100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Wetgeving (zelf 8.4 behaald) $9.11   Add to cart

Summary

Samenvatting Wetgeving (zelf 8.4 behaald)

4 reviews
 367 views  28 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van de voorgeschreven/verplichte studiestof, incl. verwijzingen naar de Ar

Preview 4 out of 80  pages

  • No
  • H1-5, h9-17
  • October 17, 2017
  • 80
  • 2017/2018
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: joepkluijtmans • 5 year ago

review-writer-avatar

By: degeus19 • 5 year ago

review-writer-avatar

By: vandam1996 • 5 year ago

review-writer-avatar

By: nahidela • 5 year ago

avatar-seller
P1-2: Wetgeving


Week 1 Inleiding, Wetgevingsleer, Wetgeven in een democratische rechtsstaat

H1 ‘Inleiding’

Wet in formele zin = een besluit van regering en Staten-Generaal in de zin van artikel 81 GW

Wet in materiële zin = een algemene naar buiten werkende, voor de daarbij betrokkenen
bindende regel, uitgegaan van het openbaar gezag, dat de bevoegdheid daartoe aan de wet
ontleent

Functies van wetgeving:
1. Legitimerende  ziet op het overheidsoptreden, dat in een democratische rechtsstaat
een adequate grondslag behoeft
2. Instrumentele  wetgeving beoogt de samenleving te ordenen om sociale
rechtvaardigheid te bewerkstelligen
3. Waarborgfunctie  doordat wetgeving algemeen geldende rechtsregels bevat,
bewerkstelligt zij rechtszekerheid en rechtsgelijkheid
4. Communicatieve functie  wet- en regelgeving bevatten rechtsnormen, uitspraken die
aan een bepaalde stand van zaken een bepaald normatief gevolg verbinden, waar
mensen verwachtingen omtrent elkaars handelen aan ontlenen en zo hun gedrag op
elkaar kunnen afstemmen

Wetgeving duidt op het maken van een wet (proces) en op het resultaat van dat proces (de
gegeven wet).
- Multidisciplinair: ziet niet alleen op de juridische aspecten van wetgeving maar ook op
de economische, bestuurskundige, politicologische etc. aspecten

Wetgeving in de sociale rechtsstaat
- Van codificatie: het vastleggen van regels die als het ware reeds golden
- Naar modificatie: actief de samenleving vormen, sturen en maken; de wet geeft dan
vooral juridische vorm aan sociale ingrepen die de parlementaire meerderheden van
het moment willen verwezenlijken

Kaderwetgeving = de formele wet die de materiële normstelling geheel of grotendeels aan een
amvb of een ministeriële regeling overlaat

Aanwijzingen voor de regelgeving van de Nederlandse centrale overheid (Ar)
- Vastgesteld bij besluit van de minister-president
- Een soort verzamelde dienstbevelen die in acht moeten worden genomen door de
ministers en ambtenaren van de ministeries; dus alleen voor de centrale overheid
- Hebben ook externe werking in die zin dat de Afdeling advisering van de RvS eraan
toetst bij zijn advisering over wet- en regelgeving
- Ar speelt vaak ook een rol in de beoordeling door de Kamers

1

, - Van toepassing op regelingen (avv, interne regelingen en beleidsregels) die onder
ministeriële verantwoordelijkheid tot stand komen (ex. Ar 1 en 2)
o Beleidsregels slechts als de aard van die beleidsregels zich daartegen niet
verzet (ex. Ar 3)
o Ar heeft bindende kracht maar kent ook een algemene hardheidsclausule in Ar
5  afwijking is slechts toegestaan als toepassing daarvan uit een oogpunt van
goede regelgeving niet tot aanvaardbare resultaten zou leiden
- Omvat vuistregels inzake wetgevingstechniek, denk aan modelbepalingen (bijv. Ar 27,
39, 41, 43, 84) en aanwijzingen inzake harmonisatie van terminologie (bijv. Ar 28-32,
50, 51, 52-77, 81, 82, 83, 85)
- Een deel van de Ar is gewijd aan materiële normen van wetgevingskwaliteit, zoals
terughoudendheid met wetgeving, evenredigheid, uitvoerbaarheid en
handhaafbaarheid (Ar 6-18)
o Qua inhoud het belangrijkste
- Ook zijn er procedurele aanwijzingen in de Ar opgenomen (hoofdstuk 6-8)

Voor de decentrale overheden is de Igr (100 Ideeën voor de gemeentelijke regelgever)
opgesteld.
- Bedoeld voor alle regelingen die door gemeentelijke bestuursorganen worden
vastgesteld
o Verordeningen
o Andere avv
o Planregels
o Mandaatregelingen
o Reglementen
o Beleidsregels
o Andere regels van algemene aard

H3 ‘Wetgeven in een democratische rechtsstaat’

Het legaliteitsbeginsel
- Beperking van de vrijheid van de burgers moet haar basis vinden in een wet die
algemene regels stelt
- Het legaliteitsbeginsel is geen beginsel van de democratische rechtsstaat
- Het legaliteitsbeginsel krijgt in de literatuur vaak een plaats als centraal beginsel van
de democratische rechtstaat
1. Men denkt dat het legaliteitsbeginsel staat voor dat de overheid aan het recht gebonden
is
 Onlogisch, omdat beginselen richtsnoeren zijn waarvan men onder
omstandigheden kan afwijken; in een democratische rechtsstaat mag de overheid
nooit van het recht afwijken
2. Het legaliteitsbeginsel ziet op een wettelijke basis voor het overheidsoptreden
(wetsfiguur)
 Ook hier is geen sprake van een zelfstandig beginsel, want het geven van een
wettelijke basis aan het overheidsoptreden is geen doel op zich


2

,  Andere effecten zijn:
o Het bewerkstelligt zeggenschap van de bevolking door betrokkenheid van
volksvertegenwoordigers
o Het bevordert de algemeenheid van de wettelijke regel de rechtsgelijkheid
o Het bevordert het vastleggen en publiceren van de regel rechtszekerheid
van de justitiabelen; men kan er zijn gedrag op afstemmen
o Het vastleggen van het overheidsbeleid in regels kan een voordeel zijn in
de sfeer van de effectiviteit en doelmatigheid, vooral als de regel wordt
uitgevoerd door meerdere personen of diensten (i.p.v. dat iedere ambtenaar
zich van geval tot geval moet afvragen hoe hij zal handelen, kan hij
volstaan met toepassen van de regel)
- Het legaliteitsbeginsel is dus dienend aan de centrale beginselen van de democratische
rechtsstaat en kan niet als zelfstandig beginsel ernaast worden geplaatst; ook omdat
het is opgebouwd uit verschillende aspecten die naar verschillende centrale beginselen
verwijzen

Het legaliteitsvereiste
- De rechtsregel die ziet op gevallen als in het Methadonbrief-arrest: het
overheidsoptreden dat ingrijpt in de rechten en vrijheden van particulieren behoeft een
wettelijke grondslag die weer terug te voeren is op de Grondwet of een wet in formele
zin, op straffe van onrechtmatigheid
- Het legaliteitsvereiste komt zelden in beeld
 Als de lagere wetgever de grenzen van de delegatie overschrijdt, dan levert dat
strijd op met het delegerende voorschrift
 Een te ruime delegatiegrondslag in een wet in formele zin kan in rechte niet
wegens strijd met het legaliteitsvereiste worden aangetast vanwege
toetsingsverbod ex. Artikel 120 Gw
 Als een bestuursorgaan zijn wettelijke bevoegdheid te buiten gaat, dan is de
handeling in strijd met de wet die de context biedt voor de betrokken
bestuurshandeling, evt. met het verbod van detournement de pouvoir (art. 3:3 Awb)
of het specialiteitsbeginsel (Art. 3:4 lid 1 Awb)
- Daarom is het Methadonbrief-arrest uniek, het komt zeer zelden voor dat een
bestuursorgaan een handeling verricht zonder een wettelijke bevoegdheid
- De wetgever heeft wel te maken met het legaliteitsvereiste  hij moet zich afvragen of,
als een bepaald overheidsoptreden wenselijk wordt geacht, daartoe een wettelijke
grondslag moet worden gecreëerd

De wet in de democratische rechtsstaat: beginselen en veronderstellingen
- Als de procedure van totstandkoming van de wet inbreng van algemeen
vertegenwoordigende organen garandeert, vormt de wetsfiguur een zekere garantie
van zeggenschap van de burgers
o Geldt niet voor alle wettelijke voorschriften
- De wetsfiguur wordt geacht wetmatig bestuur te bevorderen; bestuur dat consistent en
bestendig volgens duidelijke, voldoende bekendgemaakte rationale standaarden
plaatsvindt
o Heeft rechtsgelijkheid en rechtszekerheid tot doel

3

, - Machtsverdeling heeft betrekking op de formele kant van de wetsfiguur: het bevoegde
orgaan
o Scheltema  Als men de wetgever dwingt om algemene regels te formuleren,
maar niet de bevoegdheid geeft de regels uit te voeren, en het bestuur dwingt
om overeenkomstig de regels te handelen, kan geen van beide machten
bepaalde personen bevoordelen
o Denk aan wetgeving die door het uitvoerend orgaan zelfstandig en zonder
medewerking van andere organen kan worden vastgesteld zoals ministeriële
regelingen, gedelegeerde wetgeving van B&W en gedeputeerde staten

Democratisch-rechtsstatelijke kwaliteitseisen voor de wet
- We kennen een algemeen juridisch toetsingskader bij het opstellen en beoordelen van
wetgeving
- Dit toetsingskader heeft 2 lagen:
1. Het hard, positieve recht  geschreven of ongeschreven rechtsregels en algemene
rechtsbeginselen
2. De rechtspolitieke desiderata van de democratische rechtsstaat  deze doen geen
bindende uitspraak over juridische juistheid/geldigheid

Kwaliteitseisen:
a. Adequate grondslag
- Hier lopen de twee lagen een op een; een daad van wetgeving zonder adequate
grondslag is een juridische slag in de lucht, is onrechtmatig in civielrechtelijke zin en
leidt tot vernietigbaarheid van erop gebaseerde besluiten
b. Overeenstemming met hoger recht
- Ook hier lopen de twee lagen een op een; als kwaliteitseis van positief recht overstijgt
dit aandachtspunt veel van de andere eisen die ook tot het recht behoren
- Voor een wet in formele zin zijn de eisen die voortvloeien uit het internationale en het
Europese recht, en ook Gw van groot belang
- Ook lagere wetgevers moeten zich houden aan hoger geschreven en ongeschreven
recht
c. Doeltreffendheid
- Dit is voor de wetgever vooral een rechtspolitiek desideratum van de democratische
rechtsstaat (Ar 9 onder a en 11)
- Effectiviteit als positiefrechtelijke eis voor de wetgever is te vinden in het leerstuk van
het effet utile  dat Europees recht door de lidstaten daadwerkelijk tot gelding moet
worden gebracht
d. Doelmatigheid
- Ook doelmatigheid is voor de wetgever vooral een rechtspolitiek desideratum van de
democratische rechtsstaat (Ar 9 onder c en 14)
e. Formele zorgvuldigheid
- Deze eis is in beginsel te herleiden tot de voorpositieve desiderata van de
democratische rechtsstaat, want wetgeving mag niet zomaar iets bepalen/regelen en
zeker niet als het gaat om het beperken van rechten of vrijheden van burgers
- Maar het is ook een eis van positief recht voor de wetgever  lagere wetgevers hebben
te maken met artikel 3:2 jo 3:1 lid 1 Awb

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aysesekerdag. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.11. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.11  28x  sold
  • (4)
  Add to cart