikking (art. 1.3 lid 2)
Publiekrechtelijk van aard Het besluit betreft de
verhouding tussen de
burger en de overheid die
van haar bevoegdheden
gebruikmaakt
Een bestuursorgaan kan een beslissing nemen als hiertoe een aanvraag is gedaan. Art. 1.3 lid
3 Awb definieert een aanvraag als: een verzoek van een belanghebbende een besluit te
nemen. Alleen als het verzoek afkomstig is van een belanghebbende kan er een besluit in de
zin van de Awb ontstaan. Een belanghebbende is volgens art. 1.2 Awb ‘degene wiens belang
rechtstreeks bij een besluit is betrokken’. Volgens vaste jurisprudentie moet het gaan om
een eigen belang, dat actueel, persoonlijk en objectief bepaalbaar is en dat rechtstreeks
betrekking heeft op het besluit. De positie van de belanghebbende moet duidelijk te
onderscheiden zijn van die van anderen. Subjectieve aspecten (persoonlijke opvattingen)
kunnen geen rol spelen. Ten slotte moet er een direct verband zijn tussen het besluit van het
bestuursorgaan en het belang van de belanghebbende.
Afdeling 4.1.1 Awb bevat voorschriften voor het indienen van een aanvraag. Een aanvraag
tot het geven van een beschikking moet in beginsel schriftelijk worden ingediend bij het
bestuursorgaan dat bevoegd is op de aanvraag te beslissen (art. 4.1 Awb). Het
bestuursorgaan kan desgewenst een speciaal aanvraagformulier vaststellen. Soms schrijf de
wet of een lagere regeling dit voor (art. 4.4 Awb). De aanvraag moet voldoen aan de eisen in
art. 4.2 lid 1 Awb: de ondertekende aanvraag moet de naam en het adres van de aanvrager
bevatten, de dagtekening en een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd. Volgens
het tweede lid moet de aanvrager gegevens en bescheiden verschaffen die voor de
beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover de aanvrager redelijkerwijs de beschikking
kan krijgen. De aanvrager kan dit overigens weigeren (art. 4.3 Awb). De aanvrager kan ook
een beroep doen op de geheimhoudingsplicht in art. 2.5 Awb van degenen die betrokken
zijn bij zijn aanvraag door het bestuursorgaan te verzoeken om bepaalde gegevens
vertrouwelijk te behandelen en niet aan anderen bekend te maken. Indien het
bestuursorgaan dit voor de beoordeling van de aanvraag nodig acht, kan het de aanvrager
,verzoeken om toe te staan dat nadere informatie wordt ingewonnen bij artsen en
behandelaars. Het bestuursorgaan kan dit overigens niet verplicht stellen omdat dit in strijd
zou zijn met het recht van de aanvrager op de eerbieding van de persoonlijke levenssfeer in
art. 10 Grondwet.
Art. 2.15 Awb biedt een bestuursorgaan de mogelijkheid om zelf te beslissen dat een
aanvraag langs elektronische weg kan worden ingediend, behalve als de wet dit niet toelaat
(art. 2.13 Awb). Een elektronisch ingediende aanvraag moet worden voorzien van een
elektronische handtekening (art. 2.16 Awb). Wordt de aanvraag per fax of e-mail ingediend,
dan bevestigt het bestuursorgaan de ontvangst ervan (art. 4.3a Awb).
Iedereen, dus ook een aanvrager, kan zich ter behartiging van zijn belangen in het verkeer
met bestuursorganen door een gemachtigde laten vertegenwoordigen (art. 2.1 lid 1 Awb).
Ter controle dat dit echt de wens is van degene die zich laat vertegenwoordigen, kan het
bestuursorgaan van een gemachtigde een schriftelijke machtiging verlangen (lid 2). Een
machtiging moet uitwijzen dat de gemachtigde inderdaad bevoegd is om de rechtspersoon
te vertegenwoordigen.
Het verzoek om een beschikking:
Moet worden ingediend door een belanghebbende (of door zijn gemachtigde)
Moet op schrift gesteld zijn
Moet voldoen aan de formele vereisten in de Awb
Kan langs elektronische weg worden ingediend als het bestuursorgaan dit toestaat
Een bestuursorgaan kan niet alleen op verzoek maar ook ambtshalve, dat wil zeggen op
eigen initiatief, een beslissing nemen.
Paragraaf 2
Nadat de aanvraag is binnengekomen bij het bestuursorgaan moet allereerst onderzocht
worden of de aanvrager heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor de inhoudelijke
behandeling van de aanvraag. Als de aanvraag voldoet aan de formele eisen, dan kan de
aanvraag in behandeling worden genomen. Is dit niet het geval dan is er sprake van een
ongenoegzame aanvraag en kan het bestuursorgaan besluiten om de aanvraag niet te
behandelen (art. 4.5 lid 1 sub a Awb). Het bestuursorgaan kan een aanvraag ook buiten
behandeling laten als de aanvrager onvoldoende gegevens verstrekt om een beslissing op de
aanvraag te kunnen nemen (art. 4.5 lid 1 sub c Awb) of wanneer het een elektronische
aanvraag betreft die niet voldoet aan de eisen in art. 2.15 Awb (art. 4.5 lid 1 sub b). Een
aanvrager kan iemand ook machtigen om namens hem een aanvraag in te dienen. In dit
geval zal dus ook bekeken moeten worden of er een ondertekende machtiging is bijgevoegd.
Voordat het bestuursorgaan kan besluiten om een ongenoegzame aanvraag niet te
behandelen, moet het de aanvrager in de gelegenheid stellen om de aanvraag aan te vullen
binnen de termijn die het bestuursorgaan stelt (art. 4.5 lid 1 Awb). Dit wordt de
hersteltermijn genoemd.
Wordt aan het verzoek om de aanvraag of de bijlagen aan te vullen, te vertalen of samen te
vatten niet goed of niet op tijd voldaan, dan stuurt het bestuursorgaan zijn besluit om de
ongenoegzame aanvraag niet te behandelen binnen vier weken na de gestelde deadline aan
aanvrager (art. 4.5 lid 4 Awb).
, Voldoet de aanvraag aan de Is de termijn ongebruikt
formele vereisen? verstreken?
Bevat de aanvraag voldoende Verzoek om aanvulling binnen Is de aanvulling onvoldoende? De aanvraag is
duidelijke gegevens? de hersteltermijn ongenoegzaam
Ja Nee + Ja en kan buiten
Waarschuwing voor de behandeling
consequenties worden gelaten
Voldoet de elektronische Blijft de gevraagde vertaling
aanvraag aan de eisen? c.q. samenvatting uit?
Is een (ondertekende) Blijft de machtiging
machtiging bijgesloten? achterwege?
De aanvraag kan in
behandeling worden
genomen
Er kan nog een andere aanleiding zijn om een aanvraag buiten behandeling te laten, namelijk
als de leges niet zijn betaald. Leges is een soort belasting voor de behandeling van een
aanvraag door het bestuursorgaan. De hoogte van de leges en de diensten waarvoor leges
worden geheven worden doorgaans vastgelegd in een Legesverordening.
Behalve dat onderzocht moet worden of de aanvraag voldoet aan alle formele eisen, moet
ook beken worden of de aanvraag bij het juiste bestuursorgaan is ingediend. Is dit niet het
geval dan moet de aanvraag worden doorgezonden naar het juiste bestuursorgaan
(doorzendplicht) of, als dat er niet is, retour afzender (art. 2.3 Awb).
Paragraaf 3
Bij hun handelen, dus ook bij de totstandkoming van een besluit, moeten bestuursorganen
de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb) in acht nemen. Een van de abbb is
het zorgvuldigheidsbeginsel dat bepaalt dat een bestuursorgaan een besluit zorgvuldig moet
voorbereiden. Art. 3.2 Awb formuleert dit beginsel aldus: ‘Bij de voorbereiding van een
besluit vergaart het bestuursorgaan de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te
wegen belangen’. Het bestuursorgaan moet een actieve houding aannemen wanneer het op
een aanvraag beslist maar ook wanneer het ambtshalve een besluit wil nemen. Daarbij moet
het bestuursorgaan zelf op zorgvuldige wijze informatie verwerven die voor een
verantwoorde besluitvorming van belang kan zijn.
Het zorgvuldigheidsbeginsel verlangt van een bestuursorgaan dat het relevante gegevens
verzamelt en deze, indien nodig, door de aanvrager laat aanvullen. Daarnaast moet worden
beoordeeld of uitgebrachte adviezen zorgvuldig tot stand zijn gekomen (art. 3.9 Awb). Het
bestuursorgaan moet zelf goed nagaan of een onderzoek naar feiten en gedragingen,
verricht door een adviseur, zorgvuldig is geweest.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller safaakyvonnnnn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.