Cursus Het strafproces
HET VERHAAL VAN HET STRAFPROCES
(1) Voor de 16e eeuw: van wraak tot landsheerlijke rechtspraak
Voor de 11e eeuw (vroege middeleeuwen)
• Geen overheid had financiële draagkracht om strafrechtapparaat te organiseren
eigenrichting (‘iedereen zijn eigen rechter’)
• Belang bescherming familie: binnen familie geen wraak, tegenover buitenwereld handelen als
één
• Wraakrecht toegepast volgens principes van gewoonterecht niet neergeschreven
Bv: familielid gedood => persoon mocht pas worden begraven nadat wraak was uitgeoefend
• Nadeel: gebrek aan proportionaliteit, betrokkenheid onschuldigen …
• Publiek strafrecht = pas ontstaan in 16e eeuw
Vanaf de 11e eeuw
• Organisatie in plattelandsgemeenten of steden om economische en veiligheidsredenen
• Overheidsbemiddeling, eerst facultatief, later verplicht: tijdens vredesperiode van 40 dagen
geen wraak, maar verzoeningsvoorstel in overweging nemen, nadien onbeperkt vete
uitoefenen
• Lijfstraffen of geldboetes voor wie zich niet hield aan afspraken
• Later legde overheid wraakbeperkingen op (plaatsen, tijdstippen, proportie, afkooptarieven,
kring van bloedverwanten …).
• Bij gebrek aan respect voor wraakbeperking: publieke straf
• Gemeenschapsbesef: overheid trad ook sanctionerend op tegen andere inbreuken, zoals
landverraad, samenspannen met vijand, belastingontduiking, maar ook moord
Door intrede publiek strafrecht verdwijnt privaat strafrecht steeds meer
Vanaf de 15e eeuw
• Overheidsmonopolie voor de vervolging van misdrijven
– Kerk
– Families verenigden zich in eedgenootschappen: “wraak of zoen”, alleen nog zoen (=
verzoening)
– Landsheren: met belasting op handel betaalden ze ambtenaren (baljuw, schout,
amman, meier, procureur-generaal) belast met de vervolging
• Slachtoffers konden alleen nog klacht indienen bij bevoegde overheid die zelfstandig besliste
over instellen van de strafvorderingµ
= eerste verschijnselen van wat wij vandaag openbaar ministerie noemen
Straf(proces)recht werd
Geobjectiveerd: iedereen kon worden vervolgd
Geïndividualiseerd: niet meer de hele familie betrokken straffen = persoonlijk
• Vandaag kan slachtoffer proces zelf opstarten, toen niet
(2) Van de 16e eeuw tot de 18e eeuw: tortuur als bewijsvergaringsmethode
2 soorten vorderingen (los van elkaar):
• Burgerlijke vordering uitgeoefend door slachtoffer/familie:
/ amende profitable vergoeding morele & materiële schade (bv doktersbezoek
terugbetalen)
, \ amende honorable (civiel proces) morele herstelprestatie (bv dader moest openbaar om
vergeving smeken)
• Strafvordering exclusief uitgeoefend door Openbaar Ministerie los van civiel proces, maar
uitzonderingen
– Ordonnance criminelle (1670)*: slachtoffer kon aan het einde van crimineel proces
schadevergoeding vorderen
– Slachtoffer kon klacht indienen en verbond zich ertoe kosten te dragen bij vrijspraak,
maar geen inzagerecht, noch tussenkomst in het strafproces (burgerlijke partijstelling)
2 manieren om strafvordering uit te oefenen:
• Civilijk voor civiele misdrijven (! heeft niks te maken met burg. vordering (supra))
– Zelfde procesgang als in burgerlijke zaken
– Civiele straf: geldboete, korte gevangenisstraf of korte verbanning
– Vergelijkbaar met overtredingen nu
• Criminelijk voor kapitale misdrijven
– Uitzondering op de regels van burgerlijke procesgang
• Verdachte werd altijd aangehouden
• Confrontatie met getuigen
• Tortuur mogelijk
– Criminele straf: doodstraf, lijfstraf, lange gevangenisstraf of lange verbanning
– Vergelijkbaar met misdaad & wanbedrijf nu
! Mogelijk om te civiliseren of criminaliseren veranderen van manier wanneer misdrijf bv erger dan
gedacht
Kenmerken crimineel proces:
• Geen uniforme uitputtende wettelijke regeling, m.u.v. enkele multi-interpretabele
ordonnanties elke rechtbank eigen ‘styl crimineel’
• Sterk inquisitoriaal karakter: strafproces van ambtswege door overheid gevoerd die op zoek
moet gaan naar objectieve waarheid, heimelijk & schriftelijk
• Bewijsverzameling à charge en à décharge en beoordeling via gereglementeerd bewijsstelsel
• Geheim karakter in het belang van het onderzoek, maar ook voor vrijwaring goede naam van
de verdachte kreeg vaak pas op het einde vlak voor het vonnis exacte beschuldiging te
horen
• Overwegend schriftelijke procedure: geen mondelinge getuigenverhoor in de rechtbank
• Weinig ruimte voor rechten van verdediging
Verloop crimineel strafproces:
1) Voorbereidend onderzoek
• Kennis van het misdrijf: heterdaad, klacht, aangifte, verklikking, openbaar gerucht,
iemand die zich zelf ‘ter purge’ stelde (= zichzelf aangeven) …
• Onderzoek door delegatie van bevoegde rechtbank: plaatsbezoek, huiszoeking,
verhoor getuigen … proces-verbaal van de ‘informatie preparatoire’
• Deskundigen voor technische vaststellingen: artsen, vroedvrouw, goudsmid …
• Overmaken pv aan bevoegde gerechtsofficier
2) Ondervraging verdachte en regeling verdere procesgang
• Normaal binnen 24u (max 3 dagen)
• Doel: waarheid uit mond verdachte horen bekentenis werd beschouwd als
volledig bewijs (& ultieme bewijs)
• Eerst dagvaarding of aanhouding verdachte i.f.v. ernst misdrijf
• Geen onnodig geweld bij aanhouding + moest snel na aanhouding worden verhoord
• Discussie over aflegging eed door verdachte (nu: mag niet)
• Geen bijstand van advocaat, wel eventueel tolk
• Proces-verbaal
, 3) Optioneel: enquest (eigenlijk onderzoek)
• Alleen als er nog niet voldoende bewijsmateriaal was
• Op vraag van gerechtsofficier (intendit: chronologische lijst van feiten die gepleegd
zijn en hoe men dit wil bewijzen) of verdachte
• Verhoren van getuigen onder eed
• Verdachte kon contrapreuve leveren via dezelfde procedure
4) Optioneel: ondervraging verdachte onder tortuur = scherp examen (tussen 13 e en 18e
eeuw)
• Psychologische verantwoording: tijdens tortuur kan verdachte zich niet focussen op
leugens en zou hij spontaan waarheid vertellen
• Bekentenis was vereist voor zwaarste straf, zoals dood- of lijfstraf
• Alleen mogelijk voor meest ernstige misdaden waarvan bestaan vaststond
• Wijze, noch duur wettelijk geregeld
• Geen blijvende letsels of overlijden
• Soms aanwezigheid arts
• Ondervraging door 2 rechter-commissarissen
• Bekentenissen tijdens tortuur ongeldig
• Moesten nadien herhaald worden
• Als geen bekentenissen? Twee strekkingen:
- Vrijspraak, want veroordeling niet mogelijk op grond van aanwijzingen
- Toch veroordeling mogelijk op grond van aanzienlijke aanwijzingen (maar niet
voor doodstraf)
aanpassing gereglementeerd bewijsstelsel: veroordeling tot doodstraf ook
mogelijk op grond van schuldaanwijzingen (overstap naar innerlijke
overtuiging rechter!)
afschaffing tortuur
5) Eindvonnis en executie
• Uitgesproken in het openbaar in aanwezigheid verdachte
• Motivering in algemene termen wat de feiten waren, verzwarende en verzachtende
omstandigheden, welke bewijzen er waren
• In criminele zaken in beginsel geen beroepsmogelijkheid
• Uitvoering door gerechtsofficier
• Veroordeelde moest ook gerechtskosten betalen
(3) Vanaf de Franse Revolutie tot 1880: code d’instruction criminelle
Voorstel Commissie-Thouret wet 1789
• Afschaffing tortuur en eed verdachte
• Openbaarheidsbeginsel
– Onderzoeksrechter kon alleen klachten in ontvangst nemen in aanwezigheid van 2
notabelen
– Verdachten konden raadslieden kiezen die inzage kregen in processtukken en cliënt in
gevangenis mochten bezoeken ter voorbereiding verdediging
– Strafproces volledig openbaar vanaf aanhouding => aanwezigheid pers
• Motivering vonnissen
1790-91 : hertekening rechterlijke macht
• Municipale politierechtbanken
• Correctionele rechtbanken
• Criminele rechtbanken: volksjury, beroepsmagistraten en accusateur public verkozen door het
volk
• Nationaal Hooggerechtshof
, Procesgang misdaden
• Informatie preparatoire bleef behouden, maar voor het overige procedure zoveel mogelijk
accusatoir
• Vrederechter plaats misdaad nam klacht in ontvangst en legde eerste sporen vast
• Ondervraging verdachte binnen 24 uur na bevel tot medebrenging aanhouding alleen
mogelijk voor meest ernstige misdaden (prévenu)
• Districtsrechtbank oordeelde over bezwaren en maakte akte van inbeschuldigingstelling op
(accusé)
• Advies regeringscommissaris
• Jury van 8 leden verhoorde opnieuw alle getuigen, dan beslissing om wel of niet verder te
vervolgen
• Criminele rechtbank: ondervraging beschuldigde in het openbaar, getuigenverhoor …
• Vragen aan jury van 12 leden
• Als schuldig veroordeelden rechters tot wettelijke straf
• Geen hoger beroep mogelijk
1801
• Striktere scheiding tussen Openbaar Ministerie en onderzoeksrechter
• Afschaffing accusateur public, regeringscommissaris nam taak over
• Substituut-regeringscommissarissen belast met opsporen en vervolging misdrijven,
inontvangstneming van klachten …
• Terugkeer naar inquisitoire karakter van het gerechtelijk onderzoek
1808: code d’instruction criminelle
• Compromis inquisitoir voorbereidend onderzoek en accusatoir onderzoek op terechtzitting
• Schriftelijke informatie preparatoire onderzoeksrechter
• Opsporingsonderzoek alleen bij heterdaad
• Afschaffing jury van inbeschuldigingstelling, rechters beslissen hierover
• Tijdens voorbereidend onderzoek geen beroep op advocaat mogelijk
• Geheime deliberaties van de jury
• Jury beslist over (on)schuld, rechters bepalen zwaarte van de straf
(4) Vanaf 1880 tot heden: vele (mislukte) pogingen tot hervorming
Vele pogingen tot globale hervorming mislukten, maar leidden wel tot nieuwe wetten/punctuele
aanpassingen
• 1852 Wet op de voorlopige hechtenis wet 1990
• 1878 Wet houdende Voorafgaande Titel
• 1990: verslag Bendecommissie I aanstelling prof. Franchimont
• 12 maart 1998 Kleine Franchimont-hervorming
1. Betere codificatie van het opsporingsonderzoek
2. Omschrijving rol onderzoeksrechter
3. Geheim karakter OO en GO en uitzonderingen
4. Verbetering positie slachtoffer n.a.v. POC Dutroux-Nihoul
5. Rechtsmiddelen tijdens OO en GO
6. Toezicht op de regelmatigheid door onderzoeksgerechten
7. Versterkt gezag van OM en onderzoeksrechter over politiediensten
Vanaf 2002: besprekingen ‘Grote Franchimont’ stierven stille dood
Potpourri II-hervorming
• Snellere, efficiëntere en rechtvaardige Justitie (cf. Beleidsplan regering Michel I): aanpassing
straf(proces)recht om rechtsgang te stroomlijnen en vermindering aantal procedures
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ibepiepers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.