Zeer uitgebreid document met alle examenvragen voor ABS1!!
15 views 0 purchase
Course
Het actieve bewegingsstelsel I
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
Zeer uitgebreid, alle examenvragen uitgewerkt. Niet enkel de kliniek besproken maar ook de anatomie die bij het vraagstuk hoort. Dit document is zeker voldoende om het examen te kunnen halen!
Examenvragen ABS
Spieren
Welke spieren behorend bij de lessen over het voorbeen helpen mee bij een geforceerde ademhaling?
Bespreek deze spieren volledig.
Bij de geforceerde ademhaling zijn twee spieren van het voorbeen betrokken, dit betreffen de m. Latissimus dorsi en
de m. Serratus ventralis pars thoracis.
De m. lattissimus dorsi is een driehoekige brede platte spier die ligt onder de m. cutaneus trunci. Deze spier bedekt de
wand van de thorax caudaal van de scapula. Ook bedekken enkele spiervezels de angulus caudalis van de scapula. Op
deze manier helpt de spier de scapula tegen de romp aandrukken. De m. lattissimus dorsi duikt onder de m. triceps
brachii om vervolgens te eindigen aan de mediale zijde van de humerus. Deze spier heeft meerdere origo’s; fascia
thoracolumbalis (peesplaat die begint op het lig. Supraspinale T4 tot L6), spinaaluitsteeksels T en L, zijvlakte van de
zwevende ribben. Zal zich vervolgens inserteren op de tuberositas teres major.
Deze spier heeft een aantal functies. Het adducteren van het voorbeen. Bij een los voorbeen zal deze spier de humerus
naar achter en dorsaal trekken met als bijgevolg het voorbeen en zal deze de schouder buigen. Bij een vast voorbeen
wordt de romp naar voren getrokken (geforceerde ademhaling!) en wordt de wervelkolom gebogen. Deze spier
voorkomt kromming van de rug bij het trekken van zware objecten. De spier wordt geinnerveerd door de n.
Thoracodorsalis. De voornaamste bloedvoorziening is de a. Profunda brachii, aa. Intercostales dorsales, aa. Lumbales
en de a. Thoracodorsalis.
De m. Serratus ventralis is een plaatvormige driehoekige spier waarvan de top zich bevindt t.h.v. de scapula en
waarvan de basis getand is. De spier kan opgedeeld worden in een pars cervicis en een pars thoracis.
De pars cervicis begint op de processi transversus van de laatste 4 à 5 halswervels en zal zich inserteren op het voorste
deel van de facies serrata en het cartilago scapulae. Pars thoracicus begint op de ribkraakbeenderen van de eerste 9
ribben en zal insterteren op het achterste deel van de facies serrata en het cartilago scapulae.
De functie van deze spier is het ophangen van het lichaam tussen de voorbenen, de spier vangt verend het gewicht op
bij springen. Bij een vast voorbeen zorgt pars cervicis voor het opheffen en wenden van de hals, het pars thoracicus
zorgt voor het ophangen van de borstkas en de geforceerde ademhaling. Bij een los voorbeen zorgt het pars cervicis
dat de scapula naar cranioventraal bewogen wordt (voorbeen naar voren plaatsen) en zorgt het pars thoracicus ervoor
dat de scapula naar caudoventraal bewogen wordt (voorbeen naar achteren plaatsen). De spier wordt geinnerveerd
de n. Thoracicus longus. De bloedvoorziening bestaat uit de aa. Intercostalis dorsalis en ventrales, a. Thoracica lateralis
en de truncus costocervicalis en zijn takken.
Bespreek tendinitis van de m. biceps brachii bij windhonden.
De m. Biceps brachii is een belangrijke spier die het schoudergewricht en het ellebooggewricht overbrugt. De spier
start op het tuberculum supraglenoidale en inserteert op het tuberositas radii, ulna en lacertus fibrosus. De beginpees
wordt in de sulcus intertubercularis gehouden, bij de grote huisdieren door de opgesplitste eindpees van de m.
Supraspinatus, bij de kleine huisdieren door het lig. Transversum humeri. Doordat de beginpees over het tuberculum
intermedium loopt is ter beschescherming bij het paard en de herkauwers een slijmbeurs aanwezig op deze plaats
(bursa intertubercularis). Bij de carnivoren is er sprake van een uitzakking van het gewrichtskapsel dat gelegen is onder
de beginpees.
De m. Biceps brachii heeft als functies; het strekken buigen de schouder, buigen van de elleboog, strekken van de
carpus, opspannen van de fascia antebrachii en bij de grote huisdieren zorgen de talrijke bindweefselstroken, bij het
gewone staan, op een passieve wijze ervoor dat het schoudergewricht niet doorbuigt.
Het kan zijn dat de beginpees ontsteekt, dit wordt tendinitis genoemd. Deze blessure wordt voornamelijk veroorzaakt
door herhaalde kleine beschadigingen, overbelasting en/of degeneratie aan de pees. Bijvoorbeeld door het verticaal
landen op de voorpoten, snel draaien, overstrekken van de spier,.. Het is dus een blessure die vaak voorkomt bij
sporthonden.
,De diagnose kan gesteld worden door middel van bewegingsmanipulatie. Hierbij wordt de schouder gebogen en de
elleboog gestrekt, op dat moment zal er gepalpeerd worden op het instertiepunt van de m. biceps. Door de
bewegingsmanipulatie wordt de beginpees strakker in de sulcus intertubercularis geduwd, dit is bij een tendinitis zeer
pijnlijk. Op dit moment kan, om zeker te zijn, op de beginpees wordt geduwd.
Vaak wordt acute tendinitis conservatief behandeld door middel van onstekingsremmers, gecontroleerde activiteit en
koudetherapie. Wanneer de tendinitis chronisch wordt, gaat men vaak over in een operatie. De beginpees wordt dan
losgesneden, omdat de functie van de spier niet volledig verloren mag gaan wordt deze vastgemaakt aan het
tuberculum majus van de humerus. De operatie wordt vooral uitgevoerd om het pijnlijke contact tussen de aagetaste
pees en de fascia te vermijden, alsook de vorming van osteofyten in de intertuberculaire groeve te voorkomen.
,Een tekening van een koe waarbij je puntjes moet zetten waar de slijmbeurzen en peesscheden zitten en
beschrijf ieder puntje (waar de structuur exact ligt).
De koe kent bursa (slijmbeurzen) ter hoogte van:
- Bursa subtendinae m. Infraspinatus. Deze spier loopt van de scapula naar het tuberculum majus van de
humerus. Op het ruwe vlak van het tuberculum majus bevindt zich het pezig eindpunt van de spier, onder dit
eindpunt ligt de slijmbeurs.
- Bursa subtendinea m. Subscapularis. Deze spier loopt van de fossa subscapularis naar het tuberculum minus
van de humerus. Waar de eindpees over de kam van het tuberculum minus glijdt, bevindt zich de slijmbeurs.
- Bursa intertubercularis m. Biceps brachii. Deze spier loopt van het tuberculum supraglenoidale naar
tuberositas radii. Doordat de beginpees over het tuberculum intermedium loopt is er ter bescherming een
slijmbeurs op deze plaats aanwezig.
- Bursa subtendinea m. Tricipitis brachii. Het caput longum van de m. Triceps brachii loopt van de scapula naar
het tuber olecrani. Onder deze eindpees bevindt zich de slijmbeurs. Tussen de verschillende hoofden van de
m. Triceps zullen zich ook slijmbeurzen bevinden.
- De m. Extensor carpi radialis loopt van de crista epicondylaris lateralis naar het tuberositas os metacarpale III.
De eindpees wordt overkluist door de eindpees van de m. Abductor pollicis longus en is omgeven door een
peesschede of loopt over een slijmbeurs op het niveau van de carpus.
- Aan de eindpees van het humerale hoofd van de m. Extensor digitorum communis bevinden zich ter hoogte
van de teen een aantal slijmbeurzen.
- De ruimte tussen de twee eindpezen (diepe, oppervlakkige buiger en oppervlakkige, oppervlakkige buiger) van
de m. Flexor digitorum superficiale wordt opgevuld met slijmbeurzen. De carpaalschede is dus vervangen
door drie afzonderlijke slijmbeurzen. Distaal, op het moment dat de eindpezen zijn gaan fuseren, bevindt zich
een sesamschede.
- Tussen de straalbeentjes en de eindpees van de m. Flexor digitorum
profundus wordt de bursa podotrochlearis teruggevonden.
, Bursa en peesschedes bij het paard aanduiden op tekening en topografische ligging weergeven.
Het paard kent bursa (slijmbeurzen) ter hoogte van:
- Bursa subtendinae m. Infraspinatus. Deze spier loopt van de scapula naar het
tuberculum majus van de humerus. Op het ruwe vlak van het tuberculum majus
bevindt zich het pezig eindpunt van de spier, onder dit eindpunt ligt de slijmbeurs.
- Bursa subtendinea m. Subscapularis. Deze spier loopt van de fossa subscapularis
naar het tuberculum minus van de humerus. Waar de eindpees over de kam van het
tuberculum minus glijdt, bevindt zich de slijmbeurs.
- Bursa intertubercularis m. Biceps brachii. Deze spier loopt van het tuberculum
supraglenoidale naar tuberositas radii. Doordat de beginpees over het tuberculum
intermedium loopt is er ter bescherming een slijmbeurs op deze plaats aanwezig.
- Bursa subtendinea m. Tricipitis brachii. Het caput longum van de m. Triceps brachii
loopt van de scapula naar het tuber olecrani. Onder deze eindpees bevindt zich de
slijmbeurs. Tussen de verschillende hoofden van de m. Triceps zullen zich ook
slijmbeurzen bevinden.
- De m. Extensor carpi radialis loopt van de crista epicondylaris lateralis naar het
tuberositas os metacarpale III. De eindpees wordt overkluist door de eindpees van
de m. Abductor pollicis longus en is omgeven door een peesschede of loopt over een
slijmbeurs op het niveau van de carpus.
- Aan de eindpees van het humerale hoofd van de m. Extensor digitorum communis
bevinden zich ter hoogte van de teen een aantal slijmbeurzen.
- De m. Flexor digitorum superficiale loopt van de buigknobbel, onder het retinaculum
flexorum en eindigt op de torus palmares van de tweede falanx. De eindpees van de
m. Flexor digitorum superficiale zal lopen in een carpaalschede en in een
sesamschede.
- Tussen de straalbeentjes en de eindpees van de m. Flexor digitorum profundus
wordt de bursa podotrochlearis teruggevonden.
Bespreek de structuren die de luchtzak aflijnen.
De ruimte tussen mandibula, v. linguofacialis en de eindpees van de m. Sternochephalicus noemt men de driehoek
van Viborg. Via deze ruimte kan men de luchtzak bereiken. Bij het paard loopt de a. Carotis interna vanaf het moment
dat deze de schedelholte bereikt via het foramen carotideum in de schedelbasis. Loopt in een plooit van de luchtzak
aan de mediale vlakte, een ontsteking in de luchtzak geeft dus een risico dat de wand van deze arterie aangetast wordt
met het gevaar op een letale bloeding. De a. Carotis externa loopt in dorsorostrale richting onder de parotis, lateraal
van de luchtzak, om dan de caudale bovenrand van de mandibula te bereiken.
De mandibula, ofwel onderkaak, bestaat uit twee helften die vergroeid zijn. De coronoideus is het handvat en de
condylaris vormt het gewricht met de schedel. De ruimte tussen de kiezen en de snijtanden wordt het diastema
genoemd. Aan de onderrand van de mandubula kan een incisura vasorum facialum gevoeld worden, hier loopt de a.
Facialis en kan de pols bij het paard en de rund gevoeld worden. Aan de mediale zijde van de onderkaak bevindt zich
het foramen mandibulare, dit geeft toeging tot het canalis mandibularis wat lateraal uitmondt in een foramen
mentale. Hierin lopen bloedvaten en zenuwen voor de tanden en de onderlip.
De m. Sternocephalicus is een verbidingsspier en loopt het Manubrium sternum naar de schedel. Het paard kent één
eindpees, deze eindigt op pars mandibularis van de schedel.
De v. Linguofacialis is een aftakking van de v. Jugularis externa en zorgt voor de drainage van de kopregio.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TMdgkstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $18.48. You're not tied to anything after your purchase.