Formeel Strafrecht
Week 1, uitgangspunten en rechtsbronnen van het strafprocesrecht
Pijler 1: de hoofddoelstelling van het strafproces
- Hoofddoelstelling: verzekeren van de juiste toepassing van het materiële strafrecht
o Bevorderen bestraffing schuldigen (wetshandhaving)
o Voorkomen bestraffing onschuldigen (rechtsbescherming)
- De realisering van dit doel wordt mogelijk gemaakt door de waarheid te achterhalen
o Het gaat niet om het achterhalen van de volledige waarheid, maar om dat wat
relevant is ter beantwoording van de vragen van artikel 348 en 350 Sv
Pijler 2: de andere doelstelling van het strafproces
- Eerbiediging van de rechten en vrijheden van burgers
o Welke?
o In de eerste plaats: de verdachte (bv. EVRM en beginselen)
o Andere betrokkenen (bv. De getuige)
o Het slachtoffer
o De maatschappij, bescherming tegen crimineel gedrag
- Ook de bescherming van de positie van de burger valt onder de noemer
‘rechtsbescherming’
o Omdat rechtsbescherming een open begrip is, moet steeds het concrete
belang dat beschermd wordt benoemd worden
Het legaliteitsbeginsel
De functies van het legaliteitsbeginsel:
- Art. 1 Sv: ‘Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien’
o Bevordert rechtseenheid (codificatiegedachte)
In samenhang met art. 107 Gw
o Waarborgfunctie (voorkomen van willekeur/machtsmisbruik)
Boodschap aan strafvorderlijk actoren: buiten de wet om mag niet aan
strafvordering worden gedaan
Boodschap aan wetgever: wetgeving moet op een zodanige wijze zijn
vormgegeven dat het risico op willekeur wordt beperkt
o Democratische legitimatie
Het wetgevingsproces vormt een belangrijke waarborg voor de
vertegenwoordiging van verschillende belangen
,De wetgever mag delegeren naar lagere wetgeving. Art. 1 Sv heeft een waarborgfunctie.
Overheid moet niet aan willekeurige machtuitoefening doen. Het moet gaan om bij recht
voorzien, i.p.v. bij de wet voorzien. De overheid moet niet buiten de wet aan strafvordering
doen, maar vanwege de hoeveelheid rechtsbronnen die bijdragen aan de waarborgfunctie
zeggen zij dat de overheid niet buiten het recht aan strafvordering mag doen.
Opsporingshandelingen:
- Artikel 141 Sv algemene opsporingsambtenaren, algemene
opsporingsbevoegdheid (niet alleen een recht maar ook een plicht). Dit kan tot het
moment dat er een inbreuk wordt gemaakt op grondrechten. Er moeten hiervoor
specifieke wettelijke bepalingen zijn.
- Artikel 142 Sv bijzondere opsporingsambtenaren
Voor een beperkte inbreuk op het recht van privacy is geen specifieke wettelijke bepaling
nodig. Daarvoor is 141 Sv genoeg.
Sprake van meer dan een beperkte inbreuk als er een min of meer compleet beeld
ontstaat van bepaalde aspecten van iemands privé leven (zie Smartphone arrest)
,Smartphone-arrest: (inbeslagname)
Wettelijke grondslag: artikel 94 lid 1 jo 95 lid 1 jo 96 lid 1 jo 104 Sv.
(Zijn van belang, bepalingen over inbeslagname. Op grond van die bepalingen mag je
voorwerpen in beslag nemen en daaruit volgt ook dat je aan die voorwerpen onderzoek mag
doen)
1. Beperkte inbreuk, dan is de opsporingsambtenaar bevoegd.
o Wanneer is sprake van beperkte inbreuk als je slechts een beperkt aantal
gegevens in de telefoon bekijkt.
o Onderzoek van alle opgeslagen gegevens, waarbij ook gebruik wordt gemaakt
van een technisch hulpmiddel. Van voorgaande sprake? Dan is er een meer dan
beperkte inbreuk.
2. Wat als er een meer dan beperkte inbreuk wordt gemaakt? Dan is de ovj bevoegd,
art. 148 Sv.
o Op grond van art. 141 Sv is de ovj een opsporingsambtenaar. De Rc mag op
grond van art. 104 Sv overgaan tot inbeslagname.
o Als de inbeslagname is geschied door een opsporingsambtenaar dan mogen de
ovj en de rc ook onderzoek doen aan die inbeslaggenomen telefoon.
3. Als er sprake is van een meer dan beperkte inbreuk (alle gegevens met behulp van
een technisch hulpmiddel) dan is de ovj bevoegd
- en in het licht van art. 8 EVRM is aan onderzoek door de rc in gevallen waarin op is te
voorzien dat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zeer ingrijpend zal zijn.
(3 actoren opsporingsambtenaren, ovj en rc)
, Arrest gedwongen ontgrendeling smartphone (met conclusie Bleichrodt):
Maatregelen in belang van het onderzoek:
- Uit de wetsgeschiedenis kan worden afgeleid dat de maatregelen in art. 61a niet
limitatief zijn bedoeld. Dit betekent dat het de meest gangbare maatregelen zijn.
- Ook blijkt uit de wetsgeschiedenis dat de wetgever heeft gekozen voor de constructie
dat de verdachte bij de toepassing van de maatregel enige dwang moet dulden.
Waarbij het geweld wel proportioneel moet zijn.
Dit is dus ten voordele van de ovj.
- Art. 61a Sv is een bepaling die ook legitimatie biedt voor het nemen van
vingerafdrukken (kan ook tegen de verdachte werken). Daarmee is niet alles gezegd
want met inwerkingtreding van wet vaststelling identiteit is art. 55c opgenomen en
daarmee is het nemen van vingerafdrukken niet meer expliciet opgenomen in art.
61a.
Het ondersteunt dus niet de ovj want hij wilt het op 61a gronden.
Wettelijke legitimatie niet in art. 55c Sv:
- De wettelijke legitimatie kan niet worden gevonden in artikel 55c Sv, omdat de
vingerafdruk bewerkstelligt weliswaar dat de smartphone verifieert dat het de
rechthebbende op die smartphone is die toegang probeert te verkrijgen, maar
identiteitsvaststelling is in dit verband niet een doel op zichzelf, maar een middel om
de in de smartphone opgeslagen gegevens te kunnen onderzoeken.
- Plaatsen vinger geschiedt met doel om strafbaar feit op te helderen. Van het opslaan
van die vingerafdruk o.g.v. art. 55c Sv is hier geen sprake. Doel is dus raadplegen van
gegevens op die telefoon.
Enige dwang bij ontgrendelen telefoon:
- Hij haalt die zaken aan om aan te tonen dat je enige fysieke dwang mag gebruiken,
moet wel proportioneel zijn.
o Vraag vooraf aan proportionaliteit is de vraag naar subsidiariteit. Er mag enige fysieke
dwang worden gebruikt, dat moet de verdachte dulden. Als je als opsporingsambtenaar
de vinger pakt van de verdachte moet hij dat dulden. Als hij dit niet doet is er sprake
van wederspannigheid. Als je ten gevolge van het niet dulden van die dwang letsel heb
dan is dat het gevolg van je eigen handelen. Dus dat maakt de handeling nog niet
onrechtmatig.
- Verschil is zit in het doel. Twee zaken gingen over het doel om het voorwerp in beslag
te nemen. In deze zaak ging het met het doel om het inbeslaggenomen voorwerp
nader te onderzoeken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floortjedoornenbal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.