Stoornis begint in de ontwikkelingsperiode met intellectuele en adaptieve
functioneringstekorten in conceptuele, sociale en praktische domeinen.
A: Tekorten in intellectuele functies: plannen, problemen oplossen, beoordelen, redenering
B: Tekorten in adaptieve functionering door het niet halen van ontwikkelings- en socioculturele
standaarden voor persoonlijke onafhankelijkheid en sociale verantwoordelijkheid
C: Begin van intellectuele en adaptieve tekorten tijdens de ontwikkelingsperiode
- Mild
- Moderate
- Severe
- Profound
Global Developmental Delay
Kinderen onder de 5 jaar wanneer de ernst niet betrouwbaar kan worden gemeten
B: Taalcapaciteiten zijn onder de verwachting voor de leeftijd
C: Symptomen beginnen in de vroege ontwikkeling
D: De moeilijkheden zijn niet toe te schrijven aan andere sensorische beschadigingen o.i.d. Niet
beter omschreven door intellectual disorder or global developmental delay.
Speech Sound Disorder
A: Aanhoudende moeite met spraakproductie dat samengaat met spraakbegrip
B: De verstoring veroorzaakt beperkingen in effectieve communicatie
C: Symptomen beginnen in de vroege ontwikkelingsperiode
D: Niet toe te schrijven aan congenitale of verworven condities
, Childhood-Onset Fluency Disorder (Stuttering)
A: Verstoringen in de normale vloeiendheid van spraak, er treedt frequent het volgende op:
1. Herhalingen
2. Prolongations: herhalingen
3. Broken words
4. Audible or silent blocking: pauzes
5. Circumlocutions: omschrijvingen om stotteren te vermijden
6. Woorden geproduceerd door overmaat aan fysieke spanning
7. Monosyllabic whole-word repititions: eenlettergreperige herhalingen
B: Verstoring veroorzaakt angst om te spreken of beperkingen in communicatie
C: Begin van de symptomen is in de vroege ontwikkelingsperiode
D: Verstoring is niet toe te schrijven aan een spraak-motorische of sensorisch tekort of andere
medische conditie en wordt niet beter verklaard door een andere mentale stoornis
Social (Pragmatic) Communication Disorder
A: Aanhoudende moeilijkheden in sociaal gebruik van verbale en nonverbale communicatie
1. Tekort in gebruik van communicatie voor sociale doeleinden
2. Beschadiging in de bekwaamheid om communicatie te veranderen aan de behoeften van de
luisteraar
3. Moeite met het volgen van regels voor conversaties en moeite met verbale en non-verbale
signalen gebruiken
4. Moeite te begrijpen wat niet expliciet wordt gezegd
B: De tekorten resulteren in functionele beperkingen in effectieve communicatie. Sociale
participatie e.d.
C: Het begin van de symptomen is in de vroege ontwikkelingsperiode
D: De symptomen zijn niet toe te schrijven aan andere medische condities o.i.d.
Unspecified Communication Disorder
Als symptomen omtrent communicatiestoornissen klinische stress of beschadiging in
gebieden veroorzaken maar niet de volle criteria hebben voor communicatie stoornissen
A: Aanhoudende tekorten in sociale communicatie en sociale interactie bij meerdere contexten
1. Tekorten in sociaal-emotionele reciprociteit
2. Tekorten in nonverbale communicatieve gedragingen gebruikt voor sociale interactie
3. Tekorten in ontwikkelen, behouden en begrijpen van relaties
Specifieer de ernst o.b.v. sociale communicatie beschadiging en begrensde, herhalende
patronen van gedrag
B: Beperkte, herhaalde patronen van gedrag, interesse of activiteiten, als gemanifesteerd in ten
minste twee van de volgende
, 1. Stereotype motorische bewegingen, gebruik van objecten of spraak
2. Insistence on sameness (aandrang op samenzijn), onflexibele aanpassing op routines
3. Zeer beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal zijn in intensiteit of focus
4. Hyper- of hyporeactiviteit op sensorische input van ongewone interesse in sensorische
aspecten van de omgeving
Specifieer de ernst o.b.v. sociale communicatie beschadiging en begrensde, herhalende
patronen van gedrag
C: Symptomen moeten aanwezig zijn in de vroege ontwikkelingsperiode
D: Symptomen veroorzaken klinisch significante beschadiging in sociale, occupational (beroeps) en
andere belangrijke gebieden
E: Deze verstoringen kunnen niet beter worden verklaard door intellectuele onbekwaamheid of
een globale ontwikkelingsachterstand
Mensen met een DSM-IV diagnose in autisme stoornis, Asperger of pervasive
ontwikkelingsstoornis niet anders gespecifieerd moeten de ASS stoornis krijgen. Mensen
met tekorten in sociale communicatie maar niet voor ASS moeten worden geëvalueerd
voor sociale communicatie stoornis.
Specifieer als:
- Met of zonder begeleidende intellectuele beschadiging
- Met of zonder begeleidende taalbeschadiging
- Geassocieerd met een bekende medische of genetische conditie of omgevingsfactor
- Geassocieerd met een andere medische of genetische conditie of omgevingsfactor
- Met catatonia
o Ernstlevel 1: requiring support
o Ernstlevel 2: requiring substantial support
o Ernstlevel 3: requiring verty substantial support
A: Een aanhoudend patroon van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit dat
interfereert met functioneren of ontwikkelend, gekenmerkt door 1 en/of 2:
1. Onoplettendheid = zes of meer van de volgende symptomen die hebben aangehouden voor
ten minste zes maanden in een mate die niet consistent is met het ontwikkelingsniveau en
een negatieve impact heeft op sociale en beroepsmatige activiteiten (voor 17+ ten minste 5
symptomen)
a. Geen aandacht voor details of zorgeloos fouten maken
b. Moeite met behouden van aandacht bij taken of speelactiviteiten
c. Lijkt vaak niet te luisteren
d. Volgt vaak niet de instructies op
e. Vaak moeite met het organiseren van taken en activiteiten
f. Vermijdt of een hekel hebben aan taken die volgehouden mentale inspanning
vereisen
g. Raakt vaal belangrijke dingen kwijt
h. Is vaak makkelijk afgeleid door externe stimuli
i. Is vaak vergeetachtig in dagelijkse activiteiten
, 2. Hyperactiviteit en impulsiviteit = zes of meer van de volgende symptomen die hebben
aangehouden voor ten minste zes maanden in een mate die niet consistent is met het
ontwikkelingsniveau en een negatieve impact heeft op sociale en beroepsmatige activiteiten
(voor 17+ ten minste 5 symptomen)
a. Friemelt vaak met of raakt handen of voeten aan in de stoel
b. Verlaat vaak de stoel in situaties waarin verwacht wordt dat je blijft zitten
c. Rent vaak of klimt in situaties waar dit ongepast is
d. Vaak niet in staat om stil te spelen
e. Is vaak ‘on the go’, gedragen als if ‘driven by a motor’
f. Praat vaak buitensporig
g. Een antwoord eruit werpen voordat de vraag complete gesteld is
h. Moeite met op beurt wachten
i. Onderbreekt vaak anderen
B: Ernstige onoplettendheid of hyperactieve-impulsieve symptomen waren aanwezig voor de
leeftijd van 12 jaar
C: Ernstige onoplettendheid of hyperactieve-impulsieve symptomen aanwezig in twee of meer
settings
D: Er is duidelijk bewijs dat de symptomen interferen met de kwaliteit van sociale, academische of
beroepsmatige functionering
E: De symptomen treden niet exclusief tijdens een periode van schizofrenie of een andere
psychotische stoornis op en worden niet beter verklaard door een andere mentale stoornis
Specificeren of:
- Gecombineerde presentatie (1 en 2)
- Predominante onoplettendheid (wel A1, niet A2)
- Predominante hyperactiviteit-impulsiviteit (wel A2, niet A1)
Specificeren als:
- In gedeeltelijke remission
Specificeer de ernst:
- Mild
- Moderate
- Severe
Other Specified Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder
Waarbij symptomen niet de volle criteria vervullen. In situaties waarin de clinician kiest de
reden wel te specificeren waarom de criteria niet helemaal vervuld is.
Symptomen vervullen niet de volle criteria. In situaties waarin de clinician kiest de reden niet
te specificeren waarom de criteria niet helemaal vervuld is.
Specific Learning Disorder
Specific Learning Disorder
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller psychologiesamenvatter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.85. You're not tied to anything after your purchase.