Bestuursrecht in het Awb-tijdperk, T. Barkhuysen, J.E. van den Brink, W. den Ouden, Y.E. Schuurmans &
M.K.G. Tjepkema, negende druk, Wolters Kluwer, Deventer, 2022.
Hoofdstuk 3
Territoriale decentralisatie - organen voor een bepaald territorium die een algemene
bevoegdheid hebben gekregen tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften
of tot het nemen van andere beslissingen.
Functionele decentralisatie - bestuursorganen mogen enkel beslissingen nemen voor enkele
in de wet omschreven terreinen of functies.
→ mengvorm is de waterschappen
Aantal openbare lichamen:
- territoriale openbare lichamen (staat, provincie, gemeente)
- functionele openbare lichamen (Nederlandse Orde van Advocaten)
Alle openbare lichamen hebben rechtspersoonlijkheid, dat betekent dat zij kunnen
deelnemen aan het privaatrechtelijke rechtsverkeer; zij kunnen dus contracten sluiten en
een vermogen hebben (artikel 2:1 BW).
Artikel 1:1 Awb bevat de definitie van het begrip ‘bestuursorgaan’.
Artikel 1:1 lid 2 Awb bevat alle uitzonderingen
A-bestuursorgaan: Wanneer een instantie onderdeel uitmaakt van een publiekrechtelijke
rechtspersoon. ‘De overheid’.
B-bestuursorgaan: Andere personen of colleges die met openbaar gezag zijn bekleed.
Privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen waaraan een deel van een
overheidstaak is opgedragen.
Let erop dat de publiekrechtelijke rechtspersoon zelf niet het bestuursorgaan is. De
rechtspersoon is de huls; de organisatie die het vermogen heeft.
Wettelijk openbaar gezag: bijvoorbeeld een garage die verantwoordelijk is voor APK
keuringen is een b-orgaan en de bevoegdheid moet volgen uit de wet.
Buitenwettelijk openbaar gezag: privaatrechtelijke rechtspersonen worden met een
overheidstaak belast zonder dat daarvoor een wettelijke grondslag is → Stichting Silicose
Oud-Mijnwerkers. Deze stichting verstrekt vergoedingen aan oud-mijnwerkers die door het
verrichten van arbeid in de staatsmijnen de ziekte silicose hebben opgelopen. Later bleek
dat de provincie Limburg en de Staat nauw betrokken waren bij de stichting. Één van de
mijnwerkers kreeg geen uitkering en wilde bezwaar maken, dat kan niet omdat een stichting
geen b-orgaan is.
Organen van privaatrechtelijke rechtspersonen die geldelijke uitkeringen of op geld
waardeerbare voorzieningen aan derden verstrekken komen in andere omstandigheden in
aanmerking om als buitenwettelijk b-orgaan te worden gekwalificeerd. Dergelijke organen
kwalificeren allen als een b-bestuursorgaan als:
1. er is voldaan aan de inhoudelijke vereiste. Dit houdt in dat de criteria voor de
geldverstrekking door het orgaan in kwestie in beslissende mate door één of meer
a-organen moeten worden bepaald of sprake is van ‘in beslissende mate’ is
casuïstisch.
1
, Bestuursrecht in het Awb-tijdperk, T. Barkhuysen, J.E. van den Brink, W. den Ouden, Y.E. Schuurmans &
M.K.G. Tjepkema, negende druk, Wolters Kluwer, Deventer, 2022.
2. en er moet zijn voldaan aan de financiële vereiste. Dit houdt in dat de financiering
van de verstrekking door het orgaan van de privaatrechtelijke rechtspersoon in
overwegend mate afkomstig moet zijn van één of meer a-organen.
Veel wettelijke voorschriften bepalen dat bij de besluitvorming alleen de belangen van
personen die belanghebbende zijn tegen elkaar moeten worden afgewogen (artikel 3:4
Awb). Bovendien geldt in de regel dat alleen belanghebbenden het recht hebben om
bezwaar en beroep om te stellen tegen een besluit (artikel 8:1 en 7:1 Awb).
Cumulatieve criteria aan de hand waarvan de rechter bepaalt of derden een ‘rechtstreeks’
belang bij een besluit hebben, opera-criteria:
- Objectief
- Persoonlijk, onderscheidt iemand zich van de massa? (Mestbassin Mechelen)
- Eigen
- Rechtstreeks
- Actueel
Belanghebbende is in eerste plaats de aanvrager van een besluit en/of degene tot wie het
besluit zich richt: de geadresseerde, direct-belanghebbende. Wie derde-belanghebbenden
zijn wordt bepaald door de opera-criteria. Ook kan de rechtspersoon die algemene en
collectieve belangen behartigt, aangemerkt worden als derde-belanghebbende.
Bij een stichting worden P en E vervangen door statutaire doelstellingen en feitelijke
werkzaamheden (Stichting Openbare Ruimte).
Hoofdstuk 5
Feitelijke handelingen - handelingen zonder een beoogd rechtsgevolg.
Publiekrechtelijke rechtshandelingen: beslissingen die eenzijdig de rechtsbetrekking bepalen
tussen het bestuursorgaan en de personen die onder de rechtsmacht van dat orgaan vallen.
Twee manieren om bestuurshandelingen te zien:
1. middelen om een bepaald doel te bereiken, ofwel instrumenten.
2. een vergunning is een ander instrument dat het bestuur kan aanwenden om een
bepaald publiek doel te bereiken.
Een andere manier om bestuurshandelingen in te delen: naargelang van de aard van de
handeling.
- Eerst het verschil tussen feitelijke handelingen en rechtshandelingen
- Binnen rechtshandelingen kunnen we verder onderscheid maken tussen
privaatrechtelijke en publiekrechtelijke rechtshandelingen
Artikel 1:3 lid 1 Awb → definitie van een besluit: ‘Een schriftelijke beslissing van een
bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling’.
Beslissing is de uitkomst van een afwegingsproces van argumenten van een
bestuursorgaan en dat die uitkomst is bekendgemaakt.
Voorwaarden besluit:
- schriftelijk
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AngelaaK. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.