100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting De Globale Economie - HIR & TEW - eerste zit! $11.95   Add to cart

Summary

Samenvatting De Globale Economie - HIR & TEW - eerste zit!

 41 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting omvat alle te kennen leerstof (hoorcolleges + handboek) van het vak De Globale Economie (HIR). De leerstof is identiek voor studenten handelsingenieur en toegepaste economische wetenschappen. Geslaagd in eerste zit!

Preview 4 out of 74  pages

  • No
  • 18-29
  • October 11, 2023
  • 74
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting: de globale economie
H18: Macro-economische analyse: wat en waarom?
Greedy of facts:
Marshall was een van de belangrijkste economen, we baseren ons vandaag de dag nog altijd op zijn
ideeën. Marshall benadrukte in zijn werk dat het belangrijk is dat een econoom “greedy of facts” is.
De manier waarop we feiten interpreteren is afhankelijk van de ‘bril’ die we opzetten: de mentaliteit
kan verschillen van regio tot regio!

• Economische groei

De Brexit heeft een negatieve impact gehad op de economische groei van Groot-Brittannië, maar ook
andere factoren, zoals Corona en de crisis in Oekraïne, kunnen een impact hebben gehad op de
economische groei. In Europa is de verwachte groei lager dan vorig jaar, maar toch niet negatief: ± 0

Groei en welvaart zijn vandaag meer dan het bruto nationaal product (bnp)!

• Inflatie

Inflatie → geld wordt minder waard → producten en diensten worden duurder
De invoering van de Euro had als doel de inflatie rond de 2% te houden

België:
- 10% inflatie
- Systeem van automatische loonindexering van 2% → geen vakbonden nodig om hoger loon te eisen
- Indexering na overschrijding van de spilindex → 5x in 2023
- Bescherming van de koopkracht (uniek systeem)
- Gezondheidsindex = richtlijn voor loon en uitkering → evolutie prijzen gezonde winkelmand
- Veel bedrijven voelen meer druk van de loonkosten: eventuele gevolgen

Japan: 4% inflatie MAAR relatief hoog voor dit land

Argentinië: 95% inflatie → bijna prijsverdubbeling, hoge rentevoeten

Mensen die leven van spaargelden (renteniers), gepensioneerden, zelfstandigen worden het hardst
geraakt door inflatie → geen loonindexering

Inflatie is nuttig voor mensen met schulden (meer koopkracht om de lening af te betalen) en de
overheid (Vlaamse begroting)

• Monetair beleid

Stijgende prijzen: de centrale banken trekken hun rentevoeten op → duurder om te lenen
Doel: de totale vraag terugdringen om de druk op de prijs te verlagen

• Overheidsschuld

De totale overheidsschuld is afgenomen door de economische groei, maar blijft wel bestaan.
Economische groei → meer inkomsten voor de overheden (door toename van de koopkracht)
Overheidsschuld kan nuttig zijn: investeringen in educatie, wegen, ….

,Macro-economie vs. micro-economie:
Niet alles wat op micro-economisch niveau geldt, geldt op macro-economisch niveau (<->)! )
Als een individu spaart, heeft dit geen gevolgen voor de economie. Als de overheid spaart, brengt dit
eventuele gevolgen voor mensen met zich mee (ontslagen, …)
→ Uitspraak Angela Merkel over het slechte beleid van de Amerikaanse banken (Swabian housewife)
→ In ‘slechte’ tijden ontspaart de overheid, in ‘goede’ tijden spaart ze

Micro-economie:

• Behandelt gedragsmodellen van individuele economische agenten (prijs = gegeven)
• Interageert op de markt van 1 goed/dienst (prijs = endogeen)
• Algemeen evenwicht < alle markten samen

Macro-economie:

• Grotere gehelen of aggregaten (= optelsom v. variabelen op individueel niveau)
• “De economie” krimpt of groeit
• Behandelt de totale consumptie van de wereld, België of EU
• Totale tewerkstelling/werkloosheid
• Het prijspeil (= alle prijzen binnen een economie opgeteld, overschrijding → inflatie)

Nood aan een aparte macro-economische analyse:

1) Samenhang van markten van finale goederen en markten van productiefactoren

De economische kringloop:




De onderzijde van de kringloop = de bestedingszijde (bedrijven verkopen output aan gezinnen)
→ de totale opbrengst = met aggregaten P en Q

De bovenzijde van de kringloop = de inkomenszijde (bedrijven kopen productiefactoren)
→ arbeiders vergoed met loon, verschaffers van kapitaal met interest of dividend

De wet van Say: “Elk aanbod creëert zijn eigen vraag”
Macro-economisch effect ≠ optelsom van de micro-economische effecten (Fallacy of composition):
Een algemene prijsstijging betekent dat het inkomen gaat stijgen, maar niet per se de bestedingen.
Vaak gaan mensen minder sparen bij prijsstijgingen MAAR de totale vraag naar die goederen en
diensten hoeft niet per se te dalen!

Artificiële intelligentie en migratie zullen een impact hebben, maar niet per se een negatieve. Op
micro-economisch vlak kan dit gevolgen hebben, globaal gezien gaat bv. de werkgelegenheid niet
achteruitgaan.

,Minder sparen → negatieve gevolgen op lange termijn!
Ook op vlak van productie kunnen er gevolgen optreden!


2) Het belang van geld

Geld = het algemeen ruilmiddel → vereist voor iedere transactie
Aan de kringloop van goederen en diensten beantwoordt de geldkringloop (verbonden)




Identiteit van Fisher:




Goederen en diensten moeten aangekocht worden
→ de nominale waarde van de goederenstroom moet altijd gelijk zijn de geldstroom!

Een voorraadvariabele = een variabele die op elk moment gemeten kan worden
Bv. de hoeveelheid geld op een spaarrekening

Een stroomvariabele = een variabele die iets meet over een bepaalde periode
Bv. het BBP

Op macro-economisch niveau is geld niet neutraal (<-> micro-economisch niveau):
Ontspoorde banken/overheden → financiële en economische crisis met recessie (bv. 2007-2009)


3) Informatie- en coördinatieproblemen

Een informatieprobleem: “wat is de oorzaak van wat?”

Voorbeeld 1: Investeringen

• Motivatie: verwachting dat de toekomstige vraag zal stijgen MAAR onzeker!
• Onzekerheid: bedrijven ‘kijken naar elkaar’ → A investeert (niet), B volgt op termijn
→ Ontstaan van een investeringsboom of investeringsdaling met een zelfvoedend karakter
• Investeringen → productie → inkomen

, • Keynes: ‘animal spirits’
➢ Vlagen van optimisme en pessimisme
➢ Drijvende factoren achter de cyclische bewegingen van de productie (en reactie)

Voorbeeld 2: De spaarparadox

• Sparen = huidige koopkracht inruilen voor toekomstige koopkracht (uitgestelde consumptie)
• De neiging tot sparen leidt vaak tot minder sparen ( < afname vraag, consumptie, inkomen)
• Individuele rationaliteit kan leiden tot een collectief ongunstig resultaat

Van Keynes naar klassieken en terug:
Macro-economie is geëvalueerd uit grote crisissen.

Klassieke economen (Smith): “Het evenwicht wordt altijd hersteld na prijsveranderingen”
→ Wet van Say: “Vermits aanbod zijn eigen vraag creëert kunnen er geen langdurige macro-
economische onevenwichten zijn”

MAAR Grote Depressie in de jaren dertig: geen evenwichtsherstel na daling productie en stijging
werkloosheid

Keynes (the General Theory): “Er zijn fenomenen die evenwichtsherstel kunnen belemmeren”
Bv. loonrigiditeit, gebrekkige vraag
→ permanente werkloosheid zelfs in evenwicht mogelijk
→ invloedrijk na WO II: vraag staat centraal! (Nixon)

Einde jaren 70:

• Inflatie vormt een probleem
• Keynesiaanse analyse onder druk van Friedman
• Kritiek op de Philips-curve (H27)

→ Terug naar de klassieke theorie (modernere versie)

• Micro-economische grondslagen: individuen zijn rationeel, markten werken ‘perfect’
• Geen coördinatieproblemen of ‘animal spirits’
• Minder of geen plaats voor overheidsinterventie

Jaren 90:

• Rationele economische agent nog steeds centraal
• Meer werkelijkheidsgehalte: loon- en prijsrigiditeiten
• Nieuwe Keynesiaanse modellen (DSGE-modellen)
• Blanchard (MIT/IMF): grote consensus
• The great Moderation: kleinere volatiliteit dan vroeger
• King: ‘NICE-decade’ (= Non Inflationary Constant Expansion)

Financiële en economische crisis na 2007 → DSGE-modellen onder druk

• Te wereldvreemd → perfect werkende markten?
• Hypothese van rationele individuen?
• Weerlegd door ‘animal spirits’ → Behavioural Economics

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jakobiengoffin. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80467 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.95  1x  sold
  • (0)
  Add to cart