100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
begrippenlijst bedrijfsmanagement, financieel management $8.02   Add to cart

Other

begrippenlijst bedrijfsmanagement, financieel management

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Heel handige en volledige begrippenlijst met verschillende moeilijke en financiële termen. Moet je zeker kennen voor examen op vragen op het examen te kunnen begrijpen. Gaat over het vak bedrijfsmanagement, module 3: financieel management. Wordt gegeven aan de Kuleuven campus antwerpen.

Preview 3 out of 7  pages

  • October 10, 2023
  • 7
  • 2022/2023
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
H1: doelstellingen van financieel management

- winstmaximalisatie = in de economie is winstmaximalisatie het proces waarbij een
onderneming de combinatie van prijs en productieomvang bepaalt die de grootste winst
oplevert

- performantie = prestatievermogen (op lange termijn)

- tijdswaarde van geld = liever nu €100 krijgen ook al weet je dat je binnen 1 jaar ook €100
krijgt. Tijdswaarde van geld is de waarde van geld rekening houdend met een verondersteld
renteniveau over een bepaalde periode.

- waarderingsregels = Waarderingsregels zijn de regels of afspraken die elke vennootschap
maakt omtrent het bepalen en het aanpassen van de waarde van haar inventaris

- rappoerteringsmethode = melden wat er gebeurt en veranderrt is / moet zijn.

- verdisconteren = een teruggerekend interest → als je weet dat je binnen een
jaar €100 zal hebben en je weet dat de interest 5% is, dan heb je momenteel
€95,24 → €100/1,05. Je kent dus het vaste bedrag in de toekomst. Verdisconteren
is de bewerking die wordt uitgevoerd om te bepalen hoeveel men nu moet inleggen om een
bepaald bedrag te ontvangen in de toekomst. Deze bewerking wordt uitgevoerd met behulp
van een verdisconteringsfactor (meestal = actuele rente op een spaarrekening = risicovrije
rentevoet).

- stakeholders = iemand die belang heeft bij het functioneren van de onderneming en dus
iets met de onderneming te maken heeft.

- agency problematiek = mandaat = de belangen van het management staan in strijd met de
belangen van de aandeelhouders. management is geneigd eigen doelstellingen na te
streven → niet altijd zoals de aandeelhouders dit willen / hen het beste uitkomt.
→ maakt agencykosten

- winstparticipatie = een participatieplan met deelname in het kapitaal van uw onderneming:
u kent aan uw werknemers een deel van de winst van het boekjaar na belastingen toe, in de
vorm van aandelen

- investeringsnalayse = beoordelingsmethodes op basis van cijfer prognoses omtrent
toekomstige kasstromen + risico & onzekerheid beperken

- solvabiliteit = is de verhouding van je eigen vermogen ten opzichte van het totale
vermogen. Deze verhouding geeft aan of je onderneming de schulden op lange termijn kan
voldoen.

- benchmarking = kwaliteitsbewaking = een testprocedure om prestaties van verschillende
organisaties vergelijken

,- kapitaalbeheer = bepalen van de gewenste vermogensstructuur en aantrekken van extern
vermogen via kredieten en / kapitaalverhogingen
- venture capitalists = is een private equity-investeerder die kapitaal verstrekt aan bedrijven
met een hoog groeipotentieel in ruil voor een aandelenbelang. Dit kan het financieren van
startende ondernemingen zijn of het ondersteunen van kleine bedrijven die willen uitbreiden
maar geen toegang hebben tot de aandelenmarkten .

- cashmanagement = staat voor de inrichting en het beheer van alle geld-, betalings- en
financiële stromen van een organisatie op een wijze dat de aanwezige geldstromen en
liquiditeiten optimaal bijdragen aan een financieel positief resultaat voor de organisatie.

H2: analytische boekhouding

- algemene boekhouding = financial boekhouding
- beleidsboekhouding = management boekhouding
- kostprijsboekhouding = cost accounting = analytische boekhouding

- variabele kosten = schommelen samen met de omzet of de bedrijfsdrukte →
vb. aankopen handelsgoederen

- vaste kosten → vb. verwarmingskosten, die schommelen wel met de
temperatuur buiten en het seizoen maar dus niet met de bedrijfsdrukte of met
de omzet

- kostenobject =

- afschrijvingen = een waardevermindering volgens boekhouders logica. Elk boekjaar wordt
de aanschafprijs van een investering verspreid over de levensduur van het
investeringsgoed. Dus elk boekjaar gaat een deeltje verminderen, maar of dat u echt zo in
prijs vermindert heeft er niets mee te maken.

- break-even = geeft het volume aan waar alle totale opbrengsten gelijk zijn aan
de kosten en dus hoeveel omzet je moet draaien om volledig uit de kosten te
geraken → geen verlies, geen winst

- contributiemarge = toont de bijdrage van een bepaalde verkoop in de vaste kosten en in de
winst.

- operationele hefboomwerking van de vaste kosten = naarmate het aandeel van de vaste
kosten in de totale kosten groter wordt, neemt ook de variabiliteit van de winst toe.

- integrale kostprijs benadering = beoogt de totale kostprijs van een product of dienst in kaart
te brengen. Dit gebeurt bij voorkeur ervoor en erna. Dat verschil tussen de voor en na
berekening noemen we de verschillenanalyse. De verschillenanalyse wordt gebruikt om in
de toekomst nauwkeurigere inschattingen te maken.

, - kostenveroorzaker = cost driver = elke factor waarvan de wijziging een invloed heeft op de
totale kost van het betreffende kostenobject


H3: De jaarrekening


- verschil geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening = De jaarrekening bestaat uit een
balans en een winst- en verliesrekening van het afgelopen boekjaar. Iedere rechtspersoon in
Nederland moet verplicht een enkelvoudige jaarrekening opstellen. Een geconsolideerde
jaarrekening daarentegen is een jaarrekening van meerdere rechtspersonen.


- cash flow statement = kasstroomtabel = geeft inzichtelijk het verschil weer tussen de
inkomsten en de uitgaven


- ambtshalve schrapping = Ambtshalve schrapping' betekent dat je geschrapt wordt uit het
bevolkingsregister. Je verliest daardoor bepaalde sociale en burgerlijke rechten. Zo heb je
geen officieel adres meer, je identiteitskaart is niet meer geldig, waardoor je problemen zal
krijgen bij je ziekteverzekering, bank, enzovoort.


- bedrijfsrevisor = een onpartijdige deskundige die de jaarrekeningen controleert op de
validiteit en of ze een getrouw beeld geven van de financiële toestand van de onderneming


- quasi-inbreng = wanneer oprichter, aandeelhouder of bestuurder vlak na de oprichting (2
jaar erna) van een NV een goed (bv. handelszaak) gaat verkopen aan zijn vennootschap


- een audit = geheel van controlewerkzaamheden = een systematisch en onafhankelijk
onderzoek dat wordt uitgevoerd door een auditor. Een audit geeft belanghebbende van de
onderneming een beeld van de nauwkeurigheid van de jaarrekening
AUDIT = CONTROLEOPDRACHT


- IBR = instituut der bedrijfsrevisoren = op de lijst van de IBR staan al de bedrijfsrevisoren
ingeschreven


- wettelijk mandaat van de commissaris = De commissaris belast met een opdracht van
wettelijke controle van een organisatie van openbaar belang kan niet meer dan drie
opeenvolgende mandaten bij dezelfde organisatie uitoefenen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninadrossaert. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.02
  • (0)
  Add to cart