Aantekeningen van alle hoorcolleges (1 t/m 9) voor het vak Psychodiagnostiek. Derdejaars vak dat gegeven werd in blok 1 door Jonas Everaert.
Inclusief afbeeldingen uit de hoorcollege slides
Hoorcollege 1…………………………………………………………………………………blz. 2 t/m 7
Cliëntgerichte benadering (Rogers), Algemene klinische vaardigheden: niet-
selectieve luistervaardigheden, selectieve luistervaardigheden, regulerende
vaardigheden en nuancerende vaardigheden
Hoorcollege 2…………………………………………………………………………………blz. 8 t/m 14
De diagnostische cyclus: fase Aanmelding (Anm) en Klachtenanalyse (KA)
Hoorcollege 3……….………………………………………………………………………blz. 15 t/m 22
De diagnostische cyclus: fase Probleemanalyse (PA) en Verklaringsanalyse (VA)
Hoorcollege 4 en 5………….…………….………………………………………………………………………………blz. 22
Symposium ervaringsdeskundigheid (geen aantekeningen + geen tentamenstof)
Hoorcollege 6 en 7…………………………………………….…………………………blz. 23 t/m 29
Gastcolleges: Observatie (Wieneke Penninga), Intake: eerste fase GGZ-
behandeling (Geert Verminnen) en Ambulante forensische zorg (Dagmar t’
Gilde)
Hoorcollege 8 ………………………………………………………………………………blz. 30 t/m 44
Diagnostische instrumenten, Intelligentie theorieën en Intelligentietests (WISC-
V-NL en WAIS-IV-NL)
Hoorcollege 9 ………………………………………………………………………………blz. 45 t/m 52
De diagnostische cyclus: fase Indicatieanalyse (IA), fase Advies (Adv); technisch-
professioneel verslag en cliëntverslag
Hoorcollege 10………….…………….………………………………………………………………………………blz. 53
Q&A
Bonus………….…………….………………………………………………………………………………blz. 54 t/m 64
Overzicht tabellen en figuren
,Psychodiagnostiek
Docent: Jonas Everaert (jaar 3, blok 1)
Bronvermelding: Afbeeldingen komen uit de collegeslides
HC 1 – Cliëntgerichte benadering en klinische vaardigheden
Diagnostiek: Systematische en wetenschappelijke onderbouwde manier; kern van het
zorgaanbod/kerntaak
2 competentiegebieden
1. Psychologisch handelen als praktijkwetenschapper
- Over systematische, onderbouwde diagnostische oordeels- en besluitvorming
2. Communicatie en professionaliteit in het aangaan van een hulpverleningsrelatie
- Over gespreksvoering en behandelrelaties in diagnostische context
Psychologische gespreksvoering
Basishouding
- Gebaseerd op de cliëntgerichte benadering van Carl Rogers
- Basisprincipe = zelfactualisering (self-actualizing tendency): inherente drijvend kracht in
mens om volledig functionerend/ontwikkeld persoon te worden; het beste uit je zelf/je
bestaan te halen
o Het voortdurende proces van je volledige zelf worden, het realiseren van je
dromen en capaciteiten → Dit ontwikkelingsproces wordt sterk beïnvloed door in
welke mate je volledig externe en interne stimuli kunt ervaren → Optimale vorm
van beleven kom vanzelf voor in gunstige omstandigheden (condities)
o Promoot congruentie russen ideale zelf (persoon die we denken te moeten
zijn/willen zijn) en werkelijke zelf (hoe we nu zijn), congruentie tussen wat je
denkt, voelt en zegt
▪ Ontstaan problemen: Hoe groter de kloof tussen het werkelijke zelf en
het ideale zelf, hoe groter het gevoel van incongruentie (niet meer
spontaan kunnen reageren of vertrouwen op eigen gedachtes/gevoelens
door voorwaardelijke acceptatie)
- Bepaalde condities zijn nodig om dit te realiseren → Therapeutische relatie schept
condities die mogelijk maken dat cliënt sterkten, moeilijkheden en oplossingen kan
exploreren
o Hulpverlener (HV) faciliteert (niet adviseert; non-directief) & Cliënt (C) helpen
zichzelf te helpen – waarom? → beide expert op eigen gebied, C van eigen
belevingswereld en HV om dit proces te begeleiden; zorgt voor gelijkwaardige
relatie, vertrouwen en veiligheid -> motiverender en met uiteindelijke doel dat
de volgende keer dat C tegen een probleem aanloopt, C het zelf kan oplossen
o Valkuil: ‘’Ik moet iets doen syndroom’’ → gaat tegen tendens van HV om actief te
willen helpen/sturen/ingrijpen, maar HV moet geen adviserende rol aannemen,
want C heeft vaak al veel gehoord/geprobeerd; wel: exploratie + relatie
→ Gaat uit van competentie van cliënt, kan zelf tot oplossingen komen door samen met
therapeut gedachten, gevoelens en ervaringen opnieuw te ordenen en er op een andere
manier naar te kunnen kijken; wat tot nieuwe inzichten voor de cliënt kan zorgen
o Hierbij is zelfexploratie belangrijk, je eigen gedachten en gevoelens kunnen
analyseren en eigen belevingswereld exploreren
,3 essentiële condities voor groei
1) Onvoorwaardelijke positieve waardering (acceptatie van wie de cliënt is)
- Cliënt zien als persoon met waarde en waardigheid
- Hoe tonen? → vooral gedragsvaardigheden
- Nadruk op bewerkstelligen van conditie van onvoorwaardelijke liefde, die
hoogstwaarschijnlijk in jeugd niet of in verminderde mate aanwezig was
o Liefde werd voorwaardelijk, je moest X doen/zijn om een beetje liefde te
ontvangen -> Daardoor zijn delen van persoonlijkheid gemaskeerd, verstopt of
'kwijtgeraakt'
o Door C onvoorwaardelijke acceptatie te geven probeert HV deze 'beschadigde'
conditie te herstellen + te faciliteren binnen de samenwerkingsrelatie → C gaat
merken dat hij/zij zich niet (langer) anders hoeft voor te doen, zichzelf mag zijn
en zich vrij kan uiten → Draagt bij aan komen tot zelfactualisatie
o Betrokkenheid tonen t.a.v. cliënt
▪ Op tijd zijn op afspraak, tijd vrijmaken (flexibel en regelmatig contact),
privacy voor cliënt reserveren, vertrouwen respecteren
▪ Barrières: gebrek aan tijd + aan zorg/bezorgdheid
o Inspanning doen om cliënt te begrijpen
▪ Empathie, vragen stellen, interesse tonen (bijv. over postnatale depressie
+ opname)
▪ Actief luisteren ook belangrijk medium: parafraseren en reflecteren
(selectief)
o Onvoorwaardelijke aanvaarding
▪ Attitude HV om gedachten/gevoelens cliënt NIET af te keuren
▪ NIET onvoorwaardelijk goedkeuren, WEL gezichtspunt (intenties) van C
serieus nemen, probeer te verplaatsen in belevingswereld van C (bijv.
overbeschermende ouder, niet meteen afkeuren maar proberen te
snappen waar het vandaan komt)
➢ Ga uit van de goede wil van C; mens is van nature goed
(positive regard)
➢ HV moet (covert) gedachten/gevoelens rond C bij zichzelf
nagaan
➢ Voorbeeld: C zegt ‘’Ik zeg wat er in me opkomt, wanneer ik
dat wil. Als anderen dat niet prettig vinden, is dat hun
probleem’’
▪ HV niet: oordelen, afkeuren of goedkeuren
▪ HV wel: verder vragen, is waarheid/eerlijkheid heel
belangrijk voor je en waarom?
o Warmte uitdrukken en nabijheid
▪ Reduceert onpersoonlijk karakter interventies of behandeling
▪ Reflecteren op gedachte, gevoel en gedrag van:
i. Hulpverlener
ii. Cliënt
iii. De relatie
▪ Nabijheid bruikbaar bij overdracht en tegenoverdracht →
beschrijven wat er in de situatie afspeelt (inhoud en
betrekkingsniveau – wát en hóe je iets vertelt/aankaart)
,2) Echtheid
- = HV is zichzelf zonder een rol te spelen
- Refereert naar mens zijn en samenwerken met C vs. training om professioneel te zijn
(gelijkwaardig)
- Maakt emotionele afstand t.a.v. C kleiner
- Belangrijk is dat HV met zichzelf overweg kan, bij zichzelf gedachten en gevoelens kan
herkennen, erkennen én accepteren
- Belangrijke facetten:
o Rolgedrag: geen klemtoon op jouw rol, autoriteit en status
o Congruentie: woorden, gedrag en gevoelens van HV zijn consistent (ook
lichaamstaal moet matchen met hoe HV zich presenteert t.o.v. C)
▪ Erkennen van negatieve/positieve gevoelens in sessie (overdracht-
gevoelens)
▪ Wantrouwen bij C bij detectie van incongruentie (bijv. HV negatief gevoel
niet uiten maar wel afstandelijk reageren)
o Spontaniteit
▪ Niet: elke gedachte die bij je opkomt ongecontroleerd verwoorden
▪ Wel: op natuurlijke wijze uitdrukken (meenemen in je eigen
gedachteproces) + toch tactvol omgaan met C (moet voordelig zijn)
o Openheid en zelfonthulling
▪ Vaardigheid om open te zijn over zelf t.a.v. C (verbaal/non-verbaal)
▪ Waar begin en einde? Regels?
▪ Capaciteit C om iets uit zelfonthulling te halen (! Welzijn C)
• Bijv. perceptie op probleem en gedrag bij C veranderen
(normaliseren, schaamte wegnemen)
• Is het nuttig voor C om die bepaalde zelfonthulling te doen?
▪ Parallel aan gevoelens C (qua inhoud + intensiteit)
• Bijv. ‘’Ik voel ook niet alleen positieve gevoelens t.a.v. mijn
kinderen’’, ‘’Ik heb het vaak ook moeilijk met beslissingen nemen
zonder advies van anderen’’
▪ Moderaat niveau: niet te veel (indiscreet, teveel met jezelf bezig) of
weinig (afstand/afstandelijk) → Balans vinden!
3) Empathie
o Mogelijkheid om iemand te begrijpen vanuit zijn/haar belevingswereld + laten
merken dat je begrijpt wat er in hem/haar omgaat → Iets wat je toont niet wat je
alleen denkt/voelt
o Sta je open voor de C? Eigen kwetsbaarheden/persoonlijkheid, voorkeuren en
omstandigheden van HV (bijv. persoonlijke problemen, stress, enz.)
o HV moet volledig in belevingswereld van C kunnen duiken (alsof het van zijn/haar
eigen is), zonder zelf verstrikt te raken door eigen beslommeringen → Daarom is
jezelf in zodanige mate kunnen begrijpen en reguleren essentieel als
hulpverlener
o Hoe verbaal en non-verbaal communiceren?
▪ Open geïnteresseerde houding (lichamelijk) → Lichaamshouding/non-
verbaal gedrag: oogcontact, naar voren leunen, naar client kijken, open
arm positie → Matchen met non-verbaal gedrag van cliënt (spiegelen)
▪ Emoties spiegelen → Bijv. gezichtsuitdrukking, gevoel labelen/reflecteren
, ▪ Parafraseren, gevoelens labelen, vragen stellen vanuit belevingswereld C
→ ‘Taal’ van cliënt gebruiken, niet vakjargon; praat over wat belangrijk is
voor C + refereer aan de gevoelens van C
o Belangrijke en noodzakelijke facetten:
▪ Intrapersoonlijke beleving door HV
▪ Communicatie door HV
▪ Receptie door cliënt
o Monitor reacties van C op jouwe empathische toenaderingen + stem jouw
reacties af op proces van cliënt
▪ Bijv. moeite met verbinding, jouw reacties komen niet aan bij cliënt, komt
dit door emotionele geslotenheid van C? → streven naar professionaliteit
binnen de behandel relatie (maar met genoeg ruimte voor gevoel van
beide kanten)
Algemene klinische vaardigheden
- Doel: C ruimte geven om verhaal te vertellen, actief luisteren (actief deelnemen aan
gesprek)
- Niet-selectieve luistervaardigheden:
o Non-verbaal gedrag: C laten merken dat er geluisterd wordt + C stimuleren om
verder te vertellen → open geïnteresseerde houding (oogcontact,
lichaamshouding, gezichtsuitdrukking enz.)
o Verbaal volgen: C laten merken dat er geluisterd wordt + C stimuleren om verder
te vertellen (aanmoedigen door bijv. knikken, ja zeggen, hmm, enz.)
o Gebruik van stiltes: nagaan waardoor stilte ontstaat, wat er bij C gebeurt, is stilte
functioneel, wat eraan doen?
Voorbeelden
o C verwacht reactie HV, bijv. advies → Situatie-verduidelijken (regulerend; manier
van samenwerken/handelen uitleggen)
o C en HV weten niet hoe verder en er valt een stilte of verhaal C stokt abrupt:
a) Men (HV/C) kan aan het nadenken zijn/iets aan het verwerken → Geef C
hier ruimte voor en ga na wat er precies in C omgaat/gedachten
b) C vindt het moeilijk om verder te vertellen/is bang en probeert een
bepaald onderwerp te vermijden → Extra nadruk volledige acceptatie,
empathische reacties en op gemak stellen belangrijk; valideer
angst/ongemakkelijkheid van C maar blijf uitnodigen om verder te
vertellen
c) HV verwacht meer dan C kan geven qua informatie over een bepaalde
situatie / C weet niet wat nog meer te vertellen → Samenvatten +
overgaan naar ander onderwerp
➔ Altijd uitzoeken waarom er stilte is (bij jezelf of bij C, maak indien nodig
bespreekbaar) + laat stiltes zijn
- Selectieve luistervaardigheden:
o Vragen stellen: C helpen gedachten te verwoorden en problemen te verhelderen
(open vs. gesloten vragen stellen) → stem af op doel
o Parafraseren: herformuleren inhoud boodschap C in eigen woorden HV
, Bijv. niet meteen herhalen ‘’Dus je hebt het gevoel dat niks goed lukt in je
leven’’, niet teveel in perceptieve belevingswereld C blijven maar gaan
doorvragen waar dit vandaan komt (valkuil: meegaan in de interpretatie)
o Reflecteren (gevoel): weergeven affectieve deel boodschap
▪ Luister naar affectieve woorden (bijv. woede, angst, onzekerheid,
verdriet, geluk, sterkte en zwakte)
▪ Of haal emotie uit non-verbaal gedrag (snelheid van praten, stemvolume,
enz.) → bijv. ‘’Het lijkt alsof je…’’, ‘’Ik hoor je zeggen…’’
o Concretiseren: C zo nauwkeurig mogelijk over problemen laten vertellen
▪ 5 G’s: gebeurtenis -> gedachte -> gevoel -> gedrag -> gevolg
▪ Hoe/wat vragen (open, uitlokkende vragen) → ‘’Kun je een voorbeeld
geven?’’ ‘’Wat bedoel je precies?’’
o Samenvatten: HV geeft hoeveelheid info voor C overzichtelijk en begrijpelijk weer
▪ Ga na: wat zijn sleutelgedachten- en gevoelens? Wat vermeldt cliënt
herhaaldelijk? Is er een patroon, thema, elementen die samen horen?
- Regulerende vaardigheden:
o Openen gesprek en begincontract: HV geeft beeld over manier van werken +
verheldering verwachtingen van C
o Terugkoppeling naar doelen: HV doet aan procesbewaking: zorgen voor haalbare
doelen, dit bewaken en na te streven
o Situatie verduidelijken: herstellen van relatie bij onduidelijkheden of
misverstanden → gesprek over gesprek (meta-gesprek; gang van zaken of relatie)
o Hardop denken: HV verwoord eigen gedachten voor C op duidelijke manier
o Afsluiten van het gesprek: Verwachtingsmanagement (kondig duur vooraf
gesprek aan, als het goed is al gebeurd bij openen gesprek), eventueel verwijzen
naar hoeveel tijd er nog over is
▪ Afsluiten met samenvatting (door C) of meta-gesprek (evaluatie, bijv. wat
vond C van het gesprek)
- Nuancerende vaardigheden:
o Interpreteren: geven van (mogelijke) verklaring voor gedrag, gedachten of
gevoelens C of samenhang tussen gedragingen
o Confronteren: HV beschrijft discrepanties, conflicten, gemengde boodschappen
die duidelijk worden vanuit gevoelens, gedachten, gedrag cliënt
▪ Met de nodige voorzichtigheid doen! Niet C aanvallen
o Positief heretiketteren: nieuwe, positieve betekenis geven aan oorspronkelijk als
negatief beleefde onderdelen van probleem (= re-appraisal; bijv. ‘’Je bent niet
pietje precies maar heel ijverig/nauwkeurig’’) → psycho-educatie
o Informatie geven: geven van info of feiten over ervaringen, mensen,
gebeurtenissen, alternatieven
➔ Vaardigheden moeten aangeleerd/geoefend worden, therapie is geen
alledaagse sociale interactie (andere belangen/rollen) → therapie ook directief
op sommige vlakken, maar niet te snel willen helpen of advies geven
Relatie zorgverlener/ cliënt
- Aan welke competenties moeten GGZ-behandelaren voldoen (volgens cliënten en
naasten):
o Helder communiceren, goed luisteren, niet oordelen, cliënten met respect
benaderen, oprecht betrokken zijn en de cliënt als mens zien, niet als ziekte
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maartjepsy21. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.