Samenvatting in het nederlands van het vak methodologie 1. Gebruik gemaakt van het boek Research Methods A Process of Inquiry geschreven door Graziano en Raulin. Ook zit in de samenvatting een introductie in de statistiek verwerkt. Het vak werd gegeven door Sander Los.
Samenvatting methodologie.
Psychologie is een empirische wetenschap.
Tenacity= volhardendheid wat is niet een goede manier om als argumentatie te gebruiken.
Rationaliteit: correct redeneren en juiste conclusies trekken.
Empirisme: kennis door observatie.
Deductie: uitgaan van zekere kennis en komen naar nieuwe zekere kennis door concluderen.
Inductie: specifieke zaken uitgaan en daardoor conclusie trekken. Niet noodzakelijk zekere
conclusie.
In de tijd van de Grieken:
Sterk rationalisme en geen empirisme.
Kennis uit de wereld is niet te vertrouwen maar moet uit jezelf komen oftewel uit
godscreatie.
Later werd door Aristoteles wel ook geobserveerd.
Toetsen van gedachten werd niet gedaan.
Alexander de grote veroverde grote gebieden en verspreidde daarmee de Griekse cultuur.
Tijd van Alexandria:
Klein beetje rationalisme en veel empirisme.
Observaties werden gewrongen tot het in een conclusie past.
Islamitische samenleving:
Stonden erg open voor andere ideeën en ontwikkelde het gedachtengoed van de grieken
verder. Het getallenstelsel is door hun ontwikkeld. De 0, het eenheden/tientallen/
honderdtallen en de algebra.
De middeleeuwen:
De ontwikkeling stond stil. Daarna kwam in de renaissance de oude teksten opnieuw
beschikbaar.
Wetenschappelijke revolutie:
Mensen begonnen te twijfelen of het niet allemaal niet waar was.
Copernicus heliocentrische zonnesysteem (alles draait om de zon)
Galileo specifieker observeren en experimenteren oftewel gedachten testen.
Kepler banen planeten elliptisch
Newton concludeerde dingen uit de geobserveerde verschijnselen wat nog niet eerder
gedaan was.
Observatie data testen theorie voorspelling data testen ……
Psychophysics: studies over de relatie tussen lichaam en gedachten
Behaviorisme: kijken naar gedrag wat uiterlijk waarneembaar is.
Pavlov and skinner stimulus – response (S-R theory)
,Psychodynamics: gedrag wordt niet alleen door bewustzijn gestuurd maar komen vooral ook
onbewust tot stand.
Congnitive psychologie: Stimulus – organism – respons (S-O-R theorie)
Filosofie is de moeder van alle andere wetenschappen. Basisbeginselen worden nog steeds
onderzocht door filosofie (wetenschapsfilosofen).
Assumpties zijn basisaannamen, een uitspraak die zonder getoetst te zijn wordt
geaccepteerd.
Je kunt aannames onderverdelen in reality en design. Reality zijn ook daadwerkelijk zichtbare
verschijnselen zoals bliksemschicht. Design is niet direct waarneembaar zoals angst.
Reificatie: de neiging om een construct te behandelen alsof het deel uitmaakt van reality.
Inferenties zijn gevolgtrekkingen.
Inductie: van specifieke observaties naar algemene waarheid waarbij altijd een zekere mate
van onzekerheid bestaat. Generaliseren van observaties.
Deductie: van algemeen naar specifiek (van design naar reality)
Construct is vooral te vinden in de inleiding en discussie.
Hypothese is een test baar idee maar hoeft niet te zien te zijn bij een observatie.
De predictie is een test baar gevolg van de hypothese. Moet te zien kunnen zijn.
Theorie: een systeem van logische coherente uitspraken over een bepaald gebied van reality.
Kenmerken:
- Een systeem kan zichzelf niet tegenspreken.
- Deelhypotheses weer kunnen toetsen.
- Het moet falsifieerbaar zijn en zuinig/ eenvoudig/ nuttig zijn.
Falsifieerbaar: als een theorie fout is dan moet het ook te kunnen laten zien.
Parsimonious: met minder aannames meer verklaren is eigenlijk beter.
Model: een theorie die in bepaalde dingen gebruikt wordt. Maakt de realiteit even kleiner
zodat er mee te testen is en wordt meestal ook iets simpeler gemaakt.
Verification: de data klopt met de hypothese.
Falsification: de data klopt niet met de hypothese.
In de wetenschap is het veelzeggender als iets gefalsificeerd wordt omdat je nooit andere
theorieën kunt uitsluiten bij verificatie.
Premissen: uitspraken waar we de waarheid van aannemen.
Gededuceerde proposities: afgeleide van de premissen als die waar zijn.
De laatste gededuceerde propositie is de conclusie.
, Valide argument:
1. Als Q waar is dan is R waar (antecedent)
2. Q is waar (consequent)
3. Dan moet R waar zijn
Confirmatie van de antecedent.
Het ontkennen van de consequent kan ook. (modus tollens (MT))
Deductive argument:
Conclusie (~H) is zeker als de premissen waar zijn.
Inductive argument:
Conclusie (H) is waarschijnlijk waar is niet met zekerheid te zeggen.
Een goede theorie:
- Veel kans op falsifications
- Bold predictions: voorspellingen die niet vaak voorkomen dus is indrukwekkend als
het uitkomt.
Pseudoscience: geen echte wetenschap maar doet zich voor als dat wel te zijn.
Bronnen voor een onderzoeksvraag:
- Buitenwereld/ ervaringen
- Theorieën en al eerder gedaan onderzoek
- Toegepast onderzoek in opdracht
Toegepast onderzoek: een praktisch probleem onderzoeken
Basis/ fundamenteel onderzoek: richt zich op het begrijpen niet op toepassen
Vertalend onderzoek: beginnen bij fundamenteel en gaan daarna op zoek naar toepassingen.
Mate van inperking: op basis van de vraag moet je een methode zoeken. Zorgt voor
beperking maar bij verkeerde methode krijg je geen antwoord.
Hoe specifieker de vraag hoe meer inperkingen.
Hoe meer inperkingen hoe sterker de conclusies.
Van minst beperkend tot meest beperkend onderzoek:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller heijden99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.