Alle artikelen en hoorcolleges uitgebreid samengevat. Voor een verkort lopend verhaal heb ik een aparte samenvatting. Samenvatting bevat ook het responsiecollege en de oefententamenvragen. Het bestand wordt geupdate als er extra toevoegingen zijn om het verhaal extra volledig te maken.
Professionele opvoeders
HOORCOLLEGE 1: DE NEDERLANDSE KINDEROPVANG IN WETENSCHAPPELIJK
PERSPECTIEF
HOOFDVRAGEN + BIJBEHORENDE ARTIKELEN
Hoofdvragen
1. Wat zijn de sterkere en zwakkere kanten van de Nederlandse kinderopvang?
2. Waar hangt de pedagogische kwaliteit van de kinderopvang mee samen?
Bijbehorende artikelen
1. Fukkink et al. Hfst. 2: De pedagogische kwaliteiten van de Nederlandse kinderopvang (8 pagina’s)
2. Fukkink et al. Hfst. 3: Pedagogische kwaliteit in internationaal perspectief (12 pagina’s)
3. Fukkink et al. Hfst. 7: Werken aan pedagogische kwaliteit: uitkomsten uit Nederlands
interventieonderzoek (7 pagina’s)
4. Fukkink, R.G., Sluiter, R.M.V., Gevers Deynoot-Schaub, M.J.J.M., & Helmerhorst, K.O.W. (2019). A
Comparative Exploration of the Pedagogical Quality of Parent-led Childcare Centers and Regular
Childcare in The Netherlands
Voorbeeld vragen tentamen
1. Wat is het gespleten profiel bij de interactievaardigheden van pedagogisch medewerker
2. Welk werelddeel heeft gemiddeld de hoogste (globale) proceskwaliteit van de kinderopvang
(Europa, N-Amerika, Australië)
ARTIKEL 1. H2 – FUKKINK ET AL
Het hoofdstuk is gebaseerd op de laatste Nederlandse kwaliteitspeilingen van alle typen kinderopvang in
ons lang: kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, buitenschoolse opvang, gastouderopvang,
ouderparticipatie crèche
Vroeger was de focus van een kinderopvang reinheid en schoonheid. De PM droegen dan ook witte
kleding. Tegenwoordig is dat dus niet meer.
Er is aandacht voor verschillende dimensies van pedagogische kwaliteit:
- Globale proceskwaliteit: dit is de belangrijkste voorspeller voor het welbevinden en de
ontwikkeling van kinderen. Hieronder valt bijvoorbeeld; De kwaliteit van de leefomgeving op de
groep, inrichting van de ruimte, materialen dagprogramma en activiteiten.
o Hangt samen met: bestaansduur kinderdagverblijf
o Hangt niet samen met: gebruik van programma, vorige peiling bij kinderdagverblijven
- Interactievaardigheden van de staf: de omgang van de pedagogisch medewerkers met de staf.
o Hang samen met: individuele kenmerken, werkervaring, achtergrondkenmerken
(dagopvang)
o Voorspellers: continue professionele ontwikkeling, interne kwaliteitszorg, planmatige
aanpak dagelijkse activiteiten
Resultaat is dat er aandacht is voor de ontwikkeling van kinderen (knutselen, spel, beweging),
geletterdheid en rekenen zijn zwak. Er zijn veel onderdelen waar de kwaliteit voldoende is, zonder dat er
sprake is van een zeer hoge kwaliteit. Bij de helft van de BSO’s zitten de jongste en oudste kinderen bij
elkaar in dezelfde groep en er is een scheve verhouding tussen jongens en meisjes, ook bij de staf.
Samenhang proceskwaliteit
De algemene proceskwaliteit van kinderdagverblijven hangt samen met de bestaansduur van een locatie.
De pedagogische kwaliteit is iets hoger bij kinderdagverblijven die langer dan vijf jaar bestaan. Resultaten
hiervan is dat de emotionele ondersteuning van kinderen adequaat-goed is. De pedagogische
medewerkers kunnen structureren en grenzen stellen en het gedrag van kinderen reguleren. De educatieve
stimulering is zwakker.
Samenvattend
Pedagogische medewerkers, in alle typen opvang, zijn even sterk als het gaat om de basisvaardigheden
en even zwak in gerichte stimulering binnen het spectrum van de kinderlijke ontwikkeling
,Samenhang interactievaardigheden
Het niveau van interactievaardigheden hangt samen met individuele kenmerken van de pedagogisch
medewerkers en met de professionele organisatie van de locatie waar zij werkzaam zijn. Voorspeller
hiervan is werkervering. Medewerkers die meer dan vijf jaar werkzaam zijn in de kinderopvang, bleken in
de laatste peiling vaardiger in de omgang met kinderen dan junior medewerkers. Samenhang met
achtergrondkenmerken van de staf: het spreken
van Nederlands thuis hangt positief samen met
het niveau van interactievaardigheden (zichtbaar
op sensitiviteit en respect voor autonomie)
Peilingsresultaten kwaliteit kinderopvang ->
ARTIKEL 2. H3 – FUKKINK ET AL
Hoe verhoudt de pedagogische kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang zich tot die in het buitenland?
Globale proceskwaliteit
ITERS-R en ECERS-R vragenlijsten worden gebruikt om de kwaliteit van de dagelijkse ervaringen van
kinderen in de kinderopvang te boordelen op de groep, ofwel de globale proceskwaliteit
Resultaten kinderdagverblijven
- Globale proceskwaliteit, gemeten met ITERS/ECERS/FCCRS/CC-Home
- Kwaliteit interacties, gemeten met CLASS, 3 domeinen
o Emotionele ondersteuning
Vergeleken met alle landen scoort NL gemiddeld goed, er zijn geen grote verschillen
tussen landen (alles matig tot goed)
o Groepsorganisaties
Vergeleken met alle landen zijn er iets grotere verschillen. Het gemiddelde niveau
zelfde als emotionele ondersteuning
o Educatieve ondersteuning
Vergeleken met alle landen beduidend lagere scores, alles slecht tot matig. Finland
en Zweden als enige goed
Pedagogische kwaliteit van:
- Buitenschoolse opvang in internationaal perspectief: SAVERS: voor het meten van de kwaliteit
van respectievelijk de buitenschoolse opvang (voor kinderen 5-12 jaar). Resultaten zijn dat in de VS
en Chili de kwaliteit laag-matig is. De kanttekening hiervan is wel dat het moeilijk te vergelijken is
met Nl, omdat er verschillen zijn in doelstellingen en doelgroep.
- Gastouderopvang in internationaal perspectief: FCCERS-R: instrument om de directe omgeving
en de interacties van kinderen met de omgeving in kaart te brengen. Resultaten zijn dat de scores
uit NL vergelijkbaar zijn met de VS, Australië en VK en dat deze matig zijn.
Conclusie
Nederland scoort in vergelijking met andere landen, gemiddeld op de kwaliteit van de kinderopvang
(globale proceskwaliteit en kwaliteit van interacties). Er is gebruik gemaakt van dezelfde instrumenten in
verschillende landen, wel zijn er verschillen tussen landen die bij het vergelijken van resultaten moeten
worden meegewogen (BKR, leeftijd van kinderen en de aangepaste instrumenten met het oog op
doelgroep)
,ARTIKEL 3. H7 – FUKKINK ET AL
In dit hoofdstuk wordt onderscheid gemaakt tussen interventies gericht op globale proceskwaliteit en op de
interactievaardigheden van pedagogisch medewerkers.
Programma’s die werken aan verbetering globale proceskwaliteit
Effecten van programma’s gericht op de verbetering van de globale proceskwaliteit van de kinderopvang
zijn onderzocht in 3 Nederlandse studies:
- Consultancy programma (helmerhorst): samenwerking pedagogisch consultant en
leidinggevende. Positieve effecten gerelateerd aan de aandachtspunten van consult. Geen brede
vooruitgang, maar wel duurzame verbetering. Op basis van een diagnostisch meetinstrument
werden eventuele verbeterpunten geïnventariseerd. Er werd een keuze gemaakt tussen deze
punten waarmee men vervolgens aan de slag ging. Het programma bestond uit drie sessies en liet
positieve effecten zien op de pedagogische kwaliteit van de leefomgeving. Het resultaat is dat de
positieve effecten direct gerelateerd waren aan de aandachtspunten van het programma. Scores
gingen vooruit op specifieke items gerelateerd aan deze verbeterpunten en na 3 maanden was er
nog steeds verbetering zichtbaar.
- VIPP-C: Onderzoek naar gastouderopvang (Groeneveld): lichte stijging van de globale
proceskwaliteit en de pedagogische kwaliteit van de leefomgeving verbeterde.
- Onderzoek gericht op sensitiviteit van leiders (Werner et al): geen duidelijk effect op de globale
proceskwaliteit.
Interactievaardigheden van pedagogisch medewerkers
Er zijn 6 interventies, allemaal RCT’s behalve die van Speetjens en Verwij-Kwok (2012). Programma’s die
werken aan verbetering van interactie-vaardigeden
1. Werken met baby’s (NJ)
o 4 vaardigheden getraind
Praten en uitleggen
Sensitieve responsiviteit
Respect voor autonomie
Grenzen stellen en structureren
De laatste twee gingen vooruit, niet duurzaam.
2. Video-interactiebegeleiding (VIB) (Korein en SKON)
a. Positieve effecten op sensitieve responsiviteit, duurzaam effect, positieve effecten op
begeleiding interacties, meest effectief in combinatie met VIB-training gericht op stimuleren
cognitieve ontwikkeling
3. VIB Jilink et al (2016): geactualiseerde opzet. Leidsters waren na training vaardiger in de
begeleiding van interacties tussen kinderen dan niet-getrainde leidsters. Een combinatie van de
VIB-training met een twee training gericht op de stimulering van de cognitieve ontwikkeling van de
kinderen bleek het meest effectief. De dubbele training resulteerde in vooruitgang op meerdere
vaardigheden, namelijk praten/uitleggen, ontwikkelingsstimulering en begeleiding van interacties
4. VIPP-CC Leiden: 6 sessies met als concrete thema’s: exploratie en contact zoeken, je bewust
worden van de gedachten en intenties van kinderen, sensitiviteit, een time out voor kinderen en
empathisch reageren op signalen voor het kind. Na de training geen positief effect op sensitiviteit.
5. VIPP-CC in kinderdagverblijf: wel positief effect in het verbeteren van sensitiviteit.
6. CIP-trainingsprogramma: positieve effecten voor sensitieve responsiviteit, respect voor
autonomie, structureren en grenzen stellen, praten en uitleggen, ontwikkelingsstimulering en
begeleiden van interacties. Duurzaam voor 4/6.
CIP: Proceskwaliteit: interactievaardigheden
De interacties tussen professionele opvoeders en kinderen die het maken dat je je ontwikkelt en veilig
voelt. Een pedagogisch medewerker moet gedurende de dag 6 vaardigheden laten zien:
1. Sensitieve responsiviteit: we pikken de signalen, reageren er adequaat op
2. Respect voor de autonomie: de hele dag door keuzes maken voor de kinderen, waardoor
kinderen niks zelf mogen doen. Je grijpt in als er zelf iets wordt ondernomen. Als je op deze manier
lesgeeft, heb je geen respect voor de autonomie van kinderen. Baby’s hebben al respect voor
autonomie en kleuters willen al een rol aannemen. Je geeft ze veiligheid, maar wel ruimte.
3. Structureren en grenzen stellen: bij een groep kinderen moet je duidelijk maken wat het plan is.
Wat gaan we doen, wanneer gaan we het doen etc. Je bent streng wanneer er andere plannen
worden getrokken. Een vaardigheid waarmee je de groep kan aansturen.
, 4. Praten en uitleggen: de hele dag door gebeuren er dingen. Je geeft woorden en taal, zodat ze
begrijpen wat er gebeurt. Je geeft uitleg hoe de wereld in elkaar zit. Dit is ook een vorm van
veiligheid bieden.
5. Ontwikkelingsstimulering: kringgesprekken, tekenen, creativiteit, biologie etc. Je kan alles
aanbieden zodat ze worden gestimuleerd. Dit kan je al met kleine stapjes aangeven bij kinderen. Je
kan bijvoorbeeld ook wiskunde aanbieden (spelen met getallen, verhoudingen etc.).
6. Begeleiding van interacties: Sociale ontwikkeling moeten we nog begeleiden. Bijvoorbeeld samen
een tekening maken.
Wat kan je – alleen op basis van foto - zeggen over de ingeschatte interactievaardigheden?
- Op lage hoogte kun je oogcontact maken met de kinderen, wat goed is voor ze. (Sensitieve
responsiviteit)
- Wijzen met de vinger is een pedagogisch teken. Het stuurt iemand zijn blik. Je focust je daarop
(ontwikkelingsstimulering)
- Een gesprek samen met een kind (praten en uitleggen)
De kinderen zitten in een nieuwe groep en nog niet iedereen is er. Een is naar de tandarts. Die komt later
terug. Kinderen leren dus dat ze een groep zijn, maar dat dit niet constant is (er kan worden veranderd). De
pedagogisch medewerker had de andere kinderen uitgelegd dat het kind er eerder niet was. De PM laat de
rest ontdekken wie wie is.
- Sensitieve responsiviteit: op ooghoogte van de kinderen zitten
- Respect voor de autonomie: laten zien wie wie in de groep is en dat je een groep bent
- Structureren en grenzen stellen: uitleggen dat iemand later is van de groep en dat de groep dus
kan veranderen.
- Praten en uitleggen:
Caregiver interaction profile (CIP) instrument vs CLASS
- Sensitieve responsiviteit Emotionele ondersteuning
- Respect voor de autonomie
- Structureren en grenzen stellen Groepsorganisaties
- Praten en uitleggen Educatieve ondersteuning
- Ontwikkelingsstimulering
- Begeleiding van interacties
Effectieve elementen in interventies
1. Trainers moeten zelf goed getraind zijn via een gecertificeerd opleiderstraject.
2. Training moet worden verbonden met gestuurde oefening voor de leidsters op de groep, liefst met
on-site ondersteuning (monitoring, coaching)
3. Het laten zien van good practice op videobeelden
4. Individuele trainingscomponent in aanvulling op een groepstraining is mogelijk effectief
5. Als instructie, oefening en feedback verbonden zijn met concrete vaardigheden
6. Gebruik van kijkwijzer bij videofeedbacksessie bij instructie, oefening en feedback
Interventies hebben een positief effect op de staf wat op zijn beurt een positief effect heeft op het kind
(zowel cognitief als sociaal-emotioneel)
ARTIKEL 4. A COMPARATIVE EXPLORATION OF THE PEDAGOGICAL QUALITY OF
PARENTLED CHILDCARE CENTERS AND REGULAR CHILDCARE IN NL – FUKKINK (2019)
Achtergrondinformatie
Kinderopvang in NL is volgens de vier algemene pedagogische doelen
- Voorzien van een veilige en verzorgende omgeving
- Stimuleren van de ontwikkeling van persoonlijke vaardigheden
- Stimuleren van de ontwikkeling van sociale vaardigheden
- Overbrengen van normen en waarden
Parent-led childcare (PLC) in Nederland: onderzoek
In Nederland bestaan er ouderparticipatiecrèches (parent-led child care, PLC). Dit zijn crèches voor
kinderen van 0-12 jaar oud, waarbij ouders voor de kinderen zorgen in plaats van professionals. Doel van
het onderzoek is om te kijken of normale kinderopvang en PLC dezelfde of een andere pedagogische
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emilyarnold. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.