Week 1
De student kan:
- uitleggen welke kenmerken onderscheidend zijn voor de eenmanszaak en de
verschillende personenvennootschappen;
Eenmanszaak
1. Natuurlijk persoon als eigenaar
2. Verhaal door crediteuren; in het vermogen bestaat er geen onderscheid. Het
privévermogen het zakelijk vermogen zit in een grote pot.
Personenvennootschappen worden opgericht door samenwerking. Ieder vanuit zijn
eigen kwaliteit.
1. Maatschap art. 7A:1655 BW e.v.
2. Vennootschap onder firma art. 15 WvK e.v. & Boek 7A BW
3. Commanditaire vennootschap art. 19 t/m 21 WvK & Boek 7A BW
- beargumenteren hoe de eenmanszaak en de verschillende
personenvennootschappen worden opgericht en ingericht;
Oprichting personenvennootschap art. 7A:1655 BW door middel van een
overeenkomst. Het vermogen van de personenvennootschap wordt gevormd door
inbreng (artikel 7A:1662 BW). Dit kan door arbeid, geld, goederen of genot van
goederen in te brengen. Met deze inbreng ga je een economische activiteit verrichten
en winst maken. Dit vormt samen het gemeenschappelijk vermogen. Er moeten
afspraken gemaakt worden over de winstverdeling. Wordt hier niets over afgesproken
dan is de verdeling naar ratio want wat is ingebracht.
- beargumenteren hoe de besluitvorming en de vertegenwoordiging van de
eenmanszaak en de verschillende personenvennootschappen is geregeld;
Handelen voor rekening van; heeft er mee te maken dat je als vennoot bepaalde
verplichtingen aangaat met een derde waarbij je de rekening vervolgens bij de
personenvennootschap in gaat dienen.
Handelen in naam van; heeft er mee maken dat je als vennoot rechtstreeks met een
derde een verplichting aan gaat namens de personenvennootschap.
, Beheer en beschikken. Het heeft te maken met de vraag of je een handeling gaat
verrichten die gebruikelijk is voor jou onderneming. Bij gebruikelijk heet het beheer bij
ongebruikelijk heet het beschikken.
Ben je autohandelaar en je koopt een auto dan is het beheer.
Heb je een andere onderneming en je koopt een bedrijfsauto dan is het beschikking
want het is niet gebruikelijk dat je een auto koopt.
Expliciete volmacht; je hebt met je collegas afgesproken dat je dit mag gaan doen.
Baattrekkingsregel; als je doet zonder overleg maar de onderneming heeft er wel baat
bij (is een risico want je weet niet of de maatschaap er baat bij heeft). Je kunt dus
beter volmacht hebben gevraagd, dan weet je zeker dat de maatschap gebonden is.
Is deze niet gebonden dan ben jij gebonden.
Bij de VOF zijn alle vennoten bevoegd.
In beginsel geldt dat alle maten aansprakelijk zijn, maar bij de maatschap is dat voor
gelijke delen (dus als je met 3e bent iedereen voor 1/3) en bij de VOF is dat hoofdelijk
(schuldeiser mag kiezen bij wie hij wat gaat verhalen, kiest dus vaak voor degene met
het meeste geld).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniquehamers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.