Lex = besluit van het volk op voorstel van de gezagsdrager
Ius consuetudo = gewoonterecht
Senaatsbesluiten = adviezen afkomstig van de hoofden van de romeinse families, de senaat
Preator = hij moest praetorische edicten (een geheel van rechtsregels die slechts een jaar golden,
waarna ze gewijzigd of geschrapt konden worden) publiceren op een witte schutting.
Traditionele edict = regels die door alle praetors in hun edict werden overgenomen.
Tweedeling in het romeinse recht ->
Ius civile = bestond uit het gewoonterecht en de romeinse wetgeving
Ius honorarium = bestond uit het recht dat eenzijdig door romeinse magistraten was gemaakt, vooral de
edicten van de praetor.
Ius gentium = het recht dat overal ter wereld wordt gehanteerd
Vreemdelingenpraetor = hij beperkte zich tot de rechtspraak tussen vreemdelingen en romeinse burgers
die zich in rome bevonden.
Romeinse procesrecht ->
1. Legis actio-proces
Twee fasen in dit proces; een voor de magistraat, ander voor de rechter. Allebei dienen mondeling te
verlopen. Dit proces was gebasseerd op het uitspreken van vaste spreuken die uitgesproken moesten
worden door de eiser. De eiser mocht geen fouten maken, anders zou hij het proces verliezen.
Gekenmerkt door rituelen die gedeeltelijk van godsdienstige oorsprong waren.
2. Formula-proces
Vooral schriftelijke procedure. Eerste fase: praetor verlenen van een toepasselijk rechtsmiddel aan de
eiser. Deze kon hij ook afwijzen (denegatio actionis). Hij kon ook een nieuw procesformulier opstellen
dat werd aangepast aan de feiten van het concrete geschil (actio in factum).
Vervolgens werd het middel op schrift gesteld in de formula (hiermee gingen partijen naar de rechter).
Als de partijen het over het onderwerp van het geschil en over de aanwijzing van de rechter eens, dan
kwam de procesovk tot stand. Daarna keek de rechter of de voorwaarden in de formula waren vervuld.
Daarbij hield hij zich vooral bezig met de vaststelling van de feiten (bewijsvragen).
De veroordeling in het formula-proces luidt steeds op een geldbedrag.
3. Cognitio extraordinaria
,Een keizerlijke ambtenaar onderzoekt de zaak als rechter, beslist over het geleverde bewijs en wijst
tenslotte vonnis. Hij mag advies vragen aan de keizerlijke kanselarij (commissie). De rechter is bij dit
proces veel minder lijdelijk en minder afhankelijk van de argumenten die door de partijen worden
voorgedragen.
In een aantal gevallen gaat de rechter actief op zoek naar de waarheid. Er is dus sprake van een
verschuiving van een accusatoire procesvorm (formula-proces) naar een inquisitoire.
Verschillende delicten ->
In de instituten van justinianus worden 4 bronnen van verbintenissen aangegeven:
Ex contractu (op grond van contractus)
Quasi ex contractu (als het ware uit contractus)
Ex delicto (op grond van delictum)
Quasi ex delicto (als het ware uit delictum)
De voornaamste delicten die onder ex delicto vielen:
Damnum iniuria datum (onrechtmatige toegebrachte schade)
Furtum (diefstal)
Iniuria (bewust neerhalen van andermans persoonlijkheid) -> op grond van deze wet kon de
benadeelde tegen degene die dit delict begaan had een actio legis aquiliae instellen.
Vereisten damnum (zaakbeschadiging) ->
De schade moet 'met onrecht' zijn aangebracht (iniuria)
Er moet sprake zijn van culpa (culpa omvat ook dolus)
De schade moet zijn toegebracht door het handelen van de dader 'met het lichaam' (datum)
De schade moet het gevolg zijn van het handelen van de dader (causaal verband)
Damnum;
Als iemand de slaven of vee van een ander onrechtmatig doodt -> als straf moet de benadeelde een
boete worden betaald ter hoogte van de hoogste waarde die de slaven of vee in het afgelopen jaar
hadden.
Het verbranden, vernielen of breken van andere zaken (vee, slaven of levenloze voorwerpen) -> als straf
moest aan de benadeelde een boete worden betaald ter hoogte van de waarde die de zaak in de naaste
30 dagen had.
Iemand die onder de vaderlijke macht staat, valt in geval van het doden of verwonden ook onder de
'slaven'.
Iniuria
De schade moet zowel onrechtmatig als opzettelijk (dolus) zijn toegebracht. Daarbij werd slechts
onderscheiden tussen dolus en casus (toeval). Toen culpa (schuld in de zin van nalatigheid of
onzorgvuldigheid) erbij kwam, werd niet alleen dolus, maar ook culpa als criterium bij de toepassing van
de lex aquilliae gesteld.
, Wie oor culpa aansprakelijk is, is automatisch ook voor dolus aansprakelijk.
Datum
Bij causaal verband (datum) is vereist dat schade 'met het lichaam' moet zijn toegebracht.
In geval waarin een zaak niet is beschadigd, maar alleen een vermogensnadeel is verband met een zaak
is ontstaan, is er ook aansprakelijkheid.
Langzamerhand zijn bepaalde gevallen van nalaten (geen 'schade met het lichaam toegebracht', terwijl
wel een beroep mogelijk is) ook als grondslag voor een beroep op de actio legis aquilliae aanvaard. Er is
dus niet voldaan aan de vereiste causaal verband, maar toch wel beroep mogelijk -> actio legis aquiliae
utilis.
Bij de toepassing van de lex aquilia was het opleggen van een boete alleen mogelijk indien de
aangesprokene in het proces erkende dat hij schade had veroorzaakt en alleen de hoogte van de te
betalen som betwistte.
Wel sprake van boete -> wanneer hij ontkende dat de schade door hem was veroorzaakt, maar het
vonnis dat wel vaststelde, dan werd hij tot betaling van het dubbele van de berekende waarde of belang
veroordeelde.
Poenale actie -> actie waarbij alleen een boete wordt opgevorderd
Kenmerken:
Passieve onovererfelijkheid; de boete kan niet gevorderd worden van de erfgenaam van de
dader.
Cumulatie tegen mededaders (onbeperkte boetes mogen worden opgelegd)
Noxale aansprakelijkheid van de meester van een slaaf die het delict heeft gepleegd.
Reipersecutoire actie -> alleen een zaak wordt opgevorderd.
In beginsel kon alleen de eigenaar zich beroepen op de actio legis aquiliae. De praetor kon de actie wel
verlenen aan degene wiens belang groter was dan die van de eigenaar. (bezitter ter goede trouw).
Furtum (diefstal)
Romeinse recht -> diefstal is het bedrieglijk tot zich nemen van een zaak met de bedoeling voordeel te
behalen, hetzij van de zaak zelf, hetzij van het gebruik ervan.
Er zijn verschillende sancties mogelijk bij furtum:
Actio furti -> op heterdaad; dit betreft 4 keer de waarde van het gestolen goed betalen. Niet op
heterdaad; dit betreft 2 keer de waarde van het gestolen goed betalen.
Hierbij is het van belang dat de actie moet worden toegerekend aan eenieder wiens belang het is
dat de zaak niet wordt gestolen.
Revindicatio -> een actie op grond van eigendom om de zaak terug te krijgen van een dief. Dit
kan alleen als de zaak nog bij de dief is of bij een derde die de zaak houdt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyweller. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.