Samenvatting filo vd geest, mind & cognition en de hoorcolleges
13 views 0 purchase
Course
Inleiding ethiek
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Mind And Cognition
Dit document bestaat uit een samenvatting van het boek 'mind en cognition' verplicht voor het vak filosofie vd geest, ook de hoor en -werk colleges zijn deel van de samenvatting, waardoor het leren van deze samenvatting leidt tot het halen van het vak!
Dualisme
Bewustzijn: ervaren werkelijkheid kwalitatief, eerste persoons perspectief.
Intentionaliteit: denken is altijd ergens op gericht. Niet altijd bewust van intentionele toestanden:
1. occurent: bewust, optredende gebeurtenis.
2. dispositioneel: onbewust, neiging tot gebeuren.
Propositie: intentionele inhoud, conceptueel, verschillende houdingen.
Relatie bewustzijn en intentionaliteit: gaan niet altijd gepaard (honger). Dit leidt tot probleem:
- Reductionisme: geest niet centraal, is een eigenschap, geestelijke verschijnselen kunnen
gereduceerd worden tot neurofysiologische processen: materialisme.
- Anti-reductionisme: geest staat centraal, is een aparte substantie: dualisme.
- Eliminativisme: geest bestaat niet, alleen waarneembaar gedrag (behaviorisme) of alleen
hersenprocessen (eliminatief materialisme).
Mentalisme: woorden op zichzelf betekenen niks, is betekenis in hoofd van spreker, KRITIEK is dat
iedereen zijn eigen taal spreekt, dus slechte communicatie.
De naieve betekenistheorie: woord: object (representatie), KRITIEK is dat je op meer manieren over
hetzelfde kan praten: Frege vergeleek avondster met ochtendster, oplossing: woorden ->
betekenisinhoud -> object.
Niveau van ergens over praten: conceptueel, betekenistheorie, mentaal en materieel compleet
verschillend, begrippen zijn dus ook heel anders. Wetten psychologie kunnen niet ingebed worden in
de wetten van natuurkunde.
Niveau van er iets van weten: epistemologie, kennistheorie, introspectie, internalist.
Niveau van dat wat er bestaat: ontologie, concreet, descartes lichaam-geest gescheiden, beiden
zelfstandig en fundamenteel. Onze wil is vrij, fysiek niet, geest heeft bewustzijn.
Fenomenologie: er zijn alleen ervaringen, gaat uit van intentionaliteit, hoe dingen aan ons
verschijnen (eerste persoons perspectief), het ‘wezen’ van de waarneming (Husserl).
First person ontology Searle: bewustzijn heeft een eerstepersoons ontology.
Het corpusculaire wereldbeeld: wereld bestaat uit deeltjes. Bestaan kleuren (ontologisch)? Realisme
zegt van wel, gematigd realisme zegt disposities in objecten, anderen zeggen van niet door projecties
(idealisme, waarnemersafhankelijk).
Status van materie verklaren -> primaire kwaliteiten (uitgebreidheid, vorm, beweging), secundaire
kwaliteiten (geur, kleur, smaak), ontdekken door interactie met materie.
Motivatie Descartes: absolute conception of the world: beschrijving werkelijkheid alsof er geen
mensen waren. Natuurwetenschap basis voor gedachtes, wantrouwen aan waarneming. Taal van de
werkelijkheid is wiskunde. Op basis van dit heeft hij metafysische meditaties:
1. Methodologische twijfel: vervangen ontologie door epistemologie, scepticisme,
waarheidscriterium. Bevrijden vooroordelen, zintuigen onbetrouwbaar, het doelwit was
aristoteliaanse kenleer: eerst zintuigen, daarna verstand. Obv droom-redenering: hoe weten we
zeker dat we dromen van werkelijkheid kunnen onderscheiden. Waarheid wiskunde ook in twijfel
door ‘malin genie:’ is er geen demoon die bij sommetjes verkeerde getallen doet uitkomen?
2. Het archimedische punt: er moet een fundament zijn voor kennis bouwwerk: ik ben aan het
twijfelen, ik weet 1 zeker, vorm van denken, ik denk dus ik ben -> cogito, ergo sum. Bezwaar
lichtenberg: er zijn gedachten, niet een ‘ik,’ dat denkt. Blokje was voorbeeld: we kunnen niet
beweren materie goed te kennen door zintuigen, we kennen materie door na te denken, rede.
3. Bestaan van God: idee, bestaan als gedachte, heeft inhoud. Bijvoorbeeld wk finale op 7 juli:
formeel bestaan (gedachte die je nu hebt in 2019), vs objectief bestaan (inhoud gedachte 7 juli). In
de oorzaak moet evenveel realiteit zitten als in het gevolg. God is oneindig, objectieve realiteit komt
niet van mij, formele realiteit wel. Ze komen van God, idee moet veroorzaakt worden met evenveel
objectieve realiteit, dus God bestaat.
4. Waarheid en onwaarheid: duidelijk, oordelen, de wil. Je bent verantwoordelijk voor instemming
met waarheid, mag alleen als iets helder is, dan heb je goed gehandeld.
, 5. Essentie van materie: uitgebreidheid van materie essentiële eigenschap: bijv. vorm kan wel
veranderen. Meetkunde levert heldere en duidelijk ideeën op, zekere kennis is mogelijk. Ontologisch
godsbewijs: god kan niet gedacht worden, zonder dat hij bestaat, het hoogste zijnde wat gedacht kan
worden, als hij niet zou bestaan zou er iets hoger zijn, dat is niet zo.
6. Bestaan van materiele entiteiten: verschil intellect en verbeelding: verbeelding hoort niet tot ‘ik,’
wanneer geest iets verbeeld richt het zich op lichaam, lichaam en geest dus verbonden, zintuigelijke
waarneming is passief, de verbeelding vergt inspanning, ik kan een vijfhoek en een 1000 hoek
begrijpen zonder verbeelding, verbeelden van 1000 hoek vergt meer inspanning.
Reele onderscheid lichaam en geest: geest ondeelbaar, geest in beweging door pijnappelklier,
verbonden met lichaam. Kritiek Elisabeth vd palts: hoe kan er causale werking zijn wanneer zij
verschillende substanties zijn? Causale geslotenheid universum: hoe kan een geest causale rol spelen
in ons universum, is er causale werking, wat is de geest voor substantie?
Emergentisme: de geest ontstaat uit fundamentele verschijnselen, maar kan niet worden
gereduceerd tot hersenprocessen. Geen relatie denken en handelen, dus geen
eliminativisme. Epifenomalisme (oplossing): mentale verschijnselen zijn stoomfluit, dragen
niet bij aan werking locomotief, we moeten aannemen dat we bewust zijn, maar is slechts
nevenverschijnsel van fysische verschijnselen.
Introspectie bezwaar: stoffelijke processen doen alles, de geest is alleen passieve toeschouwer.
Ontologisch bezwaar: als mentale toestanden bestaan, moeten ze ook een causale rol vervullen.
Verklaring bezwaar: hoe kan een epifenomalist verschijnselen verklaren, als mentale toestanden niet
gereduceerd kunnen worden tot neurofysiologische verschijnselen?
VRAGEN:
Lichaam en geest 2 aparte substanties die elkaar door trillingen in pijnappelklier beinvloeden..
Denken geschiedt met behulp van aangeboren ideeen, pas als combinatie ideeen/gedachte helder is
is die waar. Bewustzijn is introspectie, geen onderscheid gemaakt omdat intellect een rol speelt.
Emoties zijn aandoeningen vd geest die het gevolg zijn van intieme connectie lichaam en geest,
brengt geest in de war. Rationeel denken is helder. De geest valt buiten het bereik van
natuurwetenschappen, eigen wetten. Lichaam voldoet hier wel aan. We nemen werkelijkheid waar
door passief prikkeling door zintuigen (sensatie). We kunnen andere geesten slechts indirect kennen.
Occasionalisme: alle causale interacties tussen lichaam en geest vereist directe interventie van God,
lichaam en geest zijn door God gelijk gezet.
Thinking matter Locke: almachtige God kan materie laten denken, hebben geen geest nodig.
L’homme machine: mensen zijn machines, omdat volgens Descartes dieren dat ook zijn.
Materialisme
Negatief argument materialisme: kritiek op dualisme, probleem causale interactie.
Positieve argumenten materialisme: nauwe correlatie tussen geestelijke gebeurtenissen en
hersenprocessen. Correlatie these: voor ieder type mentale gebeurtenis dat zich afspeelt in een
organisme, bestaat er een hersenproces, wetmatige verbanden tussen mentale gebeurtenissen en
hersenprocessen. Verklaring correlatie: causale relatie, gemeenschappelijke oorzaak, identiteit.
Mens bestaat uit 1 ding: stoffelijk, materieel, geest = hersenen, causale werking innerlijk en
stoffelijke rijk. Maar 2 dingen die identiek zijn moeten dezelfde eigenschappen hebben toch? We
kennen de geest net zoals verschijnselen op aarde, door zintuigen. Psychologie moet op een
wetenschappelijke manier begrepen worden. Ontologisch materialist ziet verschil mens en machines,
conceptueel materialist niet (beide wetenschap).
De identiteitstheorie: argument van eenvoud -> minder entiteiten, zuiniger vocabulaire, probleem
psycho-fysische wetten opgelost, mentale veroorzaking. De geest is identiek aan hersenprocessen.
Armstrong: vergelijking genen, begrip genen speelt bepaalde conceptuele rol. Na onderzoek blijkt
DNA het molecuul te zijn dat die rol speelt. Pijn = het vuren van c-vezels.
Type vs token (soort koe vs concrete verwijzing). Dus verwijst de geest naar type of token?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottegoede. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.85. You're not tied to anything after your purchase.