Samenvatting Markten & Prijzen (modules) - HIR & TEW
27 views 0 purchase
Course
Markten en prijzen (D0H48A)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Book
Economie. Een inleiding - editie 2017
Deze samenvatting omvat alle leerstof uit de modules die als zelfstudie worden opgegeven (HIR). De leerstof van de studenten Handelsingenieur komt volledig overeen met de te kennen leerstof van studenten TEW. Geslaagd in eerste zit!
Samenvatting: Modules M&P
Module 1: Speltheorie & productie
1.1 Speltheorie:
De speltheorie wordt gebruikt om situaties met strategische interacties tussen verschillende
beslissingsnemers te analyseren en de uitkomst te voorspellen m.b.v. een resultatenmatrix. Een
beslissing heeft zowel voor jezelf als de andere een gevolg.
Veronderstel;
- We spelen een simultaan spel (op hetzelfde moment)
- De spelers vertonen rationeel gedrag (eigenbelang)
- De spelregels zijn algemeen gekend
Dominante strategie:
Een dominante strategie = de strategie die ons telkens het meest gunstig resultaat oplevert
ongeacht de beslissing van de ander.
Bv. de dominante strategie van Boonen is achtervolgen (34>20 en 15>5).
Het is niet noodzakelijk dat iedere speler een dominante strategie heeft!
2 dominante strategieën → evenwicht in dominante strategieën = Nash-evenwicht
Het nastreven van individueel belang leidt niet noodzakelijk tot de beste, gezamenlijke uitkomst
( = coöperatieve uitkomst < coördinatiespel: beste keuze is afhankelijk van de keuze van de ander, er
wordt ‘samengewerkt’).
Nash-evenwicht:
Een Nash-evenwicht = een combinatie van strategieën waarbij geen enkele speler zijn strategie wilt
wijzigen gegeven de strategie van de andere speler.
Bv. (15,10): voor Boonen is 15 voordeliger dan 5 en voor Gilbert is ook 10 voordeliger dan 3.
→ The battle of the sexes
Ieder evenwicht in dominante strategieën is een Nash-evenwicht, maar niet ieder Nash-evenwicht is
een evenwicht in dominante strategieën!
1.2 Productie & welvaart:
Productiemogelijkheden:
De productiemogelijkhedencurve = de verzameling van alle goederenbundels die een persoon,
bedrijf of land maximaal kan produceren wanneer alle beschikbare productiemiddelen efficiënt
worden ingezet.
De productiemogelijkhedenverzameling:
- Punten op de grafiek = optimale punten
- Punten onder de grafiek = niet optimale punten
,De punten boven de grafiek zijn onbereikbaar door beperkte middelen ( = schaarste)!
De productiemogelijkhedenverzameling:
goed 2
Optimale punten
Schaarste
Niet-optimale punten De productiemogelijkhedencurve
goed 1
De opportuniteitskost:
= het aantal eenheden van ‘x’ dat minder geproduceerd kan worden bij de productie van één extra
eenheid van ‘y’
= de gemiste opbrengst van de best mogelijke alternatieve aanwending van de beschikbare
productiemiddelen → kiezen = verliezen
De opportuniteitskost wordt steeds uitgedrukt in termen van een ander goed (de waarde is relatief)
Bv. de opportuniteitskost van een eenheid textiel bedraagt 5/6 eenheden wijn
De productiemogelijkhedencurve kan twee vormen aannemen:
1. Concaaf = de natuurlijke vorm (hol) → de opportuniteitskost stijgt wanneer een goed
toeneemt (helling van de curve is niet constant)
2. Lineair → de opportuniteitskost is constant en de helling van de curve
Een absoluut voordeel in de productie = een voordeel in de productie waarbij een product in minder
tijd kan worden geproduceerd
→ Portugal heeft het absoluut voordeel
, Een comparatief voordeel in productie = een voordeel in productie waarbij een product tegen
relatief lagere kosten geproduceerd kan worden
→ Opportuniteitskosten vergelijken!
Portugal heeft een comparatief
voordeel in het produceren van
wijn en Engeland in textiel
Consumptiemogelijkheden:
Specialisatie = een land/bedrijf produceert enkel datgene waar het relatief goed in is
→ Ontstaan van internationale handel met een ruilvoet: prijs importeren < prijs produceren!
→ De consumptiemogelijkhedencurve:
- De ruilvoet = de helling van de consumptiemogelijkhedencurve
- De consumptiemogelijkhedencurve > de productiemogelijkhedencurve
- Een land is gespecialiseerd in een goed wanneer productie = consumptie van het goed
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jakobiengoffin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.56. You're not tied to anything after your purchase.