100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
LWEO Economie samenvatting lesbrief crisis (alles) en Jong en Oud (eerste drie hoofdstukken) HAVO 4 $3.20
Add to cart

Summary

LWEO Economie samenvatting lesbrief crisis (alles) en Jong en Oud (eerste drie hoofdstukken) HAVO 4

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Level

In deze samenvatting word alles uitgelegd wat je moet weten. De samenvatting bevat les aantekeningen, goede uitleg met voorbeelden en plaatjes. Alle begrippen staan duidelijk uitgelegd in de tekst. Deze samenvatting is gebaseerd op het boek LWEO. Deze samenvatting gaan over de lesbrieven 'Crisis' (...

[Show more]

Preview 2 out of 9  pages

  • October 9, 2023
  • 9
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Economie samenvatting
Crisis H1+H2 -- Jong en oud H1+ H2+H3


Crisis H1 (Boek) - Kiezen
Bestedingen = totale vraag naar goederen en diensten door consumenten, investeerders, de
overheid, en het buitenland (=export). Bij het uitbreken van een economische crisis dalen de
bestedingen. Hierdoor daalt het productievolume.

Het consumentenvertrouwen geeft informatie over de verwachtingen van consumenten over de
ontwikkeling van de economie. Wanneer prijzen stijgen en de koopkracht daalt, zal het
consumentenvertrouwen dalen. Mensen gaan meer sparen en minder consumeren.

Hoe werkloosheid te lijf gaan?
Bij een lagere rente gaan mensen meer lenen en minder sparen. De geldhoeveelheid neemt toe  de
productie neemt toe en de werkloosheid neemt af.

Een sterke groei van geldhoeveelheid kan leiden tot inflatie  prijzen stijgen en de koopkracht daalt.

Bij deflatie dalen de prijzen. Bij deflatie gaan mensen hun bestedingen uitstellen omdat ze denken
dat de prijzen in de toekomst nog lager zullen worden.



Premies zijn verplichte betalingen aan de overheid en verzekeraars.

Goederen kun je vastpakken, zoals een balpen. Diensten niet, dit is bijvoorbeeld een kappersbezoek.
Goederen en diensten samen noemen we producten.

Het kopen van producten voor de behoeftebevrediging heet consumeren.
Investeren is het aanschaffen van goederen en diensten door bedrijven om er mee te produceren.

Behoeften zijn veel groter dan de middelen  je hebt niet de middelen om al je behoeften te
bevredigen.

Een product is schaars, als er een offer of inspanning moet worden geleverd om het goed te maken.
Omdat er inspanningen voor de productie moeten worden geleverd, kosten schaarse goederen geld.
Vrije goederen zijn bijvoorbeeld de lucht die wordt ingeademd.

Een scholier moet kiezen tussen een proefwerk leren of bij de supermarkt werken en kiest voor het
proefwerk omdat hij anders blijft zitten op school. Hij laat het baantje dat hem 20 euro oplevert deze
keer schieten. 20 euro zijn dan de opofferingskosten die worden gemaakt omdat de keuze op leren
valt. Opofferingskosten zijn de opbrengsten van het beste, niet gekozen alternatief.

Middelen zijn alternatief aanwendbaar  Ze kunnen voor verschillende doeleinden worden gebruikt.
De afweging tussen keuzes wordt bepaald door de opofferingskosten. Als iemand kiest voor een
bepaalde activiteit dan offert hij de waarde van de alternatieven op.

, H1 (PowerPoint docent)
Bij een economische crisis is er meer aanbod dan vraag, een
afname van het consumentenvertrouwen en vrees voor een
recessie (het productievolume (BBP) krimpt.
Als dit lang duurt, noemen we dit een depressie).

Bestedingen = totale vraag naar goederen en diensten door
consumenten, investeerders, de overheid, en het buitenland
(=export). Bij het uitbreken van een economische crisis dalen de
bestedingen. Hierdoor daalt het productievolume.

Als het slecht gaat met de economie, kan de overheid besluiten om
de economie te stimuleren:

- Overheidsbestedingen verhogen
- Belastingen verlagen

Gezinnen hebben zo meer te besteden. Er zijn alleen wel wat nadelen:

- Door meer uitgaven en minder inkomsten voor de overheid, stijgt de staatsschuld. Deze schuld moet
in de toekomst afgelost worden.

- Een hogere schuld, betekent hogere rentelasten. Mogelijk worden deze zo hoog dat er geen geld
over is voor andere zaken (zoals voor wegen, zorg etc.).

- Als de overheid veel leent, zou het rente% kunnen stijgen. Hier hebben bedrijven en gezinnen last
van.

Wanneer er een economische crisis uitbreekt, daalt het consumentenvertrouwen, waardoor
gezinnen minder gaan besteden.




Inflatie (algemene prijsstijging) =
hoeveel procent een gemiddeld gezin meer moet uitgeven om hetzelfde te kunnen kopen ten
opzichte van een jaar geleden. Het gevolg van inflatie is dat geld minder waard wordt en dat je
minder kunt kopen met een euro (dalende koopkracht)  geldontwaarding.

Koopkracht = Hoeveel je in een land kunt kopen met bijvoorbeeld met je loon. Met een
koopkrachtstijging kun je meer kopen met je loon dan een jaar geleden. Bij een koopkrachtdaling
stijgt je loon minder hard dan de prijzen.

Deflatie is een algemene prijsdaling. De prijzen dalen  Consumenten stellen hun aankopen uit,
totdat de prijzen nog verder gedaald zijn  Door de lagere vraag verlagen producenten de prijzen
verder  uiteindelijk gaan bedrijven failliet.

Schaarse goederen = Er moeten offers geleverd worden om te produceren en kost dus geld.

Vrije goederen = Hier hoeven geen offers voor geleverd te worden. Het is vrij toegankelijk (lucht).

Hout kan worden gebruikt voor een tafel en een deur. Hout is dus alternatief aanwendbaar.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IlseAerts. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.20
  • (0)
Add to cart
Added