Burgerlijk procesrecht, samenvatting
Privaatrecht, civiele, burgerlijk recht:
- Regelt de verhouding tussen burgers onderling
Materieel burgerlijk recht:
- Omvat inhoudelijke rechten en plichten: rechtsregels om situaties, rechtsverhoudingen en
handelingen juridisch te definiëren en te kwalificeren.
Formeel burgerlijk recht oftewel burgerlijk procesrecht:
- Geeft antwoord op de vraag: hoe kunnen de materiële rechtsregels worden afgedwongen bij
de rechter? Omdat het hierbij gaat over de manier waarop een procedure moet worden
gevoerd, wordt ook wel gesproken over burgerlijk procesrecht.
Het burgerlijk procesrecht omvat vormvoorschriften en procedureregels waarmee een persoon in
een civiele procedure zijn materiële rechten en plichten kan effectueren, vast laten stellen, tot stand
laten brengen, wijzigen of beëindigen.
Functies van burgerlijk procesrecht:
- Het handhaven en beïnvloeden van materiële burgerlijke rechten en plichten:
Het burgerlijk procesrecht verschaft een persoon bepaalde middelen om zijn burgerlijke
rechten en plichten te realiseren en te beïnvloeden. Voorbeelden:
o Effectueren, bv: Jan heeft recht op reparatie en vordert dat bij de rechter.
o Vaststellen, bv: naar de rechter stappen om te kijken wat voor rechten iemand heeft.
o Tot stand brengen, bv: ouders van een kind worden vastgesteld dat schept rechten en
plichten.
o Wijzigen, bv: wijzigen van koopovereenkomst gezien er misbruik werd gemaakt.
o Beëindigen, bv: recht van overpad beëindigen omdat het niet meer nodig is.
- Het voorkomen van gerechtelijke procedure:
Ook wel de preventiefunctie. Het instellen van een vordering kunnen een preventieve
werking hebben. Onder dreiging van een gerechtelijke procedure zijn burgers vaak bereid
om vrijwillig hun verplichtingen na te komen. Hierdoor wordt een gerechtelijke
procedure voorkomen.
- Het voorkomen van eigenrichting:
Dit houdt in dat een persoon zelf en met eigen middelen zijn recht gaat halen zonder
hulp van de overheid en zonder dat hem daartoe een wettelijke bevoegdheid is gegeven.
,De vindplaats van een bepaalde rechtsregel wordt de rechtsbron genoemd.
Bronnen van burgerlijk procesrecht:
- Wetgeving:
o Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv)
Bevat concrete regels voor het voeren van een procedure bij de burgerlijke rechter.
Landelijke procesreglementen: hierin staat belangrijke nadere invullingen en
praktische toepassingen van bepaalde regels uit Rv, opgesteld door Landelijke
overleggen van de rechtbanken en gerechtshoven.
o Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO)
Hierin is opgenomen hoe de rechterlijke macht in Nederland is georganiseerd.
- Internationale regelgeving:
o EEX-Verordening (EEX-Vo) / Brussel I-bis
Hierin wordt bepaald welke rechter in burgerlijke en handelszaken in een Europees
conflict bevoegd is, evenals op welke manier uitspraken van buitenlandse rechters in
andere lidstaten erkend en uitgevoerd worden.
o EG-Bewijsverordening
Beoogt de samenwerking tussen de gerechten van lidstaten op het gebied van
bewijsverkrijging te verbeteren, vereenvoudigen en bespoedigen.
o EG-Betekeningsverordening
Ziet op het vergemakkelijken van de betekening en kennisgeving van stukken tussen
de verschillende lidstaten.
o Europees Verdrag tot Bescherming van de Recht van de Mens en de fundamentele
vrijheden (EVRM)
Heeft als doel het bereiken van een grotere eenheid tussen de lidstaten door het
handhaven en verder verwezenlijken van de rechten van de mens en de
fundamentele vrijheden.
- Jurisprudentie
Geeft nadere invulling aan wet- en regelgeving.
,Algemene uitgangspunten:
- Recht op rechtspraak en rechtsbijstand
Artikel 17, 18 en 112 Gw
Toegangsprincipe: iedereen moet toegang hebben tot de rechter en een
rechtsbijstandverlener, zoals een advocaat.
- Onafhankelijke en onpartijdige rechter
Er moet recht worden gesproken door een onafhankelijke en onpartijdige gerechtelijke
instantie, bij de wet ingesteld.
Onafhankelijk: de rechter is geen verantwoording verschuldigd aan de overheid of aan
collega-rechters.
Onpartijdig: houdt in dat de rechter oordeelt zonder zich te laten leiden door de personen
van de procespartijen, objectief.
Bij twijfel aan onpartijdigheid kan een partij een verzoek tot wraking van die rechter doen,
artikel 36 Rv. Is de rechter van mening dat hij in een bepaalde zaak niet onpartijdig kan zijn,
kan hij verzoeken zich te laten vervangen door een andere rechter, verschoning art. 40 Rv.
- Hoor en wederhoor, oftewel gelijkheidsbeginsel
Artikel 19 Rv
Beide partijen moeten in de gelegenheid gesteld worden om hun standpunten in een zaak
naar voren te brengen.
Het houdt ook in dat partijen in de gelegenheid moeten worden gesteld om een reactie te
geven op alle informatie die de rechter gebruikt om tot een oordeel te kunnen komen,
googelende rechter-arrest.
- Behandeling en beslissing binnen redelijke termijn
Artikel 20 Rv
- Openbaarheid van zitting en uitspraak
Artikel 27 lid 1 Rv
- Motiveringsbeginsel
Art. 30 Rv
- Geen rechtsweigering en volledige beslissing
Art. 26 Rv jo 13 Wet algemene bepalingen
- Beginsel van partijautonomie
Artikel 24 Rv
De grondslag voor de beslissing van de rechter wordt gevormd door de stellingen van de
procespartijen.
- Ambtshalve aanvulling van rechtsgronden
Artikel 25 Rv
Als de procespartij zijn vordering of verweer baseert op een onjuiste rechtsgrondslag, moet
de rechter de procespartij te hulp schieten door de juiste rechtsgrondslag aan te vullen.
, Dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Geregeld in Boek 1, titel 2 Rv (art. 78-261 Rv)
Algemene bepalingen in art. 1-78 Rv
Nederlandse recht kent twee civiele procedures:
- Dagvaardingsprocedure
- Verzoekschriftprocedure
Uitgangspunt: dagvaardingsprocedure, tenzij verzoekschriftprocedure. Art. 261 jo 78 lid 1 Rv
Hoe en waar blijkt uit de wet dat in bepaalde zaken de verzoekschriftprocedure moet worden gevoerd
en niet – de hoofdregel – de dagvaardingsprocedure?
- Het antwoord kan worden gevonden in materiële wetgeving, zoals het BW. Er wordt soms
duidelijk verwezen naar de verzoekschriftprocedure. Let op de woorden ‘op verzoek van’ of
‘om te verzoeken’.
- Algemeen kan worden gesteld dat voor de meeste personen- en familierechtzaken, zoals
echtscheidingen, bewind, curatele en adoptie, een verzoekschriftprocedure wordt gevoerd.
De vraag welke rechter bevoegd is valt uiteen in twee onderdelen:
Absolute bevoegdheid/competentie
De vraag welke rechter absoluut bevoegd is, gaat over de hiërarchie tussen de gerechten.
Artikel 42 Wet RO:
- In eerste aanleg is altijd de rechtbank absoluut bevoegd, tenzij de wet aangeeft dat het
gerechtshof of de Hoge Raad in eerste aanleg bevoegd is.
Belangrijk: de kamer voor kantonzaken valt niet onder de uitzonderingen.
Dan rijst de vraag bij welke afdelingscompetentie moet je zijn?
- De civiele kamer van de rechtbank is bevoegd, tenzij de kamer voor kantonzaken bevoegd is.
In artikel 93 Rv staat in welke gevallen de kantonrechter bevoegd is:
a. zaken betreffende vorderingen met een beloop van ten hoogste € 25.000, de tot aan de dag van
dagvaarding verschenen rente daarbij inbegrepen, tenzij de rechtstitel dat bedrag te boven gaat en
die rechtstitel wordt betwist; (waardevorderingen)
b. zaken betreffende vorderingen van onbepaalde waarde, indien er duidelijke aanwijzingen bestaan
dat de vordering geen hogere waarde vertegenwoordigt dan € 25.000; (onbepaalde waarde)
c. zaken betreffende een arbeidsovereenkomst, een collectieve arbeidsovereenkomst, algemeen
verbindend verklaarde bepalingen van een collectieve arbeidsovereenkomst, een vut-overeenkomst
als bedoeld in de Wet kaderregeling vut overheidspersoneel, een agentuur-, huur- of
consumentenkoopovereenkomst, een overeenkomst van consumentenkrediet als bedoeld in artikel
57 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of van goederenkrediet als bedoeld in artikel 84 van Boek
7 van het Burgerlijk Wetboek, telkens ongeacht het beloop of de waarde van de vordering;
(aardvorderingen, omdat naar aard tot de bevoegdheid van de kantonrechter behoren)
d. andere zaken ten aanzien waarvan de wet dit bepaalt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floortjedoornenbal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.