a. Lees de bespreking van het onderwerp ‘current assets’ in Hoofdstuk 4 (p. 168) van het boek. Bespreek
op basis daarvan of je de volgende activa als vlottende activa (current assets) of als vaste activa (non-
current assets) zou classificeren. Als Hoofdstuk 4 onvoldoende houvast geeft kun je wellicht terugvallen
op de ‘qualities of useful accounting information’ op p. 120.
1. Een bestelbus in gebruik bij een transportbedrijf.
2. Een bestelbus in voorraad bij een autodealer.
3. Een voorraad rode Bordeaux uit 2000 (uitstekend wijnjaar) in bezit van een wijnhandelaar. De wijn kan
nog jaren blijven liggen maar elk jaar worden er wel een paar flessen verkocht.
4. Een winkelcentrum in bezit van een onroerend-goed belegger. In principe blijft de belegger gewoon
de huren incasseren, maar zal niet aarzelen het complex direct te verkopen bij een aantrekkelijk bod.
b. Lees het artikel van Schuetze (‘What is an asset’) en bespreek of op basis van zijn voorstel de volgende
items in aanmerking zouden komen voor activering als vaste activa op de balans:
1. Software die speciaal voor een bedrijf ontwikkeld is, en die helemaal is afgestemd op de unieke
bedrijfsprocessen. De software gaat naar verwachting minstens tien jaar mee. De
ontwikkelingskosten zijn nauwkeurig bekend.
2. De merknaam ‘Microsoft’ van het bedrijf Microsoft.
3. De kosten van periodiek schilderwerk aan een bedrijfsgebouw.
Accounting1_BK_2.1 2017-2018 Casus AWVs - 19 -
, 3-2 Afschrijvingsmethoden
Een loonbedrijf heeft een tractor gekocht voor € 500.000. De tractor heeft een geschatte economische
levensduur van 5 jaar en een geschatte residuwaarde van € 25.000.
Gevraagd
a. Bereken de jaarlijkse afschrijving en de boekwaarde aan het einde van elk jaar volgens de volgende
afschrijvingsmethoden.
1. Lineaire afschrijving.
2. Afschrijving op basis van 45,1% van de boekwaarde.
b. 1. Hebben de 2 afschrijvingsmethoden verschillende gevolgen voor de winst?
2. Hebben de 2 afschrijvingsmethoden verschillende gevolgen voor de kasstromen?
Stel dat de tractor na 4 jaar op rekening wordt verkocht voor € 100.000.
c. Laat voor elk van de beide afschrijvingsmethoden zien hoe de balansvergelijking door de verkoop
varandert.
Accounting1_BK_2.1 2017-2018 Casus AWVs - 20 -
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yko. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.