Homeostase:
regulatie van variabelen binnen fysiologische grenzen = dynamisch proces
Regelkring:
Setpoint gedefinieerd.
Er wordt gemeten door een sensor.
Wordt vergeleken door een comparator.
Als dit afwijkend is, dan wordt er een effector systeem aangezet.
Verstoring van evenwicht → monitoren → activatie herstel mechanismen
Negatieve feedback: variabele wordt teruggebracht naar streefwaarde gedicteerd door
setpoint (temperatuur, hormonen)
Positieve feedback: variabele wordt verder uit balans gebracht, explosief systeem
(bevalling).
In de hypothalamus wordt setpoint voor lichaamstemperatuur gereguleerd. Perifere
receptoren in de huid, centrale thermoreceptoren voor de interne temperatuur. Deze worden
vergeleken met de hypothalamus. Via de (vrijwillig) cortex, (motorrespons) skeletspieren,
zweetklieren, bijnier, huid arteriën worden processen in actie gebracht.
Endogene pyrogenen zorgen ervoor dat je temperatuur setpoint omhoog gaat.
Regulatie van variabelen:
- externe of interne stimuli
- Adaptatie/aanpassing van interne milieu
- Via autonome zenuwstelsel en endocriene systemen.
Autonome zenuwstelsel: sympatisch en parasympatisch deel
Preganglionaire neuronen van sympatisch deel liggen in thoracale lumbale deel van
ruggenmerg. De cellen komen terecht in grensstreng.
Preganglionaire neuronen van parasympatisch liggen in hersenstam of sacrale deel. Vanuit
de postganglionaire neuronen wordt signaal afgegeven bij orgaan.
Peptiderge hormone: hydrofiel, geen diffusie door celmembraan, moeten aangrijpen op
receptor op celmembraan.
Steroid en thyroid hormonen: hydrofoob, heeft eiwit carrier nodig, receptor is niet op, maar in
de cel. Diffusie door celmembraan.
Vanuit median eminence wordt door portale vessels afgegeven aan hypofysevoorkwab.
Vanuit hier wordt het weer aan de bloedbaan afgegeven.
CRH secretie neemt toe, plasma CRH stijgt. In hypofysevoorkwab wordt meer ACTH
afgegeven, waardoor plasma stijgt. In adrenale cortex wordt meer cortisol afgegeven,
waardoor plasma stijgt, hierop reageren cellen dan weer.
Hormoon-secreting kliercel geeft hormoon via blood vessel af op target cel.
Zenuwcel geeft een zenuwimpuls via neurotransmitter effect op neuron of effector cel.
Zenuwcel kan ook via hormoon en door bloodvessel afgegeven worden aan doelcel.
Shock is een situatie waarin hartminuutvolume is afgenomen of verminderd circulerend
bloedvolume, met weefselperfusie wat leidt tot cellulaire hypoxie.
Oorzaak van shock: probleem met circulatie
Weefseldoorbloeding afneemt, hypoxie ontstaat
Fases van shock:
initiële niet-progressieve fase → activeren compensatie mechanismen
progressieve fase → falen circulatie, metabole ontregeling, acidose
irreversibele fase → onherstelbare cel en weefselschade
,Hartminuutvolume (CO, cardiac output of CI, cardiac index)
HMV = hartfrequentie x slagvolume
Slagvolume
Preload → vulling en vaattonus van het capaciteits vaatbed (CVD)
afterload → vaattonus van het weerstand vaatbed (SVR)
contractiliteit → cardiomyocyt
Preload: belasting voor contractie
Afterload: belasting na contractie
Barareceptorreflex:
Anatomie:
- Sinus caroticum en aortaboog
- Venen, pulmonaalvaten en myocard
Fysiologie:
- Respons op gemiddelde bloeddruk MAP en op polsdruk
- Maximale respons rond normale MAP
Effect via hersenstam:
- Sympathisch naar hart, arteriolen en venen
- parasympatisch naar hart.
Sympathisch hart → SA knoop → toename hartfrequentie
Sympathisch hart heeft ook invloed op SVR en veneuze vloed en slagvolume
Baroreceptorreflex:
- korte termijn effect
- adaptatie na korte tijd
- Langetermijn regulatie via bloedvolume
- hoge bloeddruk verlaagt bloedvolume
- hoog bloedvolume verhoogt bloeddruk
- Regulatie via water en zout uitscheiding in nier
- Andere factoren effect bloeddruk: PaO2, PaCO2, pijn en activiteit
Dendrieten: binnenkomen van informatie
Cellichaam: cellulair behoud en informatie processing
Axon: informatie transport
Zenuw Terminalen: output van informatie
signaal transmissie tussen cellen
- Hormonale overdracht door het bloed (endocrien
- Via gap junctions vanuit de signaal cel naar de doelcel (direct contact)
- Een zenuwcel geeft neurotransmitters af aan de doelcel (synaptisch)
Twee soorten synapsen:
Elektrische synapsen: Er is een synapsspleet, maar het potentiaalverschil wordt rechtstreeks
via gap junctions overgedragen.
Chemische synapsen: Neurotransmitters wordt afgegeven en de receptoren vangen deze
op.
Acetylcholine = AcCOA + choline
Het verschil tussen een noradrenerge en adrenerge transmitter is een enzym stap.
Fast signaling en slow signaling: acetylcholine zit bij beide.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DKRD. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.40. You're not tied to anything after your purchase.