Les 1 van de module NKO, MKA en tandheelkunde uit 3e bachelor geneeskunde aan de universiteit Antwerpen. Notities zijn zeer uitgebreid en waar nodig aangevuld met het handboek. 19/20 gehaald dankzij deze notities.
- Dia 3: Voor de leeftijd van 6 jaar ontwikkelt minstens 2/3 van de kinderen een
otitis. In de hele bevolking heeft 10-12% voldoende gehoorverlies opdat het
zou interfereren met normale gesprekssituaties. 9-10 % van de bevolking heeft
permanent last van oorsuizen. Met deze hoge percentages moet men rekening
houden in de praktijk.
8-10% van de raadplegingen in de huisartspraktijk heeft te maken met pathologie
van de bovenste luchtwegen (bv rhinitis, keelpijn, …).
1/3 van de bevolking heeft bijna last van hogere luchtweg allergie. Zowel de
allergische als de niet-infectieuze niet-allergische rhinitis (= NINA) neemt sterk
toe. Al degene die allergisch zijn hebben ook een aspecifieke hyperreactiviteit,
waardoor iedere prikkel zal leiden tot een overdreven reactie van de bovenste
luchtwegen.
- Dia 5: De grote frequentie van oorontstekingen is voor een groot stuk
gerelateerd met infecties van de bovenste luchtwegen, namelijk rhinitis en
sinusitis. Dit geldt voor zowel de acute infecties, als degene met een chronisch
verloop. De neus, de sinussen en het middenoor vormen 1 eenheid in kader
van infectie-aandoeningen. Keelontstekingen behoren niet tot deze eenheid. De
kiemen bij een acute faryngitis behoren tot een andere categorie dan de kiemen
bij rhinitis, sinusitis en otitis, en vergen dan ook een andere behandeling.
Indien een patiënt zich aanmeldt met een klacht van het oor, gaat men
automatisch onderzoek doen van de neus, sinussen en rhinofarynx.
Ook bij kinderen die bv komen met turbulente rhinorree (= abnormale
vochtafvoer uit de neus), neusademhaling, … moet men nagaan of er weerslag is
op de functie van de buis van Eustachius en of er middenoorproblemen zijn. Men
moet er steeds expliciet naar vragen, aangezien patiënt niet altijd de relatie zal
maken.
- Dia 6: Er is ook een belangrijke relatie tussen de neurale structuren in de
bovenste luchtwegen. Patiënten consulteren dikwijls een arts voor oorpijn / druk
in het oor, terwijl het onderzoek van het oor volledig normaal is (normale
doorgang, transparantie, …). De klachten zijn dan dikwijls te wijten aan
gerefereerde oorpijn, waarbij andere structuren de oorzaak zijn van de klachten
/ pijn / druksensatie / jeuk. Hoe wel de oorzaak elders ligt, ervaart men de
klachten dan toch thv het oor. Deze gerefereerde pijn kan afkomstig zijn van
verschillende plaatsen:
o Cervicaal: De pijn kan afkomstig zijn van de bovenste halswervels, C1 en
C2. Men ziet dit typisch bij oudere mensen met een cervicale artrose.
Mensen worden dan wakker met een brandend, warm gevoel thv oor en
deze klachten deinen progressief uit.
o Parotis, Temporomandibulaire regio of tandregio
, o Regio van tonsillen: Dit kan dan veroorzaakt worden door een abces van
de tonsil, tonsillitis of tumoren thv tonsilloge. Bij deze zaken komt men
dan meestal bij de arts terecht door de oorklachten.
o Supraglottis regio en tongbasis: Tumor
Wanneer een tumor aan de oorzaak van de gerefereerde pijn ligt, wijst dit erop
dat er neurale invasie is door kankercellen.
Patiënten met keelontsteking zullen vaak klagen van oorpijn, hoewel er geen
otitis is.
- Casus: De symptomen zijn voornamelijk gerefereerde oorpijn.
o Jonge dame:
Verschillende periodes met hevige oorpijn
Twee kuren met antibiotica zonder succes
Pijnstillers type paracetamol onvoldoende
o Optreden van de pijn bij stressmomenten
o Patiënte doet aan tandbijten en tandknarsen
o Er is een klikken van het kaakgewricht hoorbaar
o CONCLUSIE: Dit is een typisch voorbeeld van iemand met temporo-
mandibulaire disfunctie. Men moet in de differentiaal diagnose ook
middenoorpathologie / binnenoorpathologie opnemen.
Dit is een heel frequent voorkomend verhaal!
- Dia 7: Op 22 dagen na conceptie is er ontwikkeling van de kieuwbogen. Deze gaan
elk aanleiding geven tot toekomstige structuren, en tijdens de vorming is er een
flinke reorganisatie van de verschillende weefsels. Een aantal kieuwboogspleten
zullen blijven bestaan, terwijl een aantal anderen moeten verdwijnen. Wanneer
deze kieuwbogen niet verdwijnen, zullen de embryonale resten aanleiding geven
tot latere pathologie.
Elk van kieuwbogen heeft een eigen vascularisatie en bezenuwing:
o 1e KB: N trigeminus
o 2e KB: N facialis
o 3e KB: N glossopharyngeus
o 4e, 5e en 6e KB: N vagus en N accessorius
o Somieten: N accessorius en N hypoglossus
De kieuwbogen zullen geleidelijk aan allemaal om elkaar heen krullen en
leveren allemaal een deel van het uitwendige oor, dus een deel van de
oorschelp en een deel van de gehoorgang. Dit betekent dat dus ook cervicale
zenuwen een bijdrage zullen leveren thv de gehoorgang, waardoor later hoge
nekklachten pijnlijke sensaties kunnen veroorzaken thv de uitwendige
gehoorgang. Dit geldt ook voor de temporomandibulaire regio, waar letsels thv de
tanden, en dan meer specifiek voornamelijk de molaren, via takken van de N
trigeminus gerefereerde oorpijn kunnen veroorzaken. Zo kunnen ook letsels thv
de farynx / tonsillen / laterale farynxwand via takjes van de N glossopharyngeus,
en letsels thv de tongbasis via takjes van de N vagus, gerefereerde oorpijn
veroorzaken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vvdgeneeskunde1993. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.