100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Cogito - 4. Kennistheorie $5.93
Add to cart

Summary

Samenvatting Cogito - 4. Kennistheorie

3 reviews
 638 views  17 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Overzichtelijke samenvatting van Cogito hoofdstuk 4: Kennistheorie.

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • H4
  • October 16, 2017
  • 5
  • 2015/2016
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: samroosen • 4 year ago

review-writer-avatar

By: laurenvanharen • 4 year ago

review-writer-avatar

By: fredrike27 • 6 year ago

avatar-seller
Cogito – 4. Kennistheorie
§1. Wat we weten (en wat we niet weten).

3 belangrijke vragen:

1. Epistemologie: vraag naar zekerheid of betrouwbaarheid van kennis.
2. Vraag naar hoe we onze kennis verkrijgen.
3. Vraag naar de grenzen van onze kennis.

Epistemologie: de vraag naar de zekerheid of de betrouwbaarheid van kennis.  een van de
hoofdvragen in de kennistheorie.

Scepticisme: er bestaat geen zekere kennis, zintuigen kunnen ons bedriegen, geheugen ons in de
steek laten. Geen enkele bron is betrouwbaar.

Empirisme: kennis verkrijgen door middel van de zintuigen (ervaringskennis / empirische kennis).
Grondlegger: Aristoteles.

Rationalisme: de enige betrouwbare kennis is de kennis van het denken, zonder waarneming. Kennis
is aangeboren, niet aangeleerd. Grondlegger: Plato.

Taalkundige Noam Chomsky: vermogen om taal te leren is aangeboren, anders kan een baby geen
structuur en kloppende zinnen maken uit het gebrabbel om hem heen.

Objectieve kennis?

Verschillende soorten kennis:

- Iemand kennen.
- Praktische kennis: iets kunnen (kunde).
- Propositionele kennis: hoe iets zit of het weten dat iets het geval is. (Het regent).
- Objectieve kennis: feitelijke kennis.
- Subjectieve kennis: kennis met persoonlijke invloed.

In filosofie:

- Objectief: datgene wat over het object (voorwerp van kennis) zelf gaat.
- Subjectief: dat wat door het oordeel van het subject (degene die iets kent) bepaald wordt.
- Intersubjectiviteit: datgene wat voor een grote groep gemeenschappelijk geldig is.

Plato (427-347 v.C.): ziel is onsterfelijk komt uit Ideeënwereld. Op aarde slechts afspiegelingen van de
ware kennis, de Ideeën (epistème). Doxa: vluchtige mening aardse zaken. Ware kennis van Ideeën is
aangeboren, niet aangeleerd -> grondslag rationalisme. Idealisme: wereld van de ideeën is werkelijker
dan de materiële wereld.

§2. Rationalisme en empirisme.

De Atheense school – Rafaël (1510): Aristoteles draagt de Ethica (praktische kennis) bij zich, Plato de
Timaeus (boek over kosmologie).

Begripsrealisten (aanhangers Plato): een algemeen begrip bestaat op zichzelf.

Nominalisten (aanhangers Aristoteles): een woord duidt alleen verzameling aan.

, Aristoteles (384-324 v.C.): kennis verkrijgen door waarneming en logisch denken  grondslag
empirisme. Naïef realisme: kennis van zintuigen is de juiste weergave van de werkelijkheid, die
onafhankelijk van onze gedachten bestaat.

Plato: de zoektocht naar de Waarheid

Grotallegorie: mensen opgesloten in grot, zien schimmenspel op de muur als werkelijkheid aan. Een
van hen wordt bevrijdt en ziet dat hij nooit in echte wereld leefde, de anderen geloven hem niet en
willen hem doden omdat hij onrust zaait.

Kennis ziet in onze eigen ziel, waar de herinnering van de Ideeënwereld zit. Men moet verleiding
weerstaan.

Sofisten: soort onderwijzers in retorica, wie wint heeft gelijk. Echt begrip is dus niet belangrijk.

Aristoteles: de essentie zit in de dingen zelf

Mens kan uit de waarneming bepaalde eigenschappen onderscheiden.

Plato: essentie is los van de dingen zelf, idee dat voorafgaat aan het ding.

Aristoteles: essentie zit in het ding vervat, als doel of functie.

Teleologische systeem van Aristoteles: alle onderdelen hebben een doel en samen streven ze naar
perfectie. 4 oorzaken (marmeren standbeeld):

1. Stofoorzaak (marmer).
2. Vormoorzaak (vorm van het beeld).
3. Werkoorzaak (beeldhouden).
4. Doeloorzaak (schoonheid verhogen).
 Essentie zit in de dingen zelf, dus kunnen we door waarneming kennis verwerven.

A priori: kennis verkregen zonder zintuigen.

A posteriori: kennis na de waarneming.

Syllogistiek: redeneringen in bepaalde vaste vorm met twee premissen en conclusie, zijn ze beiden
waar dan is conclusie ook waar.

Twijfelen of zeker weten: de rationalisten

Rene descartes (1596-1650) – Meditaties (1641): beschrijft hoe hij zich afsluit van de wereld en overal
aan gaat twijfelen. Enige zekerheid: cogito ergo sum (ik denk, dus ik ben). Er moeten aangeboren
ideeën zijn. Godsbewijs: onvolmaakt wezen als een mens kan niet op de gedachte van een volmaakt
wezen als God komen. Dualist.

Spinoza (1632-1766): intuïtieve kennis is hoogste graad van zekerheid. Monisme: 1 substantie.
Eenheid van god, die samenvalt met de natuur.

‘No innate ideas ‘: de Britse empiristen

‘No innate ideas’: geen aangeboren ideeën.

John Locke (1632-1704): tabula rasa (onbeschreven blad, kennis door ervaring). Primaire
eigenschappen: juiste ideeën, objectief vast te stellen. Secundaire eigenschappen: ideeën hierover
bestaan alleen in onszelf, is subjectief.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Claudia98. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.93  17x  sold
  • (3)
Add to cart
Added