1 Wat is economie?
1.1 inleiding
De economie houdt zich bezig met financiële markten en met het probleem zoals inflatie en afbouw van de
staatsschuld.
1.2 Het fundamenteel economisch probleem
1.2.1 Menselijke en maatschappelijke behoeften
Het nut van de economische analyse is het gevolg van de spanning die ontstaat tussen, enerzijds de
individuele en de collectieve behoeften en anderzijds de schaarse middelen. die keuzeproblematiek
bestudeert de economie
Een behoefte verwijst naar het aanvoelen van een tekort en naar het verlangen om dit te kort aan te
vullen
Behoeftes kunnen zich in de loop van tijd aanpassen door de smaak en kunnen dus ook veranderen
naargelang allerhande omstandigheden wijzigen
1.2.1.1 Schaarse middelen en noodzaak te kiezen
Schaarse middelen wordt ook wel economische goederen genoemd.
Niet-schaarse middelen noemt men vrije goederen. Dit zijn goederen zoals lucht en water. Maar ook deze
kunnen soms schaars zijn. Zoals een duiker moet betalen voor de schaarse lucht in zijn duikfles
Het aanwenden van schaarse middelen kan op verschillende manieren wijzigen en zo komen we tot het
keuzeprobleem
Meestal zijn onze middelen schaar door de budgetbeperking
In het bedrijfsleven:
o Middelen die de eerste doelstellingen nastreven zijn verloren voor de tweede. Zo moeten
bedrijven kiezen tussen investeren in opleiding, informaticasystemen of het verbeteren van
productietechnieken
Overheid:
o Kiezen tussen meer middelen te besteden aan onderwijs, mobiliteit, veiligheid, … dit komt door
de budgetbeperking
,1.2.1.2 Het maken van keuzes en opportuniteitskosten
Definitie = waarde van het beste niet-gekozen alternatief
De werkelijke kosten van de gemaakte keuzes zijn niets anders dan de waarde van het beste alternatief
dat men opgeeft door deze keuze te maken. Dit noemt men opportuniteitskosten
Voorbeeld; Wanneer je gaat verder sturen i.p.v. werken is de opportuniteitskost dat je geld misloopt.
soorten kosten:
- Financiële kosten = kost dat de overheid voor jou moet betalen
- Opportuniteit kosten = kosten die jezelf misloopt
1.3 Economie: een definitie
Schaarste vormt de essentie van het economisch keuzeprobleem
definitie van scitovsky = “een sociale wetenschap die tot voorwerp heeft het beheer van schaarse
middelen’’
Hij zegt dat er drie typische problemen zijn:
1. Allocatieproblemen (hoe)
Hoe wijs je de schaarse middelen toe
aan de diverse aanwendingen?
Micro economie
2. distributieproblemen (verdelen)
Hoe verdeel je de voordelen van de
geproduceerde goederen en diensten
over de hele bevolking?
1.3.1 Micro- en macro-economie
Micro:
De micro-economie is in ruime mate gewijd aan de studie van het gedrag van individuele economische
agenten, zoals consumenten, bedrijven, organisaties.
Het onderzoek naar het consumentengedrag heeft als doel de vraag en abod van productiefactoren
arbeid en kapitaal.
Ze kijken ook naar het gedrag van producenten
Macro:
Hier komt de invloed van menselijk gedrag op globale of aggregatieve economische grootheden aan bod.
De probleemstelling van de volledige inzet van de beschikbare hoeveelheid productiefactoren wordt hier
uitvoerig behandelt.
Macro-economische beleid is gericht op lage inflatie en lage werkloosheid.
,Gemengd:
Sommige aspecten kan je niet oderscheiden in macro of micro economie aangezien ze allebei een
essentiele rol spelen.
Een voorbeeld hiervan is milieuproblemen
Op macro-economisch vlak kunnen we schaarse middelen zien als: Arbeid, natuur en kapitaal
1) Arbeid:
o Dit zijn alle mogelijke arbeidsprestaties, zowel fysiek als intellectueel.
o Het beschikbare arbeid is relatief beperkt, een beperkte activiteitsgraad. Dit komt door verplichte
scholing en pensioenen.
2) Natuur:
o Dit zijn allemaal natuurlijke rijkdommen, zoals vruchtbaarheid, bodem, grondstoffen, water,
lucht, klimaat en de ligging
o Zo is rijkdom zeer oneerlijk verdeeld, dit komt omdat het economisch afhangt van de ligging,
bereikbaarheid en moeilijkheidsgraad van ontginning
3) Kapitaal:
o Alle reële kapitaalgoederen, hiermee bedoelt men het geheel van de door mensen
geproduceerde productiemiddelen. Zoals gebouwen en machines.
o Verouderde machines zijn dus minder ‘reëel kapitaal’: ze vertegenwoordigen dus een lagere
productieve capaciteit
1.4 De productiemogelijkheden-curve van een land
De gegeven hoeveelheid van de beschikbare inputs arbeid, kapitaal en natuurlijke rijkdommen geven een
beperkte productiemogelijkheid. Een land moet dan keuzes maken om dit probleem op te lossen.
De productiemogelijkheden-curve geeft een aantal begrippen weer:
o De schaarse middelen: een productiecombinatie is niet altijd haalbaar door de beperkte
hoeveelheden
o Opportuniteitskosten: als men meer wil produceren van goed 1 dan moet men automatisch
goederen opgeven van goed 2
De productiemogelijkheden-curve is nuttig om de 2 beheerproblemen te interpreteren:
o De volledige aanwending van de middelen, we moeten zorgen dat alle arbeid gebruikt wordt
o Hoeveel zal er van ieder product geproduceerd worden
, 1.5 het verruimen van de productiemogelijkheden van een land
belangrijke determinanten van toenemende productiemogelijkheden zijn toenemende:
1) Arbeidsverdeling: dit betekent specialisatie in het productieproces.
- De mens vervult meer een kleine deeltaak,
- Er kan een gepaste opleiding en scholing gegeven worden,
- Routine verhoogt de vakbekwaamheid
Verhogen van arbeidsproductiviteit
2) Vooruitgang in de technologische kennis: de technologie is als het ware het receptenboek.
Technologie geeft aanleiding tot nieuwe en meer geperfectioneerde kapitaalgoederen.
3) Wijzigingen in de economische ordening: de economische ordening omvat het gehele
institutionele kader waarbinnen een economie opereert.
Concreet heeft dit betrekking op de wetten, regelementen, instellingen, gewoonten,…
Voorbeelden: schoolplicht, afschaffing van beroepsprivileges, veranderingen in het
eigendomsrecht,…
Stijging van productiviteit zorgt voor een verschuiving naar rechts van de productiemogelijkhedencurve
1.6 Centrale planning versus het marktmechanisme
1.6.1 Centrale planning
Dat plan bepaalt de hoeveelheid de economie van de verschillende goederen zal produceren en wat
daarbij de inzet van de productiefactoren dient te zien.
1.6.2 Het marktmechanisme
Bij het marktmechanisme staat prijsmechanisme, waarbij de wensen van vragers en aanbieders worden
gecoördineerd, centraal.
1) Het verschaffen van prijzen
2) Ze geven signalen of prikkels aan de consumenten en producenten, die er hun beslissingen op
baseren.
3) Het bepaalt de inkomensvorming: wat de vrager betaald vormt ok meteen het inkomen van de
aanbieder. De primaire inkomstenverdeling is daarom direct verbonden met de prijs.
1.6.2.1 Tekortkomingen op de markt
1) In de eerste plaats lijken markten niet goed te functioneren wanneer de te sterke economische macht van
bedrijven de signaalfunctie van het prijsmechanisme aantast.
2) Er zijn goederen die door hun specifieke kenmerken moeilijk aan de markt kunnen worden overgelaten.
De publieke en collectieve goederen hebben 2 kenmerken:
a. De meerkosten = nul
b. Het is ook moeilijk om mensen uit te sluiten voor die consumptie
Voorbeelden: De zorg, veiligheid
3) Externe effecten: de vaststelling dat productie in de moderne economie gepaard gaat met een geheel
programma ongeprijsde, en meestal ongewenste neveneffecten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fibieidams. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.66. You're not tied to anything after your purchase.