DIT IS ALLES WAT IK GELEERD HEB EN AFGESLOTEN MET EEN 8
Samenvatting van het boek "Zwaartepunten van het vermogensrecht". Alle verplichte literatuur voor privaatrecht voor Tilburg University MIDTERM 1 is erin opgenomen. Heb je vragen? Stuur me gerust een berichtje!
Vermogen = alle op geld waardeerbare rechten en verplichtingen die iemand heeft.
Vermogensrecht (onderdeel van privaatrecht samen met personenrecht) kan zijn:
Objectieve rechten = de binnen een bepaald rechtsgebied geldende regels, zoals HET
vermogensrecht (alle rechten en plichten die onderdeel van vermogen kunnen zijn)
Subjectieve rechten = EEN aan iemand toekomende bevoegdheid, zoals
eigendomsrecht/vorderingsrecht
Vermogensrecht bestaat uit
1. Goederenrecht
= rechtsverhouding tussen mens en goed
= absoluut, je kunt het tegenover iedereen inroepen
= dwingend, je moet je eraan houden
2. Verbintenissenrecht
= rechtsverhouding tussen personen
= relatief/persoonlijk, je kunt het alleen tegenover de personen inroepen met wie je
een verbintenisrechtelijke verhouding hebt
= regelend/aanvullend, je mag in overeenstemming afwijken van de regels
Voorbeeld: ik ben eigenaar van een fiets en heb daarom een absoluut (tegenover iedereen
heb ik die fiets, dat kan ik tegen iedereen inroepen) subjectief (een eigendomsrecht komt
voort uit het objectieve recht) vermogensrecht (het gaat over op geld waardeerbare
goederen. De schuldeiser heeft een relatief (vorderingsrecht alleen tegen schuldenaar
inroepen) subjectief (komt voort uit het objectieve recht) vorderingsrecht.
Een verbintenis = een vermogensrechtelijke betrekking tussen twee of meer personen
waarbij de één een recht heeft op een prestatie waar de ander
verplicht toe is.
Rechtssubjecten = de betrokken personen in een verbintenis
Rechtsobject = de zaak
Crediteur = schuldeiser (heeft een vorderingsrecht)
Debiteur = schuldenaar (heeft een eigendomsrecht dat hij kan inroepen)
Zakelijk recht = een zaak als object met vermogensrecht en absoluut en subjectief?
Belangrijkste wet: verbintenissen moeten een wettelijke grondslag hebben. Art. 6:213 BW
(met korrel zout nemen door Quint/te Poel).
Het Burgerlijk Wetboek
1. Personen en familierecht = regeling van natuurlijke personen
2. Rechtspersonen = bedrijven en het oprichten ervan
3. Vermogensrecht in het algemeen = nuttig voor alle subjectieve vermogensrechten
4. Erfrecht = wat gebeurt er als iemand overlijdt met diens vermogen
, 5. Zakelijke rechten = alle absolute rechten ten opzichte van een zaak (goed), dus
gewoon een deel van goederenrecht
6. Verbintenissen in het algemeen = bepalingen voor alle verbintenissen
7. Bijzondere overeenkomsten = bepalingen voor nadere regelingen
8. Verkeersmiddelen en vervoer = alle rechten m.b.t vervoer van goederen en personen
9. Bestaat niet
10. Internationaal privaatrecht = bijvoorbeeld als je als NL in FR tegen een Pools busje
aanrijdt. Of als je als NL met een FR trouwt in Spanje. Wat geldt er dan?
Gelaagde structuur van het BW
De boeken gaan van het algemeen naar het bijzonder. Boek 3 regelt bijvoorbeeld de
rechtshandeling die genoemd wordt in boek 6 bij overeenkomsten waarna in boek 7 de
koopovereenkomst besloten wordt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Pienroodhuyzen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.