Dit is een samenvatting van het boek Handboek Groepsdynamica van Jan Remmerswaal. Te gebruiken voor de toets Groepsdynamica in tweede jaar van de studie SPH! Ik hoop dat je met deze samenvatting de toets goed doorkomt, succes!!
Hoofdstuk 3 Definitie van de groep en soorten groepen (§3.1 t/m 3.15)
Groepsdynamica: studie van groepen mensen in directe contactsituatie (face-2-face relationship)
Groep= een verzameling van twee of meer personen die met elkaar omgaan
Door: een gezamenlijk doel te hebben, elkaar identificeren, sociale identiteit, die groep heeft
een (gewenst) zelfbeeld
Kenmerken van een groep (Sprott/ vanaf motivatie door Shaw):
Context en interactie: in de context hebben ze meer interactie met elkaar dan met anderen
Groepsbewustzijn: groep neemt zichzelf als eenheid waar, heeft de macht om gezamenlijk
tegenover de omgeving te handelen (bewust van hun deelname)
Motivatie/ Doelstelling: mensen worden lid van een groep vanuit bepaald belang of
persoonlijke behoefte
- Groepslidmaatschap moet belonend zijn, samen een doel bereiken
Structuur: groepsleden staan ten opzichte van elkaar in bepaalde rol- en statusrelaties
- Reeks groepswaarden en -normen waarmee het gedrag van het individu gestuurd wordt
Interdependentie (wederzijdse betrokkenheid): groepsleden hoeven niet gelijk aan elkaar te
zijn, maar moet gezamenlijk optrekken
Interactie: bepaalde activiteit van iemand wordt gestimuleerd door de activiteit van iemand
anders > wederkerige beïnvloeding
Groepstypen:
Primaire groep: persoonlijke relaties, spontaan Secundaire groep: onpersoonlijke relaties, contact
gedrag, kleine sociale afstand (bv. gezin) door status, formeel, werkgroepen, grote sociale
afstand (bv. collega’s)
Psychegroup: psychologische participatie, Sociogroup: alleen in naam lid (zakelijke/
affectieve bindingen, vaak van persoonlijke aard maatschappelijke relaties)
Informele groep: doelen, rollen, normen vaag en Formele groep: werk- en taakgroepen, duidelijke
impliciet (vrienden) doelen
Lidmaatschapsgroepen: behoort formeel tot Referentiegroepen: participeert als persoon,
groep, vaak alleen in naam (Tennisclub, Facebook) betrokkenheid bij het groepsdoel (vriendengroep)
Ingroup: wij-groep (wijkteam of stagiaire team) Outgroup: zij-groep (de rest die wordt uitgesloten)
Hoofdstuk 4 Niveaus in groepen (§4.1 t/m 4.6 & 4.17)
Vijf niveaus in groepen:
1. Inhoudsniveau: gedrag waarmee de groep werkt aan taak en doel (WAT)
2. Procedureniveau: hoe de groep aan de taak werkt (HOE)
3. Interactieniveau: groepsproces, onderlinge betrekkingen (TUSSEN)
4. Bestaansniveau: individuele proces van ieder groepslid (BINNEN)
(5) Contextniveau: invloeden die in de groep ontstaan vanuit de context (BUITEN)
- Taakniveau= inhoud, procedure - Sociaal-emotioneel= interactie, bestaansniveau
Twee niveaus zijn gelijktijdig aanwezig:
Inhoudsniveau (taak)= wat er gezegd en gedaan wordt, de informatie en inhoud
Betrekkingsniveau (sociaal-emotioneel) = manier waarop men met elkaar omgaat (hoe wordt
de boodschap opgevat)> hier liggen vaak de communicatieproblemen
, Interventies op inhoudsniveau (zo goed mogelijk leiden):
Luisteren & samenvatten, informatie & meningen geven/opvragen, voorstellen doen,
deskundigheid tonen, aansluiten
Interventies op procedureniveau:
Duidelijk programma, regels participatie aangeven, duidelijke uitleg geven, programma
aanpassen aan situatie, grenzen stellen, goede tijdbewaking
Interventies op interactieniveau:
Ruimte geven voor kennismaking, aansluiten bij beleving van leden, open en directe
communicatie stimuleren, evaluatiemomenten inlassen, groepscohesie bevorderen
Interventies op bestaansniveau:
Acceptatie, feedback en confrontatie, persoonsgerichte interventies, openheid,
voorbeeldfunctie
De kracht van een groep: bieden van veilig leerklimaat, kunnen leren van elkaar, (h)erkenning van
eigen problematiek, informatieoverdracht
Hoofdstuk 5 Groepsvorming en groepsontwikkeling
Drie modellen van groepsontwikkeling:
Lineaire model (toekomst): ordelijke voortgang van een groep door meerdere voorspelbare
fasen die elkaar in tijd opvolgen (Schutz)
- De ontwikkeling vertoont een stijgende lijn van begin tot einde
Spiraal model (verleden): verdieping van thema’s als een groep langer bij elkaar is
- Als een spiraalbeweging die de diepte in gaat
Polariteitenmodel (heden): Het overwinnen van het spanningsveld van tegenstellingen
(polariteiten zoals methodiek, thema gecentreerde interactie grote rol)
Redenen om lid te worden van een groep:
Taakgerichte redenen: aantrekkelijkheid van groepsdoelen of –activiteiten, privédoelen
Sociaal-emotionele redenen: nabijheid/contact, overeenkomsten in opvattingen, rollen,
waarden en normen, sociale achtergronden, of vriendschap, sympathie
- Deze redenen samen vormen de cohesie (aantrekkingskracht) van de groep
De zes fasen van groepsontwikkeling:
1. Voorfase: de groep wordt ontworpen, voorgeschiedenis > groepsgrootte, grenzen stellen
- Onzichtbare interventies: interventies die voor de groepsleden niet zichtbaar zijn, maar
moeten plaatsvinden om de groep te laten functioneren (contextniveau)
2. Oriëntatiefase: beginfase van groep, plek vinden binnen de groep, vaak afhankelijk gedrag,
structuur nodig, eigen taakstructuur ontwikkelen
- Inclusie: groepsleden zoeken naar zekerheid, Hoor ik er wel of niet bij? Welk gedrag is
acceptabel? (Inclusiefase, Schutz)
- Start van groepen roept op: onzekerheid naar andere mensen en de taken, onveiligheid,
wat is mijn positie in de groep, inclusie
- Drie manieren om een groep te starten, via de: inhoud, procedures of relatieopbouw
- Eisen activiteit kennismaking groepen: niemand blijft anoniem, veiligheid, keuzevrijheid,
snel tot actie komen, helder doel-middel-ratio
3. Invloedfase (machtsfase): taakstructuur is duidelijk > meer aandacht voor eigen functioneren
in groep, onderlinge betrekkingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosaforto. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.