100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Tentamen periode 2 leerjaar 3 samenvatting Voeding en Dietetiek $5.39   Add to cart

Summary

Tentamen periode 2 leerjaar 3 samenvatting Voeding en Dietetiek

1 review
 69 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle leerstof voor het tentamen van periode 2 leerjaar 3 van de opleiding Voeding en Dietetiek aan de HAN. *Microbiologie - Veilig Voedsel, micro-organismen, pathogenen etc. Inclusief overzichtelijke tabel met de voedselpathogenen *Voedingsleer - ijzer, sportbeoefening, voedin...

[Show more]

Preview 4 out of 165  pages

  • October 11, 2023
  • 165
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: chelseavandijk • 1 year ago

avatar-seller
Microbiologie
P2W1

De DIO:
* weet wat micro-organismen zijn (globale omschrijving), welke verschillende soorten er bestaan
die relevant zijn voor de levensmiddelenmicrobiologie en beschrijven hoe deze soorten er
uitzien;
* weet tot welke celtypen de verschillende soorten micro-organismen behoren;
* weet, met het oog op de naamgeving van micro-organismen, hoe de onderverdeling van micro-
organismen is opgebouwd;
* kent algemene kenmerken van bacteriën;
* kent algemene kenmerken van gisten en schimmels;
* kan aangeven welke stoffen van bacteriën en schimmels kunnen leiden tot ziekte;
* kan uitleggen waarom virussen niet tot de micro-organismen behoren.


Veilig voedsel H1, H4 en H9
H1 Veilig voedsel
Bedrijven moeten zelf bewaken en beoordelen of hun producten voldoen aan de wettelijke eisen en
ze zijn zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van hun producten.

Er bestaat geen 100% veilig voedsel. Er zijn betreft voedselveiligheid 3 groepen gevaren te
onderscheiden:

1. Fysische gevaren
 Stukjes metaal, glas, plastic ed.
 Besmetting; tijdens de oogst of tijdens het productieproces in de fabriek
2. Chemische gevaren
 Alle chemische stoffen die in voedsel aanwezig zijn, van nature of door
milieuverontreiniging of via het voedselproductieproces
3. Microbiologische gevaren
 Besmetting


H4 Micro-organismen

4.2 Soorten micro-organismen

Ze zijn zo klein dat ze niet met het blote oog te zien zijn.

Bacteriën, gisten en schimmels vallen onder micro-organismen. Virussen (niet levend), parasitaire
protozoën en wormen (zichtbaar met het blote oog) vallen niet onder micro-organismen, maar
worden soms wel in dat rijtje meegenomen.

Microscoop ontwikkeld door Antoni van Leeuwenhoek.

,Micro-organismen zijn overal aanwezig, ook gewenst/ongewenst in voedsel. In beide gevallen is het
belangrijk om de groei en ontwikkeling van micro-organismen te kunnen beïnvloeden  maakt het
mogelijk om de ontwikkeling van ongewenste micro-organismen te voorkomen of de groei van
gewenste micro-organismen te bevorderen.



4.3 Indeling en naamgeving

Er bestaan 2 verschillende celtypen: de eukaryotische en prokaryotische cel.

Eukaryotische cel Prokaryotische cel
Celbouw Complex Simpel
Celkern + -
Celmembraan + +
DNA + +
Organellen + -
Ribosomen + +


Ze hebben beide een celmembraan, bevatten DNA en bezitten ribosomen.

De eukaryotische cel is een complexe cel en bevat organellen (bijv. de celkern). Overige
levensvormen (planten, dieren, protozoën, schimmels, gisten en algen)

De prokaryotische cel heeft een simpele opbouw zonder duidelijke celkern, waarbij het DNA vrij in
het cytoplasma ligt. Van alle levende organismen zijn alleen de bacteriën en archaebacteriën
prokaryoot.

Virussen vallen hierbuiten  kunnen zichzelf niet voortplanten  hebben hiervoor een cel door van
een levend organisme.




A.d.h.v. het soort cel en andere overeenkomstige kenmerken worden alle levende wezens ingedeeld
in groepen (taxonomie). De levende wezens zijn in 3 domeinen in gedeeld en de eukaryoten in 4
rijken:

Domein Rijk
Bacteriën (Bacteria)
Archaebacteriën (Archaea)
Eukaryoten (Eukarya) Dieren (Animalia)

, Planten (Plantae)
Schimmels (Fungi)
Protista (Protista)


Naamgeving

Micro-organismen zijn onderverdeeld in klassen, families, geslachten en soorten waarvoor de
binominale nomenclatuur (tweeledige naamgeving) geldt  worden aangeduid met een geslachts-
en soortnaam.

 De geslachtsnaam wordt altijd met een hoofdletter geschreven
 De soortnaam wordt altijd in kleine letters geschreven
 Een familie bevat verschillende geslachten en de geslachten bevatten meerdere soorten.
 Alle namen worden cursief weergegeven


4.4 Bacteriën

Bacteriën (prokaryoot) zijn eencellige organismen zonder duidelijke celkern waarbij het DNA vrij in
het cytoplasma ligt.

Planten zich voort door binaire deling (ongeslachtelijk)  er bestaan bolvormige (doorsnede van 1
micrometer), staafvormige (doorsnede van 0.6 – 0.8 micrometer) en spiraalvormige (1 – 2
micrometer) bacteriën. Sommige kunnen zich voortbewegen door flagellen (zweepdraden).

Kokken leven in verschillende vormen, die ontstaan door een onvolledige deling  duploklokken,
streptoklokken, stafylokokken etc.

Staafjes komen alleen in ketens voor. Spiraalvormige bacteriën leven individueel.

De indeling van bacteriën in families, geslachten en soorten is in eerste instantie gebaseerd op
morfologische (uiterlijke) kenmerken: is de bacterie bol-, staaf- of spiraalvormig, zijn sporen
zichtbaar, bezit de bacterie een of meerdere flagellen? Daarnaast speelt de samenstelling van de
celwand een belangrijke rol bij de indeling. Op basis daarvan zijn er 2 groepen opgesteld:

1. De gramnegatieven
 Dunnere celwand dan de grampositieven
 Kleuren roze
 De bacteriën horend bij de familie van de Enterobacteriaceae (entro’s) zijn een grote en
belangrijke groep gramnegatieven  allemaal staafvormig
2. De grampositieven
 Kleuren paars
 De bacteriën horned bij de familie van de Bacillaceae  allemaal staafvormig
 Je kan het verschil zien door een gramkleuring uit te voeren  kleurstoffen werken in op de
bacteriën  kunnen beoordeelt worden met een microscoop (kleurt roze of paar).

Voor een verdere indeling van bacteriën worden vervolgens de biochemische kenmerken in kaart
gebracht, bijv. aan- of afwezigheid van specifieke enzymen, de zuurstofbehoefte en de mogelijkheid
om bepaalde stoffen als koolhydraten, aminozuren en eiwitten af te breken.

, Sporenvorming

Alleen bacteriesoorten horen tot de familie van de Bacillaceae kunnen sporen vormen  daarvan
zijn de bacteriën horend tot de geslachten Clostridium, Bacillus en Geobacillus het belangrijkste 
sporenvormers.

De spore wordt gevormd in de cel (endospore) en heeft als voornaamste doel het overleven van
ongunstige omstandigheden als hitte, droogte, straling en de inwerking van chemicaliën. Onder
sommige omstandigheden sterft de cel af, waardoor de spore in een slaaptoestand blijft. Als de
omstandigheden weer gunstig worden, kan de spore ontkiemen en uitgroeien tot een normale
vegetatieve cel  groei.



Zuurstofbehoefte

De zuurstofbehoefte van bacteriën speelt een belangrijke rol bij de indeling van bacteriën.

 Voor sommige bacteriën is de aanwezigheid van zuurstof van belang  aerobe bacteriën 
groei stopt wanneer zuurstof niet aanwezig is.
 Voor anaerobe bacteriën is zuurstof giftig.
 Voor facultatieve anaeroben maakt het niet uit of er zuurstof aan- of afwezig is om te kunnen
groeien.
 Micro-aerofielen  bacteriën die het gemakkelijkst kunnen groeien indien er slechts een
paar procent zuurstof aanwezig is.

Zuurstofbehoefte Toelichting
Aeroob Zuurstof noodzakelijk voor groei
Anaeroob Groei als zuurstof afwezig is
Facultatief anaeroob Groei zowel met als zonder zuurstof
Micro-aerofiel Groei optimaal bij een verlaagde zuurstofspanning


Pathogeniteit

Bacteriën die ziekte veroorzaken worden pathogenen genoemd  leiden tot ziekte als gevolg van
vorming of aanwezigheid van gifstoffen (toxinen). Er zijn 2 soorten toxinen:

1. Exotoxinen
 Kleine eiwitten die tijdens de stofwisseling van de cel worden gevormd en uitgescheiden
in de omgeving (bijv. voedsel)
 Een te hoge inname leidt tot ziekte
 Bacteriële exotoxinen worden alleen gevormd door grampositieve bacteriën
2. Endotoxinen
 Maken onderdeel uit van de celwand van gramnegatieve bacteriën
 Worden niet uitgescheiden
 Ziekte treedt alleen op na inname van een grote hoeveelheid pathogene gramnegatieve
bacteriën  kan leiden tot darmklachten


Eigenschappen Kenmerken
Vorm Bol-, staaf-, of spiraalvormig
Zuurstofbehoefte Aeroob, micro-aerofiel, facultatief anaeroob of
anaeroob

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sjinnie. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.39  4x  sold
  • (1)
  Add to cart