100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Farmacologie 2 (V5X741) $5.47
Add to cart

Summary

Samenvatting Farmacologie 2 (V5X741)

 23 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting aan de hand van de leerdoelen.

Preview 4 out of 48  pages

  • No
  • Hoofdstuk 8 t.e.m. 21
  • October 11, 2023
  • 48
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Farmacologie 2
Hoofdstuk 8: middelen die het autonome zenuwstelsel beïnvloeden
1) De impulsoverdracht in de synaps

Zenuwen zijn opgebouwd uit neuronen:
 Een neuron geleidt een zenuwprikkel of actiepotentiaal  einde v/h neuron t.h.v. de synaps  contact
met ontvangend neuron (postsynaptische neuron)
 Het presynaptische neuron geeft neurotransmitters af t.h.v. de synaps  opgeslagen in vesikels

 Als een actiepotentiaal het eindknopje v/d presynaptische cel bereikt  neurotransmitter vrijgesteld
in de synaptische spleet  binden aan receptoren:
 Exciterende neurotransmitter= voldoende neurotransmitter afgeven en signaal doorgeven
naar de postsynaptische cel
 Inhiberende neurotransmitter= signaal en de weg van de impuls wordt afgeremd


De prikkeloverdracht t.h.v. het eindorgaan, zoals een spier:
 Een neuron geleidt een actiepotentiaal
 Aan het einde v/h neuron t.h.v. synaps  contact met cellen v/h eindorgaan
 Presynaptische neuron  neurotransmitters t.h.v. synaps  binden op receptoren van cellen v/h
eindorgaan
 Spiercellen gaan samentrekken of ontspannen


2) Het autonome zenuwstelsel (orthosympathisch en parasympathisch)

Autonoom zenuwstelsel (onwillekeurige ZS)

De primaire kernen v/h AZS liggen in de hypothalamus (limbische systeem):
 Sterk beïnvloeden door emoties
 2 belangrijke neurotransmitters  noradrenaline en acetylcholine
 Bloeddruk, hartslag, ademhaling, spijsvertering en stofwisseling

Orthosympathisch Zenuwstelsel Parasympathisch zenuwstelsel
‘Flight or fight’ ‘Rest and digest’

- Komt in actie in geval van stress, ook bij fysieke - Lichaam tot herstel en in rust kan komen
inspanning (tegenovergestelde invloed dat het SZS)
- Effecten die hierbij optreden zijn tachycardie, - Effecten die hierbij optreden zijn bradycardie,
bronchodilatatie, skeletspieren krijgen meer bloed, tragere ademhaling, stimulering v/h
meer glucose wordt vrijgesteld spijsverteringsstelsel en de opbouw van glycogeen
- Neurotransmitter  noradrenaline  adrenerge (minder afbraak)
receptoren: - Neurotransmitter  acetylcholine 
muscarinereceptoren

Zie overzicht receptoren




1

, 3) Het toepassingsgebied en bijwerkingen van sympathicomimetica, sympathicolytica,
parasympathicomimetica en parasympathicolytica

Indeling van de vegetatieve farmaca

- Middelen die inwerken op het AZS
- AGONISTEN= sympathicomimetica en parasympathicomimetica (meewerken)
- ANTAGONISTEN= sympathicolytica en parasympathicolytica (tegenwerken)

Sympathicomimetica - Zijn middelen met een stimulerende werking op het sympathische zenuwstelsel
- Agonisten voor adregene receptoren (actiepotentiaal genereren)
- Veel overeenkomsten met natuurlijke noradrenaline




Parasympathicomimetica - Versterken de werking van acetylcholine
of cholinergica - Remmen van enzym cholinersterase  acetylcholine afbreken d.m.v. cholinesterase-
inhibitoren  langer in de synaps en neurotransmitters langer binden op de receptoren

Sympathicolytica - α- of β-blokkers
- β1-receptoren blokkeren  bradycardie (ontlasting hart)  RR daalt

Parasympathicolytica - Blokkeren de werking van acetylcholine
of anticholinergica




2

, Hoofdstuk 9: Analgetica, antipyretica, anti-inflammatoire middelen

1) Het begrip ‘pijn’ en de indeling van pijn

 Nociceptieve pijn= pijn ontstaat door schade aan oppervlakkige of dieper gelegen weefsels
 Neuropatische pijn= beschadiging van of druk op zenuwweefsel
 Analgetica= pijn onderdrukken
 Anesthetica= invloed op alle sensibele prikkels zoals warmte, koude en tast

2) WHO-pijnladder




 Bij hevige pijn of postoperatieve pijn start men direct met stap 3 of stap 4, vaak in combinatie met
paracetamol/NSAID.
 Bevordering geneesproces  afbouwen

2) De indeling van de analgetica

Paracetamol - Zwak analgeticum, antipyretisch en GEEN anti-inflammatoir effect
- Combinatie met opioïd of een NSAID
- Werkt 6 tot 8 uur, 1g per inname met een maximum van 3 tot 4g per dag (4u tussen)
- Langdurig gebruik  nier- en leverbeschadiging
- Overdosering (10g)  hepatotoxiciteit  IV acetylcysteïne als antidotum
- Medicatieafhankelijke hoofdpijn (rebound-hoofdpijn) bij het stoppen na langdurig
gebruik

Acetylsalicylzuur - Beperkte plaats bij koorts en pijn
- Sterkste effect op de trombocytenaggregatie en als antiaggregans in de cardiovasculaire
preventie (1ste keuze)
- Lokaal etsend effect op het maagslijmvlies (inname bij maaltijd)
- Parenteraal= risico op maagletsels door remming van prostaglandines
- 325 mg tot 650 mg om 4à6 uur (max. 4g/ dag)




3

, 3) De werking (COX-remming), eigenschappen en belangrijkste contra-indicaties en bijwerkingen van
NSAID’s

NSIAD’s of COX-remmers
- Analgetisch en anti-inflammatoir effect
- Het remmen van de omzetting van arachidonzuur in prostaglandines (PGE2) door een reversibele inhibitie
v/h enzym COX
 Bepaalde prostaglandines zijn verantwoordelijk voor het versterken van pijn, koorts en ontsteking

- Klassieke NSAID’s (diclofenac en ibuprofen) remmen zowel de COX-1 als de COX-2-enzymen
- Sommige remmen meer COX-2  trombusvorming
- Contra-indicatie  cardiovasculair lijden
- 1ste trimester ZS  risico op miskraam of teratogeniteit
- NSAID-crème of pleister (alternatief ouderen)

Inhibitie van COX-1 (niet-selectief) COX-2-selectieve NSAID’s
- Enzym dat zorgt voor aanmaak van PGE2 met - Stofnaam -coxib
een beschermende werking op het - Minder gastro-intestinale bijwerkingen
maagslijmvlies - Aanmaak van prostacyline (PGI2) in de
- Gastro-intestinale bijwerkingen zoals vaatwand  remming trombocytenaggregatie
ulceraties, bloedingen en soms perforatie  verhoogd risico op AMI en CVA
(PO, IV en rectaal) - Beperkt voorgeschreven
- Geassocieerd met protonpompinhibitoren - BH van artrose en reumatoïde artritis
- Aanmaak van tromboxaan-A2 in de
trombocyten  aanmaak
trombocytenaggregatie




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilkethys. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.47  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added